Op 18 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Neuruppin in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 8 augustus 2022 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van een strafbaar feit volgens Duits recht. De opgeëiste persoon, geboren in de voormalige Sovjet-Unie, is gedetineerd en heeft ter zitting verklaard dat zijn personalia correct zijn en dat hij de Oekraïense nationaliteit heeft.
Tijdens de openbare zitting op 4 oktober 2022 werd de vordering behandeld. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om voldoende tijd te hebben voor de beoordeling van de overlevering. De raadsvrouw van de opgeëiste persoon heeft betoogd dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen belemmeringen zijn voor de overlevering.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, valt onder de lijst van bijlage 1 bij de OLW, namelijk moord en doodslag, zware mishandeling. De rechtbank heeft besloten de overlevering toe te staan, aangezien het EAB aan de wettelijke eisen voldoet en er geen weigeringsgronden zijn. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.