ECLI:NL:RBAMS:2022:5782
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet-betaling griffierecht en gebrek aan informatie over inkomen en vermogen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 oktober 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De heffingsambtenaar had op 30 april 2021 de waarde van de onroerende zaak van eiseres vastgesteld op € 227.000 voor het belastingjaar 2021 en de aanslag onroerende zaakbelasting bekendgemaakt. Eiseres maakte bezwaar tegen deze aanslag, maar haar bezwaar werd op 9 september 2021 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 4 oktober 2022 is eiseres niet verschenen, ondanks dat zij een uitnodiging had ontvangen. De heffingsambtenaar was wel aanwezig, vertegenwoordigd door mr. P.E.H.A. Ingenhou. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat eiseres het griffierecht van € 49,- niet had betaald. Eiseres had om vrijstelling van het griffierecht verzocht, maar had geen informatie verstrekt over haar inkomen en vermogen, ondanks een verzoek van de rechtbank om dit te doen.
De rechtbank overwoog dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar was, aangezien eiseres geen gegevens had ingediend die haar verzoek om betalingsonmacht onderbouwden. De griffier had eiseres eerder al twee betaaltermijnen gegeven, maar eiseres had het griffierecht niet betaald en geen reden opgegeven voor het verzuim. Hierdoor kon de rechtbank niet toekomen aan de inhoudelijke beoordeling van het beroep. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H.M. van de Ven, rechter, in aanwezigheid van mr. R.M.N. van den Hazel, griffier.