Op 15 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 31-jarige man, die op 7 december 2018 betrokken was bij een verkeersongeval op de Stadhouderskade in Amsterdam. De verdachte werd beschuldigd van het veroorzaken van een ongeval waarbij een voetganger zwaar lichamelijk letsel opliep, namelijk twee gebroken benen. De verdachte had, na een eerdere aanrijding met een andere automobilist, met hoge snelheid achter deze automobilist aangereden en was daarbij tegen diens voertuig gebotst. Dit leidde tot een kettingreactie waarbij de auto van de medeverdachte tegen de voetganger botste.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig had gedragen door niet voldoende rekening te houden met het overige verkeer en niet tijdig te remmen. De rechtbank achtte het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 90 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden, met een proeftijd van 1 jaar. De rechtbank hield rekening met het lange tijdsverloop sinds het delict en het feit dat de verdachte sindsdien niet meer met politie of justitie in aanraking was gekomen.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren hebben gebracht. De rechtbank heeft de bewijsvoering en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte verantwoordelijk was voor het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade aan het slachtoffer.