Op 15 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 35-jarige man, die op 7 december 2018 betrokken was bij een verkeersongeval op de Stadhouderskade in Amsterdam. De verdachte reed met een snelheid van 66 kilometer per uur, terwijl de maximumsnelheid ter plaatse 50 kilometer per uur was. Tijdens een inhaalmanoeuvre botste hij tegen een andere auto en reed vervolgens door, zonder te stoppen om de schade te vergoeden. Dit leidde tot een tweede aanrijding waarbij een voetganger, die niets met de verkeersruzie te maken had, ernstig gewond raakte en twee gebroken benen opliep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich onvoorzichtig had gedragen, maar sprak hem vrij van de zwaarste aanklachten, omdat niet kon worden bewezen dat zijn gedrag de directe oorzaak was van het ongeval. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van 1000 euro en een voorwaardelijke rijontzegging van zes maanden. De rechtbank benadrukte dat de verdachte zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer had veronachtzaamd, maar dat de omstandigheden niet voldoende waren om hem schuldig te verklaren voor de zwaarste feiten.