ECLI:NL:RBAMS:2022:5886

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
13/142921-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van katalysatoren in vereniging door middel van braak met mobiel banditisme

Op 4 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen op meerdere tijdstippen in juni 2022 katalysatoren heeft gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan diefstal door middel van braak, waarbij zij gebruik maakten van een Opel Vectra. De diefstallen vonden plaats in Utrecht en Rotterdam, waarbij de modus operandi steeds gelijk was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met het feit dat de verdachte geen strafblad had en geen sociale binding met Nederland. Daarnaast is er conservatoir beslag gelegd op een geldbedrag en zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam persoon 4] toegewezen, met een bedrag van € 2.009,02 aan materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen bevolen, omdat deze zijn gebruikt bij de diefstallen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/142921-22 (Promis)
Datum uitspraak: 4 oktober 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 september 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S.D. Polat (namens mr. A. Yüksel), naar voren hebben gebracht.
De zaak is tegelijk op de zitting behandeld met de zaken tegen medeverdachten [naam medeverdachte 1] (13/142923-22), [naam medeverdachte 2] (13/142929-22) en [naam medeverdachte 3] (13/142925-22). De rechtbank doet vandaag in de zaken van de vier verdachten uitspraak.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij zich, samen met anderen, op meerdere tijdstippen in de periode van 3 juni 2022 tot en met 8 juni 2022 heeft schuldig gemaakt aan diefstal van katalysatoren van respectievelijk [naam persoon 1] , [naam persoon 2] , [naam persoon 3] en [naam persoon 4] , door middel van braak en/of verbreking.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in de bijlage van dit vonnis. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde diefstallen.
3.2.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft de tenlastegelegde diefstallen ontkend.
De raadsvrouw heeft verzocht om verdachte van de tenlastegelegde diefstallen van [naam persoon 2] en [naam persoon 3] vrij te spreken, omdat betrokkenheid van verdachte bij deze diefstallen niet kan worden vastgesteld. Ten aanzien van de tenlastegelegde diefstallen van [naam persoon 1] en [naam persoon 4] heeft de raadsvrouw geen bewijsverweren gevoerd en aangegeven dat de verdediging zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Feiten en omstandigheden [1]
Aanhouding en controle 8 juni 2022
Op 8 juni 2022 ontvingen verbalisanten een zogenaamde Automatic Numberplate Recognition (ANPR) hit ten aanzien van een voertuig met het Bulgaarse kenteken [kenteken 1] , behorende bij een grijze Opel Vectra (hierna: de Opel). Deze ANPR hit was op de Rijksweg A2 ter hoogte van Maarssen. Verbalisanten kregen het verzoek de Opel te contoleren in verband met een verdachte situatie. Zij zagen dat de Opel een rood kruis op de weg negeerde, waarna de achtervolging werd ingezet. Tijdens de achtervolging werd via het rechterachterportier een donkerkleurige tas en een metalen voorwerp - naar later bleek een deel van een uitlaat - uit de Opel gegooid. In de tas zaten twee katalysatoren. De inzittenden van het voertuig zijn bij een tankstation langs de Rijksweg A9 in Amstelveen aangehouden als verdachten ter zake van heling [2] : [verdachte] (hierna: verdachte) als bestuurder, [naam medeverdachte 2] als bijrijder en [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 3] op de achterbank. [3]
Achter panelen van het dashboard zijn een handel van gereedschap, een dopsleutel, een pijpensnijder en een verlengstuk voor een dopsleutel aangetroffen. Deze voorwerpen waren onttrokken aan het zicht. In het dashboardkastje lagen meerdere dopsleutelopzetstukjes. De verbalisant die de doorzoeking heeft verricht weet ambtshalve dat het aangetroffen gereedschap wordt gebruikt bij het wegnemen van katalysatoren. In de kofferbak lag een rode krik. [4]
Twee van de drie aangetroffen katalysatoren bleken afkomstig van een Toyota Prius. [5]
Diefstal [naam persoon 1] (Ikea Utrecht)
Aangever [naam persoon 1] heeft aangifte gedaan van diefstal van een katalysator van zijn Toyota Prius met kenteken [kenteken 2] . Uit de aangifte blijkt dat de katalysator op 4 juni 2022 tussen 18:00 uur en 19:30 uur is weggenomen vanuit de parkeergarage van Ikea Utrecht. [6]
Op beveiligingsbeelden van Ikea Utrecht van 4 juni 2022 heeft verbalisant [naam verbalisant 1] waargenomen dat de Toyota met bovengenoemd kenteken de parkeerplaats oprijdt. Kort daarna volgt de Opel. Om 18:02:43 uur parkeert de bestuurder van de Toyota het voertuig en loopt weg. Enkele seconden later parkeert de Opel in de buurt van de Toyota, waarna de bijrijder van de Opel uitstapt. De bijrijder loopt naar de Toyota, kruipt onder het voertuig en loopt vervolgens weer terug naar de Opel. De bestuurder (NN1) en de bijrijder (NN4) van de Opel wisselen van plek in de auto. De eerste bestuurder (NN1) en een persoon op de achterbank (NN2) stappen uit. Vervolgens parkeert de Opel achter de Toyota.
NN1, NN2 en NN3 pakken iets uit de kofferbak van de Opel, waarna NN2 weer plaatsneemt op de achterbank. NN1 pakt een krik uit de Opel en geeft deze aan NN4. NN4 pakt een rode doos uit de Opel, loopt naar de Toyota en begint de auto op te krikken. NN3 loopt naar de voorkant van de Toyota en kijkt scannend om zich heen, terwijl hij belt. NN4 is met de krik bezig en onder de Toyota aan het werk. NN1 stapt als bestuurder in de Opel. NN3 zegt iets tegen NN4, waarna NN3 naar de achterzijde van de Opel loopt en een zwarte tas uit de kofferbak pakt. NN3 loopt met de zwarte tas naar NN4, waarna NN4 iets in de tas stopt en NN3 weer terugloopt naar de kofferbak van de Opel. Uit deze tas hangt een metaalachtig voorwerp. Verbalisant [naam verbalisant 1] herkent het voorwerp als een deel van een uitlaat. NN2 stapt uit de Opel en kijkt mee als NN3 de tas in de kofferbak legt. NN4 geeft de krik en de doos vervolgens aan NN3, waarna NN3 en NN2 de spullen opruimen in de kofferbak van de Opel. Vervolgens stapt iedereen in en rijdt de Opel weg. [7]
Aan de hand van een vergelijking van de camerabeelden met beschikbare HKS foto’s heeft verbalisant [naam verbalisant 1] verdachte (NN1) en zijn medeverdachten [naam medeverdachte 3] (NN2), [naam medeverdachte 1] (NN3) en [naam medeverdachte 2] (NN4) herkend aan hun haardracht, lichaamsbouw en uiterlijke kenmerken. [8] Verbalisant [naam verbalisant 2] zag grote gelijkenissen tussen de verdachten die hij op 8 juni 2022 heeft aangehouden en de personen die op de
stillsvan de camerabeelden te zien zijn. Ook zag hij op de camerabeelden van Ikea de Opel waar zij tijdens hun aanhouding op 8 juni 2022 in zaten. [naam verbalisant 2] herkende de verdachten aan hun haardracht, baardgroei, lichaamsbouw en uiterlijke kenmerken op basis van een vergelijking van de
stillsvan de camerabeelden met de foto’s die tijdens de insluiting van de verdachten op 8 juni 2022 zijn gemaakt. [9]
Diefstal [naam persoon 4] ( [adres 1] Rotterdam)
Aangeefster [naam persoon 4] heeft aangifte gedaan van diefstal. Zij heeft verklaard dat haar Toyota Prius geparkeerd stond aan de [adres 1] in Rotterdam. Aangeefster kreeg op 6 juni 2022 een melding in de buurt-WhatsAppgroep van verdachte handelingen bij haar auto. Toen aangeefster haar auto op 6 juni 2022 startte, hoorde zij een geluid dat anders klonk dan normaal. De buurman, een automonteur, herkende het geluid als het geluid van een ontbrekende katalysator en hij gaf aan dat hij het incident had gefilmd.
Aangeefster zag op de beelden dat de Opel op 6 juni 2022 omstreeks 4:10 uur [adres 1] (de rechtbank begrijpt: de [adres 1] ) inreed, waarna drie mannen uitstapten en uit beeld verdwenen. Omstreeks 4:20 uur stapten de mannen weer in het voertuig, waarna het voertuig wegreed. Eén van hen had een voorwerp in zijn handen wat aangeefster omschrijft als een katalysator. [10]
Aangeefster heeft de beelden (drie filmbestanden) van het incident en een foto van het kenteken van het betrokken voertuig aangeleverd bij de politie. Verbalisant [naam verbalisant 3] herkende het voertuig aan de hand van de foto van het kenteken ( [kenteken 1] ) als de Opel. Op basis van fotobijlagen die bij een eerder opgemaakt proces-verbaal zijn gevoegd heeft verbalisant [naam verbalisant 3] verdachte herkend als bestuurder en medeverdachten [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 3] respectievelijk als bijrijder en inzittenden op de achterbank. [naam verbalisant 3] ziet op de beelden dat medeverdachte [naam medeverdachte 3] uitstapt en de kofferbak opent. [naam medeverdachte 1] loopt naar de kofferbak, waarna [naam medeverdachte 3] aan hem een zwarte tas overhandigt. Vervolgens pakt [naam medeverdachte 3] iets roodkleurigs uit de kofferbak en stopt dit voorwerp in de tas die [naam medeverdachte 1] openhoudt. [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 3] lopen weg bij de Opel, terwijl [naam medeverdachte 3] de tas over zijn schouder werpt. Vervolgens stapt [naam medeverdachte 2] uit de Opel met gereedschap met een rood hengsel in zijn hand en hij loopt richting [naam medeverdachte 3] . Verdachte rijdt weg, verdwijnt uit beeld en parkeert de Opel enkele seconden later in een parkeervak. Als [naam medeverdachte 2] terugloopt naar de Opel heeft hij een lang zilverkleurig voorwerp vast, mogelijk een katalysator of een stuk uitlaat. Verdachte opent het bestuurdersportier en stapt uit de Opel, terwijl [naam medeverdachte 2] het voorwerp via het achterportier achter de bestuurder in de Opel legt. Vervolgens stapt verdachte in als bijrijder en [naam medeverdachte 2] als bestuurder. Ook [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 3] stappen met de tas in de Opel, waarna de Opel wegrijdt. [11]
Diefstal [naam persoon 2] ( [adres 2] Rotterdam) en [naam persoon 3](
[adres 3] Rotterdam)
Op 3 juni 2022 heeft aangever [naam persoon 2] zijn Toyota Prius geparkeerd tegenover zijn woning aan de [adres 4] in Rotterdam. Op 6 juni 2022 ontdekte aangever dat zijn katalysator was verdwenen toen hij bij het starten van zijn auto een lawaai hoorde. [12]
Aangeefster [naam persoon 3] , woonachtig aan de [adres 5] in Rotterdam, heeft aangifte gedaan van diefstal, gepleegd in de nacht van 5 op 6 juni 2022. Op 6 juni 2022, rond het middaguur, ontdekte aangeefster dat de katalysator van haar Toyota Prius ontbrak. [13]
Op 6 juni 2022 om 4:30 uur, enkele minuten na de melding van een verdachte situatie aan de [adres 1] in Rotterdam, kregen verbalisanten een tweede melding van een verdachte situatie aan het Bentinckplein (de rechtbank begrijpt: in Rotterdam), waarbij hetzelfde voertuig werd gezien. Volgens deze tweede melding zouden drie mannen, vermoedelijk van Roemeense afkomst, met een zaag bezig zijn bij een fiets, waarna zij zijn weggereden in een oude grijze auto. Het bleek te gaan om een auto met kenteken [kenteken 1] (de rechtbank begrijpt: de Opel). [14]
De inzittenden van de Opel zijn gecontroleerd en gefotografeerd aan de Sonoystraat in Rotterdam: verdachte en zijn medeverdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] . De locatie van de controle bleek 2,5 kilometer van de [adres 2] en 1,2 kilometer van de [adres 3] verwijderd. In de zoekopdrachten van de navigatie was het adres [adres 3] ingevoerd. [15] In de telefoon van medeverdachte [naam medeverdachte 2] zijn twee screenshots aangetroffen, waarop de volgende adressen staan genoemd: [adres 6] Rotterdam (gemaakt op 6 juni om 5:42 uur) en [adres 7] Rotterdam (gemaakt op 6 juni om 16:10 uur). [16]
In de telefoon van medeverdachte [naam medeverdachte 1] zijn foto’s van katalysatoren aangetroffen. [17]
In de telefoon van medeverdachte [naam medeverdachte 3] zijn zoekopdrachten naar tweedehandsauto’s en uitlaten aangetroffen. [18]
3.3.2.
Beoordeling
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich, samen met zijn medeverdachten, heeft schuldig gemaakt aan vier diefstallen door middel van braak. Zij overweegt daartoe als volgt.
Modus operandi
De rechtbank stelt vast dat er bij de verschillende diefstallen veel overeenkomsten zijn omdat de specifieke handelswijze, zoals die uit het dossier blijkt, bij de verschillende tenlastegelegde diefstallen veelal overeen komt: de zogenoemde modus operandi.
In alle gevallen ging het om diefstal van katalysatoren. Bij de diefstallen was steeds dezelfde Opel met hetzelfde kenteken betrokken, terwijl de verdachten als inzittenden van de Opel zijn waargenomen of aangetroffen. Op de camerabeelden van Ikea Utrecht van 4 juni 2022 (diefstal [naam persoon 1] ) en op de camerabeelden van de [adres 1] van 6 juni 2022 (diefstal [naam persoon 4] ) zijn de verdachten als de inzittenden van de Opel herkend en zijn de diefstallen (gedeeltelijk) te zien. Diezelfde nacht zijn de verdachten in de Opel gecontroleerd, terwijl zij in de buurt waren van de locaties waar kort daarvoor de diefstallen van [naam persoon 2] en [naam persoon 3] hadden plaatsgevonden. Verdachten hebben bovendien wisselende en ongeloofwaardige verklaringen afgelegd over hun aanwezigheid op die locatie in de nachtelijke uren. Op 8 juni 2022 zijn de verdachten in de Opel aangehouden, terwijl tijdens de achtervolging katalysatoren via het rechterachterportier uit de Opel werden gegooid. Geen van de verdachten heeft een aannemelijke verklaring gegeven voor de aangetroffen katalysatoren en het doel van de autorit.
Tijdens de diefstallen zijn de verdachten steeds in dezelfde samenstelling op dezelfde wijze te werk gegaan. De katalysatoren zijn onder verschillende voertuigen van het merk Toyota Prius weggenomen door gebruikmaking van een (rode) krik en gereedschap. Op 8 juni 2022 zijn deze voorwerpen aangetroffen in de Opel waarin de verdachten zijn aangehouden, waarbij een deel van het gereedschap werd aangetroffen in een verborgen ruimte. Bovendien werden op 8 juni 2022 katalysatoren uit de Opel gegooid, waarvan er twee afkomstig bleken van voertuigen van hetzelfde merk als de voertuigen van de verschillende aangevers.
Wegenemingshandelingen en medeplegen
De rechtbank stelt vast dat verdachte en zijn medeverdachten ten aanzien van alle diefstallen wegnemingshandelingen hebben verricht, waarbij telkens katalysatoren onder een Toyota Prius zijn weggenomen. Uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt naar voren dat de verdachte in alle gevallen nauw en bewust heeft samengewerkt met dezelfde medeverdachten. De betrokkenheid van de verdachten bij de diefstallen van [naam persoon 1] en [naam persoon 4] kan worden afgeleid uit de modus operandi in combinatie met de camerabeelden. Voor de diefstallen van [naam persoon 2] en [naam persoon 3] kan de betrokkenheid van de verdachten worden afgeleid uit de modus operandi in combinatie met de locatie waar de verdachten zijn aangetroffen, de navigatiegegevens van de Opel en de adressen die zijn aangetroffen in de telefoon van medeverdachte [naam medeverdachte 2] .
Voor zover verdachte heeft betoogd dat hij steeds dusdanig verward was dat het oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening ontbrak, wordt dit verweer verworpen. Slechts indien verdachte in het geheel niet besefte wat hij deed en ieder inzicht in de mogelijke gevolgen van zijn handelen ontbrak, is hiervan sprake. Het is niet aannemelijk geworden dat verdachte in een dergelijke toestand heeft verkeerd.
De rollen van de verschillende verdachten waren bij het wegnemen van de katalysatoren steeds inwisselbaar, zodat ook telkens sprake was van medeplegen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
op meerdere tijdstippen in de periode van 3 juni 2022 tot en met 8 juni 2022 te Utrecht en Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen,
- een katalysator (merk/type: Toyota Prius), toebehorende aan [naam persoon 1] en
- een katalysator (merk/type: Toyota Prius), toebehorende aan [naam persoon 2] en
- een katalysator (merk/type: Toyota Prius), toebehorende aan [naam persoon 3] en
- een katalysator (merk/type: Toyota Prius), toebehorende aan [naam persoon 4] ,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders de goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten en van verdachte

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar en verdachte is daarvoor strafbaar.

6.Oplegging van straf

6.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf van 12 maanden wordt opgelegd, met aftrek van voorarrest. Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier van justitie als strafverzwarend meegewogen dat sprake is geweest van mobiel banditisme.
6.2.
Standpunt van de verdediging
Bij een bewezenverklaring heeft de raadsvrouw verzocht om oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf waarvan de duur gelijk is aan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Deze straf kan eventueel worden gecombineerd met een voorwaardelijk strafdeel. Verdachte is bereid om zich aan voorwaarden te houden. Verder heeft de raadsvrouw betoogd dat geen sprake is van mobiel banditisme.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van de bewezen beschuldigingen, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich in een korte periode, samen met anderen, schuldig gemaakt aan vier vermogensdelicten. Verdachte heeft katalysatoren van auto’s gestolen door middel van braak. Hiermee heeft hij de benadeelden schade toegebracht in de vorm van hinder en hoge (reparatie)kosten. Verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en met zijn gedrag getoond dat hij geen respect heeft voor eigendommen van anderen.
De gepleegde diefstallen vertonen duidelijk kenmerken van zogenaamd mobiel banditisme, zoals staat beschreven in de Richtlijn voor strafvordering mobiel banditisme (hierna: de Richtlijn). [19] Bij mobiel banditisme is sprake van het doelbewust in georganiseerd verband in korte tijd plegen van diefstallen van verhandelbare goederen, die redelijkerwijs niet bestemd zijn voor eigen gebruik, maar – bijvoorbeeld – zijn bedoeld voor verkoop in het buitenland. Uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting komt naar voren dat verdachte geen sociale binding heeft met Nederland, maar wil terugkeren naar zijn land van herkomst: [geboorteland] . Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte de diefstallen enkel heeft gepleegd met het oog op eigen financieel gewin. Vanwege de planmatige en professionele werkwijze is deze vorm van diefstal niet vergelijkbaar met een normale diefstal, maar wordt deze vorm van diefstal zwaarder bestraft. De Richtlijn hanteert als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden voor diefstal uit een auto wanneer sprake is van mobiel banditisme. De rechtbank heeft acht geslagen op deze Richtlijn en daarnaast gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank heeft ook acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte. Hieruit blijken geen relevante eerdere veroordelingen in Nederland.
Alles afwegende, zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf van 6 maanden opleggen, met aftrek van voorarrest.

7.Beslag

Onder verdachte zijn een geldbedrag van € 637,00, een katalysator, een tas, een krik en handgereedschap inbeslaggenomen.
Het geldbedrag wordt teruggegeven aan de rechthebbende, namelijk verdachte. De omstandigheid dat op dit geldbedrag conservatoir beslag rust, kan aan feitelijke teruggave aan verdachte in de weg staan.
De katalysator, de tas, de krik en het handgereedschap worden verbeurdverklaard, omdat de bewezenverklaarde diefstallen met behulp van deze voorwerpen zijn begaan.

8.Vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij

De benadeelde partij [naam persoon 4] vordert € 2.009,02 aan vergoeding van materiële schade en € 105,84 aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade moet worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast moet het te vergoeden bedrag hoofdelijk worden toegewezen.
De gevorderde immateriële schade moet worden afgewezen, omdat de gevorderde immateriële schade niet als zodanig kan worden aangemerkt. Ook indien de benadeelde partij materiële schade wegens gemist uurloon heeft willen vorderen, komt deze schade niet voor vergoeding in aanmerking. De vordering tot schadevergoeding is op dit onderdeel onvoldoende onderbouwd.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om de vordering van de benadeelde partij af te wijzen. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade heeft zij bepleit dat uit de stukken niet blijkt dat de benadeelde partij loon uit arbeid is misgelopen. De vordering tot vergoeding van materiële schade is volgens de raadsvrouw onvoldoende onderbouwd. Bij toewijzing van vergoeding van materiële schade heeft de raadvrouw verzocht om het toewijsbare bedrag te matigen.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
Vast staat dat aan de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht wegens de aanschaf van een nieuwe katalysator en reparatie- en montagekosten. De gevorderde schadevergoeding komt de rechtbank dan ook niet onrechtmatig of ongegrond voor. Deze schade is voldoende onderbouwd en zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan (6 juni 2022).
De vordering tot vergoeding van immateriële schade wordt afgewezen, omdat de gevorderde immateriële schade op basis van artikel 6:106, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, niet als zodanig kan worden aangemerkt. Voor zover de benadeelde partij heeft bedoeld het bedrag van € 105,84 (wegens misgelopen uurloon) als vergoeding van materiële schade te vorderen wordt dit bedrag eveneens afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat deze schade rechtstreeks verband houdt met de bewezen verklaarde diefstal.
Hoofdelijk
Verdachte wordt hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het toegewezen bedrag, nu verdachte het bewezenverklaarde samen met anderen heeft gepleegd. Verdachte en zijn medeverdachten zijn ieder afzonderlijk verplicht om het totale bedrag aan de benadeelde partij te betalen, behalve voor zover een van de anderen al heeft betaald.
Schadevergoedingsmaatregel
In het belang van de benadeelde partij wordt, als extra waarborg voor betaling, de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opgelegd, zodat de benadeelde partij de schadevergoeding niet zelf hoeft te innen en de schade ook vergoed krijgt als verdachte die niet kan betalen.
De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat de schade is ontstaan (6 juni 2022).
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 30 dagen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verbeurdverklaring van:
2. 1 STK Handgereedschap (Omschrijving: PL1300-2022117491-G6196667, pijpensnijder);
3. 1 STK Handgereedschap (Omschrijving: PL1300-2022117491-G6196662, ratelsleutel);
4. 1 STK Handgereedschap (Omschrijving: PL1300-2022117491-G6207396, rood, merk: zijkniptangen);
5. 3 STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL1300-2022117491-G6196693, Katalysator)
6. 1 STK Tas (Omschrijving: PL1300-2022117491-G6211217, zwart);
7. 1 STK Krik (Omschrijving: PL1300-2022117491-6196673)
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
1. EUR (Omschrijving: PL1300-2022117491-G6196698)
Wijst de vordering van de
benadeelde partij [naam persoon 4]toe tot een bedrag van
€ 2.009,02 (tweeduizendnegen euro en twee eurocent)aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (6 juni 2022) tot aan de dag van voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam persoon 4] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de vordering voor het
overige wordt afgewezen.
Legt verdachte de verplichting op
ten behoeve van [naam persoon 4] aan de Staat € 2.009,02 (tweeduizendnegen euro en twee eurocent)te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (6 juni 2022) tot aan de dag van voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. M.E.M. James-Pater en C.M. Delstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.P.M. Smeets, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 oktober 2022.
[bijlage]

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met nummer 2022117491 bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De inhoud van de processen-verbaal is telkens zakelijk weergegeven.
2.Proces-verbaal van bevindingen (incl. fotobijlage), p. 10-13 en proces-verbaal van bevindingen, p. 14-15.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 77.
4.Proces-verbaal van bevindingen (incl. fotobijlagen), p 69-76.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 78.
6.Proces-verbaal van aangifte, p 79-80.
7.Proces-verbaal van bevindingen (incl. stills), p. 82-100.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 101-102.
9.Proces-verbaal van bevindingen (incl. fotobijlagen), p. 103-108
10.Proces-verbaal van aangifte, p. 272-275.
11.Proces-verbaal van bevindingen (incl. stills), p. 261-270.
12.Proces-verbaal van aangifte, p. 188-189.
13.Proces-verbaal van aangifte, p. 190-192.
14.Geschrift: mutatierapport (vertrouwelijk), p 185-187.
15.Proces-verbaal van bevindingen (incl. fotobijlagen), p. 174-181.
16.Proces-verbaal van bevindingen (incl. (foto)bijlagen), p. 193-212.
17.Proces-verbaal van bevindingen (incl. bijlagen), 256-260.
18.Proces-verbaal van bevindingen (incl. bijlagen), 244-255.
19.Richtlijn voor strafvordering mobile banditisme (2019R010), geldend vanaf 1 mei 2019, online te raadplegen via: