In deze zaak vorderde Iostudio Architecten BV, eiseres, de terugbetaling van een borg van € 1.750,- door de gedaagde verhuurder, na afloop van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte in de Jordaan. De huurovereenkomst liep van 1 januari 2021 tot 31 maart 2021. De verhuurder had een deel van de borg ingehouden, met de claim dat het gehuurde niet goed was opgeleverd en dat er kosten waren gemaakt voor een wifi-installatie. De gedaagde had slechts € 201,80 van de borg terugbetaald. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 juni 2021 werd de gedaagde toegelaten tot bewijslevering, waarna zij aanvullende stukken overlegde. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder niet voldoende bewijs had geleverd voor de ingehouden borg en dat de schade aan het gehuurde niet aan de huurder kon worden toegerekend. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde € 314,37 aan borg moest terugbetalen, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 11 februari 2022.