Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vorderde de man in kort geding de bepaling van de peildatum voor de waardering van de beperkte gemeenschap van partijen, die een nog niet afgebouwde nieuwbouwwoning betreft. De man en de vrouw hadden een affectieve relatie en waren gezamenlijk eigenaar van een appartement dat nog in aanbouw was. De vrouw had de relatie beëindigd en er ontstond een geschil over de waardering van het appartement en de uitkoop van de vrouw door de man. De man stelde voor de peildatum op april 2022 te leggen, terwijl de vrouw meende dat een waardebepaling pas na de afbouw van het appartement realistisch kon zijn. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van de vrouw om te wachten op de afbouw zwaarder woog dan het belang van de man om snel zekerheid te krijgen over zijn financiële situatie. De vorderingen van de man werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.