In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument en een besloten vennootschap over de ontbinding van een koopovereenkomst. De eiser, een consument, had op 24 augustus 2022 een koopovereenkomst gesloten voor de aankoop van een duofiets. De levering van de fiets liet echter op zich wachten, en na meer dan 13 maanden was de fiets nog steeds niet geleverd. De eiser heeft de koopovereenkomst op 14 juni 2022 buitengerechtelijk ontbonden en vorderde terugbetaling van het aankoopbedrag van € 12.121,63, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
De gedaagde, de besloten vennootschap, voerde aan dat de vertraging in de levering te wijten was aan overmacht, omdat de leverancier de benodigde naven voor de voorwielen niet kon leveren. Tijdens de mondelinge behandeling, waarbij de kantonrechter bijgestaan werd door de griffier, zijn beide partijen gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen specifieke afspraken waren gemaakt over de leveringstermijn in de koopovereenkomst. De gedaagde had aangegeven dat de levering normaal gesproken tussen de vier tot zes weken zou duren, maar deze termijn was ruimschoots overschreden.
De kantonrechter oordeelde dat de eiser het recht had om de koopovereenkomst te ontbinden, aangezien de gedaagde niet binnen een redelijke termijn had geleverd. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van het volledige aankoopbedrag, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Ook de proces- en nakosten zijn aan de gedaagde opgelegd. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet voldoen aan de veroordelingen, ongeacht een eventuele hoger beroep.