ECLI:NL:RBAMS:2022:5870
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter bij rectificatieverzoek in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het Openbaar Ministerie. De eiser had op 26 april 2022 een rectificatieverzoek ingediend met betrekking tot een gespreksverslag dat niet correct zou zijn. Het Openbaar Ministerie had echter aangegeven dat rectificatie niet mogelijk was, wat leidde tot een bezwaarschrift van de eiser. De rechtbank ontving het beroepschrift van de eiser op 29 augustus 2022, waarin hij verzocht om een mondelinge behandeling. De rechtbank heeft echter besloten het onderzoek te sluiten zonder zitting, omdat zij van mening was dat zij onbevoegd was om van het beroep kennis te nemen. Dit oordeel was gebaseerd op de overweging dat het rectificatieverzoek betrekking had op een strafzaak, waarvoor de bestuursrechter niet bevoegd is. De rechtbank heeft uiteengezet dat de hoofdstukken van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing zijn op de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen voor bezwaar vatbaar besluit was genomen door het Openbaar Ministerie, waardoor er geen mogelijkheid was voor bezwaar of beroep. De uitspraak benadrukt de scheiding tussen bestuursrecht en strafrecht en de beperkingen van de bestuursrechter in dergelijke gevallen.