ECLI:NL:RBAMS:2022:5621
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C.J. Hamming
- M. Snijders Blok-Nijensteen
- A.R. Vlierhuis
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging doodslag en medeplegen van oplichting in vereniging
Op 29 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een 21-jarige man, die werd beschuldigd van poging doodslag en medeplegen van oplichting. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De zaak kwam ter terechtzitting op 15 september 2022, waar de officier van justitie en de raadsman van de verdachte hun standpunten naar voren brachten. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk inrijden op een politieagent, [naam agent], en van het medeplegen van oplichting van [slachtoffer 1].
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de bestuurder was van de auto die in contact kwam met [naam agent], maar er was onvoldoende bewijs dat de verdachte opzettelijk op [naam agent] was ingereden. De verklaringen van de verdachte en [naam agent] verschilden aanzienlijk, en de rechtbank vond de verklaring van een onafhankelijke getuige, [getuige 1], niet in overeenstemming met die van [naam agent]. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig bewijs was voor de opzet van de verdachte.
Wat betreft de oplichting, oordeelde de rechtbank dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de oplichtingspraktijken van zijn vriend [naam 1]. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet voldoende betrokkenheid had bij de oplichting om als medepleger te worden aangemerkt. De vordering van de benadeelde partij, [naam agent], werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte van het feit waar de vordering op was gebaseerd, werd vrijgesproken. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.