Op 6 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Baja District Court in Hongarije. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 19 augustus 2022 en de behandeling vond plaats op 22 september 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Hongarije in 1992, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.W. Kuijpers, en een tolk in de Hongaarse taal. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.
De rechtbank heeft het EAB beoordeeld en vastgesteld dat het voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW). Het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht betreft een poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak. De rechtbank heeft geconcludeerd dat aan de eisen van dubbele strafbaarheid is voldaan, ondanks enige inconsistentie in de aanduiding van het feit in de Engelse vertaling van het EAB.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, aangezien er geen belemmeringen waren die zich hiertegen verzetten. De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. M. van Mourik, en de rechters mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en J. van Zijl, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Bouwmeester. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.