ECLI:NL:RBAMS:2022:5931

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
C/13/719764 / JE RK 222-477
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van gezinsconflicten en omgangsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 14 september 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat er ernstige zorgen zijn over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen, die lijden onder de conflicten tussen hun ouders. De ouders zijn niet in staat om hun strijd en negatieve communicatiepatroon te doorbreken, wat een bedreiging vormt voor de ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen al jaren getuige zijn van de spanningen tussen de ouders en dat dit hun ontwikkeling ernstig bedreigt.

De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om deel te nemen aan een hulpverleningstraject van het Centrum voor Relationele Therapie (CvRT) van Arkin, waarbij een regievoerder van Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) toezicht zal houden op het traject. De rechtbank heeft geoordeeld dat zonder een dwingend kader van ondertoezichtstelling, er onvoldoende vertrouwen is dat de ouders de noodzakelijke hulp zullen accepteren en voortzetten. De ondertoezichtstelling is noodzakelijk om de kinderen een veilige en stabiele opvoedsituatie te bieden en hen te ondersteunen in hun ontwikkeling.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten. De kinderrechter heeft de kinderen onder toezicht gesteld met ingang van 15 september 2022 tot 15 september 2023, met als doel hen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van de conflicten tussen hun ouders.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zaakgegevens : C/13/719764 / JE RK 22-477
datum uitspraak: 14 september 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van
Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Amsterdam,
betreffende
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2009 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 1] ;
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2012 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder] ,
hierna te noemen de moeder,
wonende op een geheim adres,
advocaat mr. S. el Yaakoubi te Amsterdam;
[de vader] ,
hierna te noemen de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. S. Benayad te Amsterdam;
Jeugdbescherming Regio Amsterdam,
hierna te noemen JBRA,
gevestigd te Amsterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de Raad, ingekomen ter griffie op 7 juli 2022.
De moeder heeft nog een schriftelijke toelichting overgelegd.
Op 1 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. De zaak is gelijktijdig behandeld met de verzoeken van de moeder omtrent het gezag en de omgang (C/13/711744 / FA RK 21-8141 en C/13/711751 / FA RK 21-8147), waarover afzonderlijk wordt beslist.
Verschenen en gehoord zijn:
- [naam 1] , namens de Raad;
- [naam 2] , namens JBRA;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat en een tolk M. Chbab in de taal Berbers;
- de minderjarige [minderjarige 1] , die apart is gehoord.

De feiten

Het ouderlijk gezag over de kinderen wordt uitgeoefend door de ouders.
De kinderen wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van de kinderen voor de duur van twaalf maanden.

De standpunten

De Raad voert, kort en zakelijk weergegeven, aan dat sprake is van een ernstig bedreigde ontwikkeling van de kinderen. Er zijn zorgen over de kinderen op gebied van hun sociaal-emotionele ontwikkeling als gevolg van de strijd tussen de ouders en omdat het contact met de vader verbroken is en langdurig verbroken dreigt te raken. De kinderen groeien op met ouders die uit elkaar zijn gegaan, maar niet in staat zijn om hun strijd en negatieve communicatiepatroon te doorbreken. De afkeurende en afwijzende houding van beide ouders naar elkaar toe lijkt een steeds grotere bedreiging te worden voor de kinderen.
Bij [minderjarige 2] wordt gezien dat hij een leerachterstand heeft en dat hij conflicten opzoekt. De schoolresultaten zijn niet goed en het ontbreekt [minderjarige 2] aan zelfvertrouwen, zelfstandigheid. Bij [minderjarige 1] wordt geconstateerd dat hij een korte spanningsboog heeft en hij vindt het moeilijk om zich te concentreren. Opvallend is dat [minderjarige 1] afstand lijkt te nemen van de hele situatie. [minderjarige 1] geeft aan dat hij boos is en hij wil zich er verder niet druk om maken. [minderjarige 1] neemt duidelijk stelling en laat zijn emoties hier maar moeilijk in toe.
De zorgen omtrent de kinderen lijkt voor een belangrijk deel sterk beïnvloedt door de langlopende strijd tussen de ouders en de problemen rondom de omgang. De problemen in het functioneren van [minderjarige 2] en de totale afwijzing van de vader door [minderjarige 1] is mede een oorzaak van de langdurige strijd en stress ten gevolge van de strijd tussen de ouders. Het fysieke geweld en de ruzies in het bijzijn van de kinderen hebben een grote impact gehad op de kinderen.
Er is geen vertrouwen dat de ouders en de kinderen het vermogen hebben om de bestaande problemen zelf, zonder tussenkomst van hulp in een verplicht kader, op te lossen. De ouders zijn op dit moment onvoldoende bereid en in staat onder eigen verantwoordelijkheid die bedreiging weg te nemen en passende hulpverlening te accepteren en voort te zetten. De ouders geven beiden aan wel hulp te zullen accepteren in het belang van de kinderen, maar de ouders zijn niet in staat dit in gezamenlijkheid te organiseren. Het is belangrijk dat vanuit een gedwongen kader met een professionele hulpverlener regie wordt gevoerd.
Een termijn van een twaalf maanden is nodig om de noodzakelijk hulptrajecten in te zetten en een gedragsverandering en verandering van inzicht te kunnen bewerkstelligen bij de ouders.
De Raad heeft ter zitting nog aangevoerd dat zorgen zijn over hoe het met de kinderen gaat. Het is zorgelijk dat [minderjarige 1] geen contact met de vader wil hebben. Het afwijzen van een deel van jezelf zal op termijn schadelijk voor [minderjarige 1] kunnen zijn. De inzet van het Centrum voor Relationele Therapie (CvRT) van Arkin is belangrijk. Het CvRT wil dat gedurende het traject een regievoerder is. Dat betekent dat een ondertoezichtstelling nodig is. De kinderen, en met name [minderjarige 1] , en de ouders moeten ondersteuning krijgen om tot contactherstel met de vader te komen. Het is voor de kinderen de moeite waard om te kijken wat mogelijk is om tot contactherstel met de vader te komen.
De (advocaat van de) moeder voert ter zitting aan dat [minderjarige 1] de afgelopen maanden is opgebloeid, omdat hij rust heeft gekregen, omdat de rechter met de beschikking van januari 2022 de vader het recht op omgang met de kinderen voor de periode van zes maanden had ontzegd.. [minderjarige 1] weet heel goed wat hij wil en hij wil nu geen contact meer met de vader. De moeder wil [minderjarige 1] daartoe ook niet dwingen [minderjarige 1] zal zelf wel aangegeven als hij weer contact met de vader wil. [minderjarige 1] heeft in het verleden heftige dingen meegemaakt in de thuissituatie met de vader. [minderjarige 1] wil niet gezien worden als een jongen die deel uitmaakt van een probleemgezin en een ondertoezichtstelling geeft zijn gezin wel dat stempel. [minderjarige 2] krijgt op school externe begeleiding, omdat hij een jaar achterstand heeft op school. [minderjarige 2] ontvangt veel prikkels en is druk. [minderjarige 2] wil wel contact met de vader, maar niet voor lange duur. De omgang zal begeleid dienen plaats te vinden. Er is in het verleden al veel hulp ingezet, maar zonder resultaat. Het verleden heeft uitgewezen dat een ondertoezichtstelling niets zal toevoegen. De vader is nooit bereid geweest om in een vrijwillig kader hulpverlening te aanvaarden. Zij en de kinderen zijn teleurgesteld in de uitkomsten van het rapport van de Raad. De moeder en de kinderen willen rust.
De (advocaat van de) vader voert ter zitting aan dat de vader respect heeft voor het standpunt van [minderjarige 1] . Hij vindt het echter niet goed dat [minderjarige 1] opgroeit zonder hem. Hij hoopt dat [minderjarige 1] van mening zal veranderen en weer contact met hem wil. Misschien is het mogelijk om met de hulp van een professional weer een band met de kinderen op te bouwen. Hij begrijpt dat hij niet zomaar weer contact met de kinderen kan hebben en dat het contact weer moet worden opgebouwd. Het is niet in het belang van de kinderen als zij geen contact met hem hebben. Hij zal zijn best doen in het belang van de kinderen. De hulpverlening is in het verleden altijd in een vrijwillig kader geweest, maar is niet gelukt. Hulp vanuit een dwangkader zou kunnen helpen. Het lukt de ouders niet in onderling overleg tot oplossingen te komen. Hij stemt in met een ondertoezichtstelling van de kinderen voor de duur van twaalf maanden.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is voldoende gebleken dat de
kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De kinderen hebben last van de complexe strijd tussen de ouders. De kinderen zijn al jaren getuige van en betrokken bij deze strijd en spanningen tussen de ouders. De kinderen zijn in een nare situatie gebracht en kunnen niet vanuit een neutrale situatie een band met beide ouders onderhouden. De strijd tussen de ouders houdt de problematiek in stand. Dat is een bedreiging voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Het is belangrijk dat de kinderen onbelast contact kunnen hebben met beide ouders en zich een eigen, positief, beeld van beide ouders kunnen vormen. Het is belangrijk dat de ouders zo snel mogelijk starten met het hulpverleningstraject van het CvRT van Arkin. Binnen deze specialistische hulpverlening moet worden bezien of zij vorm kunnen geven aan hun ouderlijke rol, zodat zij inzicht hebben in het feit dat zij als partners gescheiden zijn, maar niet als ouders. Geprobeerd moet worden om toe te werken naar contactherstel tussen de kinderen en de vader, waarbij een duidelijke structuur en stabiliteit voorop staat en de veiligheid van de kinderen gewaarborgd is. Er is in een vrijwillig kader al veel hulpverlening geprobeerd. Door verschillende oorzaken is niets echt van de grond gekomen. Het is noodzakelijk in het belang van de kinderen dat er een regievoerder is voor het opstarten van het traject bij het CvRT en de regievoerder gedurende het traject toezicht kan houden op het verloop hiervan. De rechtbank heeft er onvoldoende vertrouwen in dat de ouders zonder het dwingende kader van een ondertoezichtstelling dit traject zullen starten en zullen voortzetten.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Op dit moment zijn de bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen waaraan in ieder geval gewerkt moet worden:
- er is aandacht voor de hulp die ingezet kan en moet worden voor de kinderen bij het verwerken van eventuele trauma’s en de gevolgen daarvan;
- de ouders starten met het hulpverleningstraject van het CvRT van Arkin. De ouders leveren hieraan hun bijdrage vanuit betrokkenheid zoals deze gevraagd zal worden vanuit de aanbieder van deze hulp;
- de eerder ingezette hulp vanuit de Opvoedpoli wordt voortgezet;
- er wordt geprobeerd toe te werken naar contactherstel tussen de kinderen en de vader;
- de kinderen groeien op in een veilige en stabiele opvoedsituatie waarbij de ouders hen op pedagogische passende wijze kunnen steunen en stimuleren in hun ontwikkelingstaken;
- de kinderen zijn geen getuige meer van spanningen en ruzies tussen de ouders;
- de ouders maken afspraken over hoe zij met elkaar kunnen communiceren.
De kinderrechter zal de kinderen onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.
De termijn van twaalf maanden is nodig om aan de hiervoor gestelde doelen te werken en gelet op de duur van het traject bij Arkin.
De rechtbank gaat ervan uit dat de ouders zich openstellen om deel te nemen aan het traject van Arkin. Of het traject gaat slagen, ligt voor een deel aan de houding van beide ouders. De moeder zal het traject een kans moeten geven en dat ook aan de kinderen moeten laten blijken. Dat zal een inspanning van de moeder vergen, maar is wel in het belang van de kinderen.
Van de vader wordt uiteraard ook verwacht dat hij zich zal inspannen om het traject te laten slagen. Van met name de vader wordt gedurende het traject een actieve houding verwacht, dat hij een manier blijft zoeken om aan te sluiten bij de wensen van de kinderen en zich houdt aan gemaakte afspraken.
Bij dit alles is een belangrijke rol weggelegd voor JBRA als regievoerder.
Er zal worden beslist als na te melden.

De beslissing

De kinderrechter:
-
stelt [minderjarige 2] en [minderjarige 1] onder toezicht van Jeugdbescherming Regio Amsterdam, gevestigd te Amsterdam, met ingang van 15 september 2022 tot 15 september 2023;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.K. Mireku, kinderrechter, in tegenwoordigheid van P.A.W. van Schaick als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam