Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Vrijspraak
4.Beslag
5.Het oordeel van de rechtbank
teruggave aan [verdachte]van:
Rechtbank Amsterdam
Op 12 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van witwassen en drugshandel. De zaak kwam voort uit een aanhouding op 8 mei 2022, waarbij de verdachte en een medeverdachte werden betrapt met aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en contant geld. De officier van justitie stelde dat de verdachte wetenschap had van de aangetroffen cocaïne en het geld, en dat er sprake was van gezamenlijk bezit. De verdediging voerde echter aan dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de drugs of het geld, en dat er bovendien sprake was van vormverzuimen tijdens de aanhouding.
De rechtbank oordeelde dat de feiten en omstandigheden die door de politie waren gerapporteerd, onvoldoende waren om aan te nemen dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de cocaïne en het geld. De rechtbank vond dat de officier van justitie niet voldoende bewijs had geleverd om de beschuldigingen te staven. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zowel het witwassen als de drugshandel. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een vormverzuim zoals bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, en dat de aanhouding rechtmatig was. De rechtbank gelastte de teruggave van een in beslag genomen iPhone aan de verdachte, aangezien hij van de ten laste gelegde feiten was vrijgesproken.