Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Inleiding
2.Mondelinge uitspraak
€ 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
Rechtbank Amsterdam
Op 29 september 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, die gebruik maakt van een bijnaam, en ABN AMRO BANK N.V. De eiser, die al sinds 1978 een bankrekening heeft op naam van zijn bijnaam, vorderde dat hij ongewijzigd gebruik kon blijven maken van deze rekening. De bank had de rekening geblokkeerd en de tenaamstelling gewijzigd naar de officiële naam van de eiser, wat leidde tot problemen bij het uitvoeren van betalingen en overschrijvingen. De bank stelde dat het gebruik van een bijnaam niet meer past binnen hun beleid, dat gericht is op het voldoen aan anti-witwaswetgeving en Know Your Customer-verplichtingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiser een spoedeisend belang had bij zijn vordering, omdat hij problemen ondervond door de naamswijziging. De rechter wees de vordering toe en bepaalde dat de bank de eiser onvoorwaardelijk en zonder beperkingen toegang moest geven tot zijn rekening op naam van de bijnaam, totdat er in een bodemprocedure anders beslist zou worden. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de bank niet aan de uitspraak voldeed, en werd de bank veroordeeld in de proceskosten.