Uitspraak
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
Zitting
Beslissing
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Rechtbank Amsterdam
Op 12 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een 64-jarige alleenstaande man, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiser had een financiële tegemoetkoming meerkosten verhuizing en inrichting (FTMV) aangevraagd op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). Hij woont in een flat zonder lift en heeft rug- en andere klachten die het traplopen bemoeilijken. Het Indicatie Adviesbureau Amsterdam (IAB) heeft op 15 september 2021 een negatief advies uitgebracht, waarin werd geconcludeerd dat de beperkingen van eiser niet van dien aard zijn dat hij niet meer adequaat kan traplopen. Het college heeft dit advies overgenomen en de aanvraag van eiser afgewezen.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing en voerde aan dat het onderzoek door het IAB onvoldoende was. Hij stelde dat zijn medische klachten, waaronder een hernia-operatie in 2008, zijn verslechterd en dat hij met een stok loopt. De rechtbank oordeelde dat het college op het advies van het IAB mocht afgaan, omdat er geen recente medische stukken waren die twijfels over het advies rechtvaardigden. De brief van de reumatoloog uit 2013 was te oud en onvoldoende om de conclusies van het IAB terzijde te stellen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag door het college op goede gronden was. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.