ECLI:NL:RBAMS:2022:5896

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
C/13/715035 / HA ZA 22-220
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitvoering van een aannemingsovereenkomst met betrekking tot een dakopbouw, waarbij de aannemer tekortschiet in zijn verplichtingen en ontbinding van de overeenkomst wordt gevorderd.

In deze zaak heeft eiseres, eigenaar van een onroerende zaak, een geschil met VOKU B.V. over de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een dakopbouw. Eiseres heeft VOKU B.V. opdracht gegeven voor het plaatsen van een dakopbouw, maar VOKU heeft niet voldaan aan de afgesproken voorwaarden. De dakopbouw is niet tot aan de erfgrens gebouwd, wat in strijd is met de overeenkomst en de voorwaarden van de omgevingsvergunning. Eiseres heeft verschillende deskundigen ingeschakeld die hebben geconcludeerd dat de dakopbouw niet voldoet aan de constructieve eisen en dat herstel ingrijpende maatregelen vereist. Eiseres heeft de overeenkomst ontbonden en vordert schadevergoeding van VOKU B.V. De rechtbank oordeelt dat VOKU tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat de ontbinding gerechtvaardigd is. VOKU wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan eiseres, inclusief wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/715035 / HA ZA 22-220
Vonnis van 19 oktober 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat: mr. B.F. Mulder te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOKU B.V.,
gevestigd te Mijdrecht (gemeente De Ronde Venen),
gedaagde,
advocaat: mr. J.R. de Jong te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Voku worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 maart 2022, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het tussenvonnis van 1 juni 2022, waarbij is bepaald dat een mondelinge behandeling van de zaak zal plaatsvinden;
  • de producties 40 en 41 aan de zijde van [eiseres] .
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 23 augustus 2022 plaatsgevonden. Partijen hebben daar de standpunten mede aan de hand van spreekaantekeningen toegelicht. De aantekeningen van de zitting bevinden zich in het dossier. Daarna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is eigenaar van een onroerende zaak, gelegen aan de [adres 1] (hierna: de woning). De woning is kadastraal gesplitst in [adres 1] (begane grond) en [adres 2] (eerste en tweede verdieping).
2.2.
[eiseres] exploiteert op de begane grond een rijschool. Zij woont op de eerste en twee verdieping. Op de tweede verdieping bevinden zich de slaapkamer en de badkamer.
2.3.
Voku drijft een onderneming op het gebied van (onder meer) plaatsing en montage van kunststof kozijnen en dakkapellen, deuren, puien en aluminium serres.
2.4.
De woning van [eiseres] bevindt zich tussen twee andere woningen in, [adres 3] en [adres 4] . De woningen grenzen aan elkaar, zij worden op de erfgrens gescheiden door een mandelige bouwmuur. Op het dak, op de erfgrens, bevindt zich aan weerszijden van de woning een schoorsteen.
Onderstaande foto geeft de plaatselijke situatie weer. Aan de linkerzijde op de foto [adres 3] , in het midden de woning van [eiseres] , aan de rechterzijde op de foto [adres 4] .
2.6.
Naar aanleiding van de door [eiseres] ontvangen offerte hebben de bewoners van [adres 4] Voku ook om een offerte gevraagd, voor het plaatsen van een dakopbouw.
2.7.
Voku heeft de opdracht, na mondeling akkoord van [eiseres] , op 18 april 2019 schriftelijk aan haar bevestigd. De opdrachtbevestiging bevat dezelfde tekst als de offerte en een totaalbedrag voor het werk van EUR 30.390,-.
2.8.
Voku heeft [eiseres] op 30 april 2019 een offerte gezonden voor het opmetselen van de schoorsteen van haar woning en de schoorsteen van [adres 4] . De offerte vermeldt, voor zover hier van belang:
Drie schoorstenen worden circa 1400 mm opgehoogd ten behoeve van 2 nieuw te plaatsen dak opbouwen.
Eerst worden de 3 bestaande schoorstenen gedeeltelijk afgebroken.
Deze schoorstenen worden hierna opnieuw opgemetseld tot de juiste hoogte en voorzien van lood loketten voor een goede waterdichting.
Voku heeft deze werkzaamheden voor de schoorsteen van [eiseres] geoffreerd voor EUR 1.710,-. Betaling van het volledige bedrag moest plaatsvinden na voltooiing van de werkzaamheden.
2.9.
Voku heeft [eiseres] en de bewoners van [adres 4] op 10 juli 2019 de bouwtekeningen voor het werk getoond. Zij hebben de tekeningen besproken. Op de bouwtekeningen staat de dakopbouw getekend vanaf het midden van de schoorsteen met [adres 3] tot het midden van de schoorsteen met [adres 4] . De bouwtekening vermeldt als breedte van de dakopbouw van [eiseres] 6400 mm.
Om privacy redenen is de afbeelding verwijderd.
2.11.
De gemeente [woonplaats] (hierna: de gemeente) stelt voorwaarden voor het plaatsen van dakopbouwen. Een van die voorwaarden is dat een dakopbouw alleen is toegestaan over de volledige breedte van een (tussen)woning.
2.12.
Voku heeft namens [eiseres] en de bewoners van [adres 4] bij de gemeente een vergunningaanvraag gedaan, voor het plaatsen van de dakopbouwen. Bij de vergunningaanvraag is onder meer de hiervoor onder 2.9 weergegeven bouwtekening gevoegd. De gemeente heeft de vergunning, na eerdere afwijzing, op 20 januari 2020 verleend. De omgevingsvergunning is verleend onder (onder meer) de voorwaarde dat uiterlijk drie weken voor aanvang van de werkzaamheden constructieve tekeningen en berekeningen bij de gemeente zouden worden ingediend. Zolang deze stukken niet waren ingediend en goedgekeurd door de gemeentelijke constructeur, zou niet mogen worden gebouwd.
2.13.
Voku heeft [eiseres] op 21 januari 2020 een factuur voor EUR 8.235,- gezonden, voor een vooruitbetaling voor de werkzaamheden. [eiseres] heeft dit bedrag betaald.
2.14.
Voku heeft op 31 januari 2020 het werk bij [eiseres] en [adres 4] ingemeten.
2.15.
Voku is op 17 april 2020 begonnen met de werkzaamheden. Bij e-mail van 25 mei 2020 heeft [eiseres] aan Voku laten weten dat de dakopbouw niet op de erfgrens eindigde.
2.16.
Voku heeft haar werkzaamheden begin juni 2020 afgerond. Zij heeft [eiseres] op 12 juni 2020 de eindfactuur gezonden.
2.17.
Op 23 juni 2020 heeft DAS Rechtsbijstand namens [eiseres] aan Voku laten weten dat de afmetingen van de dakopbouw onjuist waren en dat in afwachting van een reactie van Voku een bedrag van EUR 15.000,- zou worden betaald en EUR 8.671,39 zou worden opgeschort. [eiseres] heeft vervolgens EUR 15.000,- betaald en EUR 5.731,39 opgeschort.
2.18.
Voku heeft op 29 juni 2020 gereageerd. Volgens haar had [eiseres] opdracht gegeven voor een dakopbouw van 6000 mm breed. [eiseres] heeft volgens Voku een dakopbouw gekregen die 250 mm breder is. [eiseres] heeft in de eerste weken van de bouw nooit gemeld dat de zijwangen te ver naar binnen stonden. Volgens Voku heeft zij de dakopbouw minder breed gemaakt, omdat dit zorgde voor een betere waterdichting.
2.19.
Hanselman Groep (hierna: Hanselman) heeft in opdracht van [eiseres] onderzoek gedaan naar de klachten van [eiseres] over de dakopbouw. Hanselman heeft in haar rapport geconcludeerd dat de dakopbouw niet tegen de erfgrens is gebouwd. Zij heeft verder geconcludeerd dat de gehele zijkant van de dakopbouw moet worden verwijderd, om de dakopbouw op de erfgrens te laten aansluiten. Hanselman heeft ook geconstateerd dat in de nok van de dakopbouw door Voku geen stalen balk is aangebracht, zoals opgenomen in het constructie-principe. In plaats daarvan is volgens Hanselman een dubbele houten dakgording aangebracht. In het rapport van Hanselman staat verder, voor zover hier van belang:
Uit het voorgaande blijkt dat partij 2 de dakopbouw zonder constructieve berekeningen heeft uitgevoerd en de juistheid van de gerealiseerde draagconstructie dus niet gewaarborgd is. Op het moment dat een omgevingsvergunning op basis van onjuiste of onvolledige opgave van gegevens is verleend, of niet volgens de verleende vergunning wordt gehandeld kan de gemeente de vergunning intrekken.
Partij 2 dient om voornoemde reden alsnog aan te tonen dat de geplaatste dakopbouw constructief voldoet. Indien blijkt dat de dakopbouw niet constructief voldoet, bestaat de mogelijkheid dat algehele sloop en wederopbouw noodzakelijk zijn. Indien partij 2 niet bereid is dit alsnog aan te tonen dient de constructie van de dakopbouw door een constructeur gecontroleerd te worden. Indien blijkt dat de door partij 2 gemaakte dakopbouwconstructie niet voldoet zullen de herstelkosten de oorspronkelijke bouwsom van € 32.100,00 inclusief btw overschrijden.
Hanselman heeft de kosten voor herstel begroot op EUR 9.165,75.
2.20.
DAS Rechtsbijstand heeft Voku op 21 september 2020 geschreven. Onder verwijzing naar het rapport van Hanselman heeft [eiseres] erop gewezen dat Voku heeft afgeweken van de overeenkomst en bouwtekening. Verder heeft zij erop gewezen dat uit het onderzoek van Hanselman bleek, dat het werk zonder constructieve berekeningen was uitgevoerd. [eiseres] heeft aanspraak gemaakt op herstel en heeft de nakoming van haar betalingsverplichting aan Voku opnieuw opgeschort. [eiseres] heeft Voku gesommeerd binnen twee weken aan te tonen dat de dakopbouw constructief voldeed. Verder heeft zij aangekondigd dat zij een constructeur de dakopbouw zou laten controleren, als Voku niet aan de sommatie voldeed.
2.21.
Voku heeft in reactie op de brief van DAS Rechtsbijstand op 2 oktober 2020 laten weten het niet eens te zijn met de eisen van [eiseres] en met het rapport van Hanselman. Zij heeft aangekondigd een advocaat en incassobureau in te schakelen.
2.22.
Nebest B.V. (hierna: Nebest) heeft in opdracht van [eiseres] onderzoek gedaan naar de vraag of de dakopbouw was gebouwd volgens de geldende Nederlandse normen en voldoende veilig was. In haar rapport heeft Nebest geconcludeerd dat de dakopbouw niet voldeed niet aan de constructieve veiligheidseisen. Volgens haar was het geen optie de dakopbouw in bestaande staat te versterken, omdat de draagconstructie op meerdere punten faalde. Nebest heeft geadviseerd de dakopbouw volledig te vervangen.
2.23.
DAS Rechtsbijstand heeft het rapport van Nebest op 21 januari 2021 aan Voku gezonden. [eiseres] heeft de overeenkomst ontbonden, onder verwijzing naar het rapport van Nebest en het rapport van Hanselman. [eiseres] heeft aanspraak gemaakt op verwijdering van de dakopbouw door Voku. Zij heeft aangekondigd de dakopbouw door een derde te laten verwijderen en de kosten op Voku te verhalen, als Voku niet zou meewerken aan verwijdering van de dakopbouw. Verder heeft [eiseres] aanspraak gemaakt op terugbetaling van het door haar betaalde bedrag en vergoeding van de tot dan toe gemaakte onderzoekskosten.
2.24.
Voku heeft op 14 april 2021, bij brief van haar advocaat, laten weten dat volgens haar de constructie van de dakopbouw aan de constructieve eisen voldeed. Zij heeft hiervoor verwezen naar een constructieberekening, gemaakt door advies- en constructiebureau van der Werf-Partners. Voku heeft duidelijk gemaakt dat de overeenkomst volgens haar niet was ontbonden en heeft op haar beurt [eiseres] gesommeerd tot betaling van het nog niet betaalde deel van de aanneemsom.
2.25.
Strackee bouwadviesbureau (hierna: Strackee) heeft in opdracht van [eiseres] onderzoek gedaan naar de constructie van de dakopbouw. Strackee heeft in haar rapport geconcludeerd dat de dakopbouw niet conform de verstrekte omgevingsvergunning was gebouwd. Verder heeft zij geconcludeerd dat de vereiste isolatiewaarde van de dakconstructie niet werd gerealiseerd met de toegepaste dakplaat. De bevestiging van de dakplaten was onjuist uitgevoerd, er waren geen constructieve tekeningen en berekeningen gemaakt en de constructie was niet uitgevoerd overeenkomstig het ingediende principe van de dakconstructie. Strackee heeft geconcludeerd dat de dakopbouw constructief niet voldeed aan de minimale wettelijke eisen van het bouwbesluit en de bestaande funderingsconstructie werd ter plaatse van de woningscheidende muur te zwaar belast. Om de dakopbouw in de juiste breedte uit te voeren, heeft Strackee geadviseerd deze helemaal te verwijderen en op basis van nieuwe tekeningen en berekeningen te plaatsen. Voor zover [eiseres] akkoord zou gaan met de bestaande grootte van de dakopbouw, moest worden beoordeeld in hoeverre de dakopbouw kon worden versterkt om aan de vergunningseisen te voldoen. Als in overleg met de gemeente een vrijstelling kan worden gekregen met betrekking tot de isolatiewaarde van de dakplaten kon een versterkingsvoorstel worden opgesteld. Maar daarbij zouden steeds concessies moeten gedaan moeten worden aan de vrije indeelbaarheid van de dakopbouw.
2.26.
Hanselman heeft naar aanleiding van de conclusies van Strackee opnieuw een kostenbegroting gemaakt. Zij heeft de totale kosten begroot op EUR 63.162,-.
2.27.
[eiseres] heeft het rapport van Strackee, bij brief van haar advocaat, op 1 december 2021 aan Voku gezonden. [eiseres] heeft Voku gesommeerd om binnen één maand, met inachtneming van het advies van Strackee, over te gaan tot herstel van de gebreken en schades. Voku heeft aan de sommatie geen gehoor gegeven.
2.28.
TOP Expertise BV (hierna: TOP Expertise) heeft in opdracht van Voku onderzoek gedaan naar de door [eiseres] gemelde klachten. TOP Expertise heeft in haar rapport geconcludeerd dat sprake was van gebreken in het uitgevoerde werk. De gebreken bestonden volgens TOP Expertise uit het ontbreken van constructieve gegevens, een onjuiste afmeting van de dakopbouw, gebreken aan de nokgording en aan de gordingen, gebreken aan de ondersteuning van het kozijn/knieschot, aan de oplegging en verbindingen, aan de stabiliteit van de dakopbouw en de isolatie van het schuine dak. Volgens TOP Expertise was de oorzaak van de gebreken grotendeels gelegen in het ontbreken van een deugdelijke constructieve onderbouwing van de dakopbouw, het ontbreken van een spant zoals opgenomen in de basisopzet van de constructie en onvolledig/slordig uitvoeren van werkzaamheden. Herstel van de door haar geconstateerde gebreken was volgens TOP Expertise mogelijk, met dien verstande dat zij herstel van de breedte van de dakopbouw zonder ingrijpende maatregelen niet mogelijk achtte.
Tekst

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat – verklaringen voor recht en schadevergoeding, met veroordeling van Voku in de kosten van de procedure.
3.2.
[eiseres] baseert haar vorderingen op het volgende. Voku is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Als gevolg hiervan heeft [eiseres] de overeenkomst ontbonden. Voor zover wordt geoordeeld dat de overeenkomst nog niet is ontbonden, moet die alsnog door de rechtbank bij vonnis worden ontbonden. Voku is aansprakelijk voor de door [eiseres] geleden en te lijden schade, die zij begroot op totaal EUR 60.512,49. Voku moet verder worden veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van EUR 1.380,12. Een en ander te vermeerderen met wettelijke rente.
3.3.
Voku voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, (nader) ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag moet worden beantwoord of Voku de overeenkomst heeft uitgevoerd, zoals zij met [eiseres] had afgesproken dat te doen. Zoals hierna zal worden besproken, wordt die vraag ontkennend beantwoord. De overeenkomst zal daarom door de rechtbank worden ontbonden.
niet-nakoming afspraken door Voku
4.2.
[eiseres] en Voku zijn het niet eens over wat zij over de breedte van de dakopbouw hebben afgesproken. Volgens [eiseres] is afgesproken dat de dakopbouw vanaf de erfgrens met [adres 3] tot met de erfgrens met [adres 4] zou worden gebouwd. Het standpunt van Voku komt erop neer dat dat niet is afgesproken. Dit betekent dat de overeenkomst moet worden uitgelegd.
4.3.
In de offerte staat: “Dakopbouw Breedte: 6000 mm, +/-”. In de bouwtekening die Voku [eiseres] na het sluiten van de overeenkomst heeft getoond en waarover zij hebben gesproken, staat een breedte van de dakopbouw van 6400 mm. De dakopbouw is ingetekend vanaf de erfgrens met [adres 3] tot en met de erfgrens met [adres 4] (zie 2.9). Bij de vergunningaanvraag die Voku namens [eiseres] heeft gedaan is dezelfde bouwtekening gevoegd, met dezelfde breedteafmeting. Gelet op deze omstandigheden mocht [eiseres] er vanuit gaan dat was afgesproken dat de dakopbouw zou worden gebouwd vanaf de erfgrens met [adres 3] tot en met de erfgrens met [adres 4] .
4.4.
Tussen [eiseres] en Voku staat vast dat Voku de dakopbouw niet tot aan de erfgrens met [adres 3] heeft gebouwd. [eiseres] heeft gesteld dat Voku dit op eigen initiatief heeft gedaan en daarover niet met haar heeft overlegd. [eiseres] heeft niet ingestemd met deze wijze van bouwen. Voku heeft dit niet weersproken. Daarmee staat vast dat Voku de afspraak die zij op dit punt met [eiseres] had gemaakt niet is nagekomen. Dit oordeel wordt niet anders doordat [eiseres] volgens Voku pas heeft geklaagd toen de dakopbouw bijna was voltooid, wat door [eiseres] overigens gemotiveerd is weersproken. Voku stelt dat het daardoor voor haar niet meer mogelijk was om gedurende het werk het gebrek te herstellen. Voorop staat echter dat Voku verantwoordelijk is voor een juiste uitvoering van haar verplichtingen, zij had dit zelf kunnen en moeten controleren. Op [eiseres] rust geen verplichting tot controle van de werkzaamheden van Voku. Dat zij de dakopbouw niet tot de erfgrens bouwde was voor Voku ook gemakkelijk te onderkennen. Dit betekent dat het voor haar rekening moet blijven dat zij niet meer gedurende het werk het gebrek kon herstellen.
4.5.
Uit de onderzoeken die namens [eiseres] zijn gedaan, maar ook uit het onderzoek dat door TOP Expertise namens Voku is gedaan, volgt dat de dakopbouw niet aan de daaraan te stellen constructieve eisen voldoet. Ook op dit vlak is daarmee sprake van een niet-nakoming door Voku van de verplichtingen die voor haar uit de overeenkomst voortvloeien. [eiseres] mocht immers verwachten dat Voku de dakopbouw zou maken zoals van een redelijk bekwaam aannemer mag worden verwacht. In dit geval betekent dat, dat de dakopbouw aan de daaraan gebruikelijk te stellen constructieve eisen moet voldoen.
verzuim
4.6.
Iedere tekortkoming in de nakoming van één van de verbintenissen uit de overeenkomst, geeft [eiseres] de bevoegdheid de overeenkomst te ontbinden. De hiervoor geconstateerde gebreken vormen een niet-nakoming van de overeenkomst, zodat [eiseres] in beginsel de overeenkomst kan ontbinden. Om de overeenkomst te kunnen ontbinden is in dit geval ook nodig dat Voku in verzuim verkeert.
4.7.
Voku betwist dat zij in verzuim verkeert. Zij heeft in dit verband naar voren gebracht dat zij niet in de gelegenheid is gesteld alsnog de dakopbouw op de juiste breedte te bouwen. Dit verweer baat haar niet. [eiseres] heeft Voku in ieder geval bij brief van 1 december 2021 gesommeerd, met inachtneming van het door Strackee opgestelde plan van aanpak, binnen één maand na de brief over te gaan tot herstel van de gebreken. Het herstel moest bestaan uit de verwijdering van de dakopbouw en vervolgens correcte installatie van een nieuwe dakopbouw. Het door Strackee opgestelde plan van aanpak zag ook op de constructieve eisen die aan de dakopbouw worden gesteld. Het moet voor Voku daarmee duidelijk zijn geweest wat van haar werd verwacht en tot wanneer zij uiterlijk alsnog kon nakomen. Voku heeft niet aan de sommatie voldaan, zodat het vereiste verzuim is ingetreden.
ontbinding is gerechtvaardigd
4.8.
Voku heeft verder naar voren gebracht dat de omstandigheden van het geval meebrengen dat ontbinding van de overeenkomst niet gerechtvaardigd is. Voku’s stellingen worden zo begrepen dat zij aan dit verweer ten grondslag legt, dat herstel van de constructieve gebreken mogelijk is zonder verwijdering van de dakopbouw en dat slechts sprake is van een gering verlies aan gebruiksoppervlakte.
4.9.
Bij de beoordeling van de vraag of ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is, zijn alle omstandigheden van het geval van belang. De rechtbank acht in dit geval van belang dat [eiseres] en Voku hadden afgesproken dat de dakopbouw van erfgrens tot erfgrens zou worden gebouwd. De gemeente stelt ook als voorwaarde voor het bouwen van een dakopbouw dat die van erfgrens tot erfgrens wordt gebouwd. Voku heeft zelfstandig en zonder overleg met [eiseres] een kleinere dakopbouw gebouwd dan uit de afspraken voortvloeide. [eiseres] heeft gemotiveerd gesteld dat zij brieven van de gemeente heeft ontvangen, die erop wijzen dat niet aan de voorwaarden van de omgevingsvergunning is voldaan. Strackee heeft in haar aanvullend advies van 5 augustus 2022 (productie 42, [eiseres] ) geschreven dat een revisietekening moet worden ingediend bij de gemeente. Zij schrijft dat overleg met de gemeente nodig is voor goedkeuring voor die tekening. Onduidelijk is of de gemeente die goedkeuring zal geven. Verder is van belang dat [eiseres] de constructiefouten bij toeval heeft ontdekt, doordat Hanselman dit in haar rapport vermeldde. De daarna uitgebrachte rapporten van Nebest, Strackee en TOP Expertise bevestigen het bestaan van de constructieve gebreken. Uit de rapporten van Strackee en TOP Expertise blijkt dat herstel van de constructieve gebreken mogelijk is. Maar de rechtbank begrijpt de adviezen van met name Strackee zo dat voor herstel ingrijpende maatregelen nodig zijn. TOP Expertise schrijft op haar beurt dat het herstellen van de breedte van de dakopbouw zonder ingrijpende maatregelen niet mogelijk is.
4.10.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden is ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd. Niet alleen is er sprake van gebreken die niet zijn aan te merken als gering van aard, maar ook zijn de verdere gevolgen van de gebreken – zoals de vraag of de gemeente [woonplaats] instemt met een nieuwe tekening – voor [eiseres] lastig te overzien. De overeenkomst zal daarom, zoals gevorderd, door de rechtbank worden ontbonden.
gevolgen ontbinding overeenkomst
4.11.
Ontbinding van de overeenkomst brengt met zich dat partijen van hun verplichtingen worden bevrijd. Dit betekent dat [eiseres] niet meer aan haar betalingsverplichting hoeft te voldoen. Hiermee faalt al het beroep van Voku op verrekening met een door haar aan [eiseres] te betalen bedrag. Voor [eiseres] bestaat geen verplichting meer om de resterende aanneemsom aan Voku te betalen.
Voku hoeft op haar beurt geen herstelwerkzaamheden meer uit te voeren. Verder heeft de ontbinding tot gevolg dat voor beide partijen een ongedaanmakingsverbintenis ontstaat voor de door hen ontvangen prestaties.
4.12.
Voku heeft aangevoerd dat [eiseres] waarschijnlijk de dakopbouw niet zal laten verwijderen om een nieuwe dakopbouw te laten plaatsen. Om die reden moeten de geldvorderingen van [eiseres] worden afgewezen, aldus Voku. Voku heeft echter geen concrete aanknopingspunten gegeven op grond waarvan moet worden aangenomen dat [eiseres] dit inderdaad niet zal doen. Het verweer faalt daarom.
4.13.
De door [eiseres] ontvangen prestaties bestaan uit de werkzaamheden die Voku heeft verricht, die hebben geresulteerd in de bouw van de dakopbouw. Deze prestaties zijn naar hun aard niet ongedaan te maken. Dit betekent dat daarvoor een vergoeding in de plaats treedt gelijk aan de waarde van de prestaties. Omdat de prestaties van Voku niet beantwoorden aan dat wat is afgesproken, wordt de vergoeding beperkt tot het bedrag van de waarde die de prestaties van Voku voor [eiseres] in de gegeven omstandigheden in werkelijkheid hebben gehad (artikel 6:272 lid 2 BW). Voor de bepaling van die waarde sluit de rechtbank aan bij de overeenkomst en de kostenbegroting die Hanselman op 11 oktober 2021 heeft gemaakt (zie hiervoor onder 2.26). Voor het oorspronkelijke werk hebben [eiseres] en Voku een bedrag van EUR 30.390,- (dakopbouw) en EUR 1.710,- (opmetselen schoorsteen) afgesproken. Uit de begroting van Hanselman volgt dat de kosten, nodig om een correct gebouwde dakopbouw te krijgen, hoger zijn dan de met Voku afgesproken aanneemsom. Om die reden zal de waarde van de prestaties van Voku op nihil worden gewaardeerd.
4.14.
De door Voku van [eiseres] ontvangen prestatie bestaat uit de ontvangen betaling van EUR 23.235,-. Dit bedrag zal door Voku aan [eiseres] moeten worden terugbetaald. Nu de ontbinding met dit vonnis tot stand komt, is de gevorderde wettelijke rente niet toewijsbaar vanaf 21 januari 2021. Voku zal een termijn worden gegund van 14 dagen na de datum van deze uitspraak, waarna (dus vanaf de 15e dag) zij wettelijke rente verschuldigd zal zijn.
4.15.
Voku heeft niet betwist dat [eiseres] kosten moet maken voor de verwijdering van de dakopbouw. [eiseres] heeft hiervoor een bedrag van EUR 6.957,50 gevorderd. Voku heeft de juistheid van dit bedrag niet weersproken. Wel heeft zij aangeboden om zelf de dakopbouw te verwijderen. De overeenkomst wordt echter ontbonden, omdat Voku is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Van [eiseres] hoeft daarom niet te worden verwacht dat zij nog verder gebruik maakt van de diensten van Voku. Het gevorderde bedrag zal worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de 15e dag na de datum van deze uitspraak.
4.16.
[eiseres] heeft een bedrag van EUR 16.577,- gevorderd, omdat zij opnieuw de binnenafwerking van de dakopbouw moet laten aanbrengen. Voku heeft tegen deze vordering ingebracht dat [eiseres] deze schade zelf heeft veroorzaakt. [eiseres] heeft volgens Voku de opdracht tot het afwerken van de dakopbouw, waaronder het plaatsen van een badkamer, gegeven nadat zij bij Voku haar klacht over de onjuiste breedte van de dakopbouw had gemeld. [eiseres] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat zij de binnenafwerking desalniettemin heeft laten plaatsen, omdat zij in de woning moest wonen. Voku miskent verder met haar verweer dat de verwijdering van de dakopbouw ermee samenhangt dat de dakopbouw niet voldoet aan de daaraan te stellen constructieve eisen. Dit is pas duidelijk geworden nadat [eiseres] de opdracht voor de binnenafwerking had gegeven. Het gevorderde bedrag zal daarom worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de 15e dag na de datum van deze uitspraak.
buitengerechtelijke (incasso)kosten
4.17.
[eiseres] vordert vergoeding van gemaakte onderzoekskosten van totaal EUR 10.609,98. Voku heeft aangevoerd dat de gevorderde kosten niet redelijk zijn. Volgens Voku was het niet nodig de kosten te maken. Er was namelijk geen geschil over de vraag of de dakopbouw tot aan de erfgrens was gebouwd. Ook zijn de kosten volgens Voku niet redelijk, omdat Nebest ten onrechte heeft geconcludeerd dat de dakopbouw moet worden verwijderd. Deze verweren falen. Voku betwistte weliswaar niet dat de dakopbouw niet tot de erfgrens was gebouwd, maar wel dat zij daarmee tekortschoot in haar verplichtingen. Verder betwistte Voku dat de dakopbouw niet aan de daaraan te stellen constructieve eisen voldeed. Het is dan begrijpelijk dat [eiseres] haar klachten nader wilde laten onderzoeken door deskundigen. Ook uit het rapport van TOP Expertise blijkt dat herstel van de breedte van de dakopbouw niet mogelijk is zonder ingrijpende maatregelen. Dit bevestigt dat het inschakelen van de deskundigen niet zonder grond was. Het laten uitvoeren van de onderzoeken en de daaraan verbonden kosten worden gelet op het voorstaande aangemerkt als redelijk naar omvang en in redelijkheid gemaakt.
4.18.
Voku heeft verder nog aangevoerd dat de gevorderde onderzoekskosten moeten worden gematigd tot nihil, dan wel met EUR 2.117,50 moeten worden verlaagd. Dit zijn volgens Voku de kosten die zij heeft gemaakt om verweer te voeren tegen de volgens haar onjuiste conclusies uit de rapporten van [eiseres] . Hiervoor is echter geoordeeld dat de klachten van [eiseres] terecht waren en dat de onderzoekskosten terecht zijn gemaakt. Er is daarom geen aanleiding een lager bedrag toe te wijzen. De gevorderde onderzoekskosten zijn toewijsbaar. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de 15e dag na de datum van deze uitspraak.
4.19.
[eiseres] heeft EUR 1.380,12 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Voku heeft hiertegen aangevoerd dat deze kosten op grond van artikel 241 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) moeten worden verdisconteerd in de uit te spreken proceskostenveroordeling. Dit verweer faalt. In dit geval is het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing. In artikel 6:96 lid 5, laatste volzin BW, is bepaald dat bij toepasselijkheid van het Besluit de eerste volzin van artikel 241 Rv niet van toepassing is. Daarin staat dat buitengerechtelijke werkzaamheden, zoals die ter voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak, niet voor vergoeding in aanmerking komen. Maar deze bepaling is dus niet van toepassing.
4.20.
[eiseres] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is lager dan het in het Besluit bepaalde tarief (inclusief btw) en is toewijsbaar. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de 15e dag na de datum van deze uitspraak.
4.21.
Voku zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Deze worden tot op heden begroot op EUR 1.426,03 aan verschotten en op EUR 2.228,- (2 punten x tarief EUR 1.114,-) aan salaris advocaat. De gevorderde nakosten en wettelijke rente over de (na)kosten zijn toewijsbaar als gevorderd.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
ontbindt de overeenkomst tussen [eiseres] en Voku die ziet op het bouwen van een dakopbouw op de [adres 1] ;
5.2.
veroordeelt Voku tot betaling aan [eiseres] van EUR 57.379,48, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van de 15e dag na de datum van deze uitspraak tot de dag van de voldoening;
5.3.
veroordeelt Voku in de kosten van deze procedure, begroot op EUR 3.654,03, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van de 15e dag na de datum van deze uitspraak tot de dag van de voldoening;
5.4.
veroordeelt Voku in de na dit vonnis ontstane kosten, aan de zijde van [eiseres] begroot op EUR 163,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Voku niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van EUR 85,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de bedoelde aanschrijving tot de dag van de voldoening;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Wouters, rechter, bijgestaan door mr. E.R. Mac-Donald, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2022. [1]

Voetnoten

1.type: ERM