Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 oktober 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres,
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
7 september 2021 gemeld dat eiseres bijna het maximaal aantal maanden prestatiebeurs heeft verbruikt, zij nog maximaal 24 maanden reisvoorziening heeft en maximaal 36 maanden kan lenen.
1 juli 2021. Het feit dat eiseres het bericht pas later heeft gelezen maakt volgens verweerder niet dat eiseres verschoonbaar de termijn heeft overschreden.
1 oktober 2021 geen recht meer heeft op prestatiebeurs. Dit is het eerste besluit waarin verweerder heeft vastgesteld dat ten aanzien van de premaster Pedagogische wetenschappen met ingang van 1 oktober 2021 eiseres geen aanspraak maakt op een prestatiebeurs, en is daarom het primaire besluit. Eiseres had daarom vanaf 1 juli 2021 zes weken de tijd om hiertegen bezwaar te maken, dus tot en met 12 augustus 2021. Uiteindelijk heeft zij bezwaar gemaakt op 7 september 2021, dit was nadat de bezwaartermijn al was verstreken.
“Vanaf 1 oktober 2021 heeft u alleen nog recht op een studentenreisproduct, een collegekredietlening en een lening.”Hieruit blijkt duidelijk dat verweerder aangeeft dat eiseres geen recht heeft op een prestatiebeurs per 1 oktober 2021, zodat het ook op de weg van eiseres lag om, als zij het daarmee niet eens is, tegen dat besluit bezwaar te maken.
mr.R.G.J. van der Holst, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
3 oktober 2022.