ECLI:NL:RBAMS:2022:5921

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
13/010687-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van medeplegen witwassen met nietige dagvaarding

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van witwassen van aanzienlijke bedragen. De verdachte, geboren in 1980 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 13 april 2022, waarbij de rechtbank ook een medeverdachte behandelde. De officier van justitie, mr. N. Neij, vorderde bewezenverklaring van het medeplegen van witwassen, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. K.C. van de Wijngaart, pleitte voor vrijspraak op basis van onherstelbare vormverzuimen en gebrek aan bewijs. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding voor de subsidiair tenlastegelegde poging tot witwassen nietig was, omdat deze niet voldeed aan de eisen van feitelijke gedragingen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat het medeplegen van witwassen niet bewezen kon worden, aangezien er onvoldoende bewijs was dat de verdachte het geld had verworven of in bezit had. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde en gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/010687-22
Datum uitspraak: 10 mei 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1980,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 april 2022. Bij tussenvonnis van 26 april 2022 is het onderzoek heropend, waarna de vonnisdatum is bepaald op vandaag (sluiting onderzoek). De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N. Neij en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. K.C. van de Wijngaart naar voren hebben gebracht.
De zaak is op de zitting van 13 april 2022 tegelijk behandeld met de zaak tegen medeverdachte [medeverdachte] (parketnummer 13/010703-22). De rechtbank doet vandaag in beide zaken uitspraak.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is kort gezegd ten laste gelegd dat hij zich op 11 januari 2022 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van witwassen van 77.000 euro, 50.000 euro en 1.265 euro (primair). Als dit niet kan worden bewezen dan wordt verdachte beschuldigd van het medeplegen van een poging tot witwassen van dezelfde bedragen (subsidiair).
De tenlastelegging staat in de bijlage.

3.Geldigheid van de dagvaarding

De rechtbank verklaart de dagvaarding voor de subsidiair tenlastegelegde poging nietig, omdat daarin geen feitelijke gedragingen zijn opgenomen waaruit de poging witwassen zou hebben bestaan.

4.Vrijspraak

4.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt bewezen dat verdachte het medeplegen van witwassen heeft begaan (primair). De officier van justitie vindt dat geen sprake is geweest van vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek. Mocht de rechtbank daar anders over denken, dan betreffen het vormverzuimen waaraan geen rechtsgevolg verbonden hoeft te worden.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken. De politie heeft oneigenlijk gebruik gemaakt van controlebevoegdheden. Er was geen redelijk vermoeden van enig strafbaar feit dat had kunnen leiden tot de controle van verdachte en medeverdachte [medeverdachte]. Er is daarom sprake van een onherstelbaar vormverzuim waarvan het rechtsgevolg moet zijn dat het aangetroffen geld wordt uitgesloten van het bewijs. Als de rechtbank de verdediging hier niet in volgt moet verdachte worden vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijs. Verdachte heeft niet over het geld kunnen beschikken. Het geld is buiten hem om in beslag genomen uit de rugtas van [medeverdachte]. Ook blijkt uit niets dat verdachte wetenschap had van het geld dat bij [medeverdachte] is aangetroffen. Verdachte heeft ontkend van het geld te weten en [medeverdachte] te kennen. Hij heeft van begin af aan consistent verklaard waarom hij daar was op dat moment; om de heer [persoon] op te zoeken. Die verklaring is geloofwaardig. Uit de overgelegde stukken blijkt dat verdachte daadwerkelijk zijn bedrijf heeft verkocht aan [persoon]. Ook van een poging tot witwassen is geen sprake omdat er geen begin van uitvoering is geweest.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt het medeplegen van witwassen (primair) niet bewezen. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat verdachte het geld uit de rugzak (als medepleger) heeft verworven of voorhanden heeft gehad of daarmee een andere witwashandeling uit de tenlastelegging heeft verricht. [medeverdachte] stond weliswaar naast de auto van verdachte, maar de rugtas met het geld droeg hij nog op zijn rug. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van het medeplegen van witwassen. Omdat de dagvaarding nietig is voor de subsidiair tenlastegelegde poging komt de rechtbank aan een inhoudelijke beoordeling daarvan niet toe. Omdat de rechtbank tot volledige vrijspraak van verdachte komt, hoeven de verweren over vormverzuimen, waaraan als meest verstrekkend gevolg bewijsuitsluiting is verbonden, niet meer te worden besproken.

5.Beslag

Gezien de vrijspraak moeten alle onder verdachte in beslag genomen spullen aan hem worden teruggegeven.

6.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart de dagvaarding nietig voor het subsidiair tenlastegelegde.
Verklaart het primair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van:
  • 1 STK GSM, wit, merk: Apple, G6140273
  • 1 STK GSM, merk: Google, G6140274
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.E. van der Pol, voorzitter,
mrs. B. Vogel en J. Huber, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Madiol, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 mei 2022.
[...]