Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
,toebehorende aan Jones Day Amsterdam, gepleegd op 27 juli 2021 te Amsterdam;
3.Waardering van het bewijs
stillsin het dossier zijn voldoende duidelijk en daarop zijn specifieke en onderscheidende uiterlijke kenmerken zichtbaar. Ten tijde van verschillende (pogingen tot) diefstallen droeg verdachte bovendien dezelfde schoenen en dezelfde kleding.
stills.Het gevolg daarvan is dat de rechtbank de kwaliteit van de camerabeelden niet kan beoordelen. De
stillszijn van een dusdanig slechte kwaliteit dat van enige concrete vaststelling van persoonskenmerken geen sprake kan zijn. De raadsman heeft in dit kader verwezen naar een arrest van 25 januari 2017 van het Gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2017:166). De herkenningen zijn te algemeen geformuleerd en bovendien is er sprake van vergelijkingen in plaats van herkenningen. Ook van dit feit moet verdachte worden vrijgesproken.
de auditu-aangifte, nu de aangifte is gedaan door de zoon van het vermeende slachtoffer. Dit maakt de aangifte onbetrouwbaar. De camerabeelden zijn bovendien van een tijdstip ná de gestelde diefstal. Die omstandigheid maakt dat verdachte niet de dader kan zijn. Daarnaast zijn de
stillsniet van een dermate goede kwaliteit dat daarop onderscheidende kenmerken waargenomen kunnen worden. Ook hier zijn de herkenningen niet bruikbaar voor het bewijs.
stillszijn van onvoldoende kwaliteit en er lijkt bij verbalisanten sprake te zijn van een tunnelvisie. De herkenningen zijn – wederom – niet bruikbaar voor het bewijs.
stillsin het dossier onvoldoende is en dat er ook hier bij de verbalisanten sprake is van een dusdanige tunnelvisie dat van enige objectiviteit geen sprake is.
stillsonduidelijk zijn en dat op grond daarvan niet tot een concrete herkenning kan worden gekomen. De herkenningen zijn bovendien te algemeen. Verdachte dient ook van dit feit te worden vrijgesproken.
stillverdachte niet aan de diefstal(len) kan linken. Er is geen link tussen verdachte en de tandartspraktijk waar de pinpas zou zijn gestolen. Daarnaast is onduidelijk of er meer personen in de tabakswinkel aanwezig waren die met de pinpas zouden kunnen hebben gepind. Verdachte dient daarom integraal van dit feit te worden vrijgesproken.
de auditu-aangifte die niet kan bijdragen aan het bewijs. Onduidelijk is onder meer in welke taal met de vermeende slachtoffers is gecommuniceerd. Verder is niet duidelijk of er andere personen in de tabakswinkel aanwezig waren die met de pinpas zouden kunnen hebben gepind, zodat ook voor dit feit vrijspraak dient te volgen.
diefstal (door middel van inklimming) van een laptop, een laptoptas, een portemonnee met inhoud en geldbedragen (door middel van een valse sleutel), toebehorende aan [naam 7]
stills(van camerabeelden) waarop verschillende verbalisanten verdachte hebben herkend. Ten aanzien van al deze
stillsis de rechtbank van oordeel dat deze – al dan niet in onderlinge samenhang bezien – van voldoende kwaliteit zijn om daarop duidelijke, specifieke persoonskenmerken te kunnen onderscheiden en om op die
stillseen betrouwbare herkenning te kunnen baseren. Daar komt bij dat een groot deel van de herkenningen is opgemaakt door verbalisanten die verdachte in levenden lijve hebben ontmoet (zoals verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ). Er zijn geen feiten of omstandigheden aanwezig die de herkenningen mogelijk zouden kunnen falsificeren of onbetrouwbaar maken.
stillsvan deze camerabeelden herkend door twee verbalisanten. Op de camerabeelden is geen wegnemingshandeling te zien. Gelet hierop, en gelet op het tijdsverloop tussen het moment dat de twee mannen het kantoor binnen kwamen (27 juli) en de constatering van de diefstal (29 juli), kan de rechtbank niet vaststellen dat verdachte – al dan niet als medepleger – de persoon is die de goederen heeft weggenomen.
stillsvan) de camerabeelden herkend door vier verbalisanten, waaronder verbalisant [verbalisant 1] .
stillsvan de camerabeelden in de zorginstelling waar [naam 1] (zaak A, feit 1) op 21 februari 2021 verbleef.
stillsis. De afstand tussen de woning van [naam 2] en de zorginstelling waar [naam 1] verbleef, bedraagt slechts 700 meter. Gelet op deze korte afstand, het geringe tijdsverloop tussen de twee strafbare feiten en de
stillskan het niet anders dan dat verdachte de persoon is die heeft geprobeerd de woning van [naam 2] in te klimmen.
stillsvan deze camerabeelden) door andere verbalisanten. Eén van deze verbalisanten, verbalisant [verbalisant 2] , kent verdachte van zijn werkzaamheden als politieagent op straat.
stillvan de camerabeelden van Tabaktief ‘Het Rokertje’ op 30 september 2020 (vanaf 15.45 uur). Verdachte is op deze
stillherkend door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 1] , die verdachte op 8 oktober 2020 hebben gezien.
stillvan ‘Het Rokertje’ op 21 september 2020 om 12.51 uur waarop een man te zien is die later door verbalisant [verbalisant 1] is herkend als zijnde verdachte.
de auditu-aangifte en onduidelijk is in welke taal de vermeende slachtoffers ( [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [naam 12] ) met aangeefster [naam 13] hebben gecommuniceerd. De rechtbank schuift dit verweer terzijde, nu de raadsman niet heeft onderbouwd op welke punten hij de aangifte onbetrouwbaar acht en de rechtbank ook overigens geen aanleiding ziet om aan de betrouwbaarheid van de aangifte te twijfelen. Overigens is, conform artikel 161 van het Wetboek van Strafvordering, een ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit bevoegd daarvan aangifte te doen.
stillsvan de camerabeelden dezelfde trui draagt als op de
stillsvan Tabaktiek ‘Het Rokertje’ (zaak B, feiten 2 en 3).
4.Bewezenverklaring
1.
in de periode van 5 oktober 2020 tot en met 9 april 2021 op meerdere tijdstippen te Amsterdam:
een kassalade en een fietskrat, toebehorende aan Parnassus Fietsen ( [nummer] ) en
vijf laptops, toebehorende aan CFF Communications ( [nummer] ) en
meerdere sieraden, toebehorende aan [naam 1] ( [nummer] )
heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of inklimming;
2.
op tijdstippen in de periode van 21 februari 2021 tot en met 30 juli 2021 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een of meerdere goederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan [naam 2] toebehoorde(n) ( [nummer] ), en
een of meerdere goederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan Spaces Amstel, toebehoorde(n) ( [nummer] ), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
naar de woning van voornoemde [naam 2] is gegaan en een ladder tegen het raamkozijn van voornoemde woning heeft gezet en een arm over het kozijn van het keukenraam naar binnen heeft gestoken, en
naar voornoemd bedrijfspand van Spaces Amstel is gegaan en met een schroevendraaier meerdere deuren heeft geforceerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1.
op 8 oktober 2020 te Amsterdam twee iPhones, toebehorende aan [naam 3] en/of [naam 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [naam 3] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
aan die [naam 3] een schroevendraaier te tonen
en (vervolgens) tegen die [naam 3] te zeggen “hier ga je spijt van krijgen” en “ik ga je neersteken, ik ga je neersteken”
en door zich uit de greep van die [naam 3] los te rukken;
2.
op 30 september 2020 te Amsterdam, een geldbedrag van 80,09 euro, dat aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [naam 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag van 80,09 euro onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een gestolen pinpas, tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
3.
op 21 september 2020 te Amsterdam, een geldbedrag van 186,65 euro, dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 12] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag van 186,65 euro onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een gestolen pinpas, tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen laptop en laptoptas en portemonnee met inhoud onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming, en
terwijl verdachte dat weg te nemen voornoemde geldbedrag van 33,07 euro en voornoemd geldbedrag van 25,46 euro onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten voornoemde gestolen pinpassen, tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was.
5.Het bewijs
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Benadeelde partijen
10.Afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd;
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of inklimming, meermalen gepleegd;
diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
diefstal;
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden.
12 (twaalf) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
3 (drie) jarenvast.
1. Meldplicht bij reclassering
2. Opname in een zorginstelling
3. Ambulante behandeling
4. Meewerken aan schuldhulpverlening
5. Meewerken aan middelencontrole
6. Daginvulling
niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding.
niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding.
toetot een bedrag van
niet-ontvankelijkin zijn vordering is.