Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 februari 2022, met bewijsstukken,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie,
- het tussenvonnis van 1 juni 2022 waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- het proces-verbaal van de op 6 september 2022 gehouden mondelinge behandeling met de daarin genoemde stukken, waaronder de conclusie van antwoord in reconventie.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
In conventie
een toezegging waaraan geen voorwaarden zijn verbonden waaraan nog niet is voldaan heeft verkregen van een kredietinstelling of een verzekeringsbedrijf met een vergunning in de zin van de Wet op het financieel toezicht erkende geldverstrekkende instelling voor één of meer geldleningen onder hypothecair verband van het Verkochte’. Voorts volgt uit ditzelfde artikel 7 dat het beroep op het financieringsvoorbehoud ‘sc
hriftelijk en gedocumenteerd met eenafwijzing van een hiervoor bedoeldeerkende en geldverstrekkende instelling’dient te geschieden.
.
Verder is de boete veel hoger dan de door [eiseres] geleden schade en bovendien dient de boete als aansporingsprikkel, waarbij van belang is dat [gedaagden] de woning nog steeds wil kopen.