Op 6 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Pest Central District Court in Hongarije. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 3 augustus 2022 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die verdacht wordt van een strafbaar feit volgens Hongaars recht. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en geconstateerd dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft. Tijdens de openbare zitting op 22 september 2022 heeft de raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. S.W. Kuijpers, aangevoerd dat er geen weigeringsgronden zijn en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vervolgens de termijn voor de uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. Het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, is opgenomen in bijlage 1 van de OLW, en betreft moord en doodslag, zware mishandeling, waarvoor in Hongarije een vrijheidsstraf van ten minste drie jaren kan worden opgelegd. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, en deze beslissing is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.J. Bouwmeester. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.