ECLI:NL:RBAMS:2022:5614

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 augustus 2022
Publicatiedatum
28 september 2022
Zaaknummer
13-309497-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Behandeling van onderzoekswensen en verzoeken in een strafzaak met betrekking tot Sky ECC

Op 5 augustus 2022 vond een openbare terechtzitting plaats bij de Rechtbank Amsterdam, waar de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken de zaak behandelde van een verdachte die niet aanwezig was. De verdachte werd vertegenwoordigd door mr. Y. Moszkovicz, terwijl het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S.A. van de Vliet. Tijdens de zitting werden verschillende onderzoekswensen van de raadsman besproken, waaronder verzoeken om inzage in SkyECC-berichten en om het OM niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank besloot het onderzoek te hervatten in de stand waarin het zich bevond na een eerdere schorsing. De raadsman stelde dat het OM zijn plicht had veronachtzaamd en vroeg om een inhoudelijke reactie van het OM op zijn argumenten. De officier van justitie gaf aan dat er een grote hoeveelheid data was verzameld en dat er geen sprake was van onrechtmatigheid. De rechtbank besloot om de verzoeken van de raadsman te bespreken en te beslissen over de toewijzing van deze verzoeken. Uiteindelijk werden de verzoeken om getuigen te horen en om een reclasseringsrapport op te stellen afgewezen, omdat de verdachte voortvluchtig was en de verzoeken onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank stelde de zaak uit tot 14 oktober 2022 voor een inhoudelijke behandeling.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13.309497.21
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van bovengenoemde rechtbank, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken op 5 augustus 2022.
Tegenwoordig zijn:
mr. E.G.C. Groenendaal, voorzitter,
mr. M. Smit en mr. N.C. Schipper, rechters en
mr. J.W.M. Steenbakkers, griffier
Het Openbaar Ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. S.A. van de Vliet, officier van justitie.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, genaamd:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
ingeschreven op het adres [adres]
is niet verschenen.
Ter terechtzitting is aanwezig mr. Y. Moszkovicz, advocaat te Utrecht, die verklaart raadsman van verdachte te zijn.
Voor zover op deze zitting verklaringen zijn afgelegd zijn deze steeds zakelijk weergegeven.
De voorzitter constateert dat de raadsman op de vorige zitting heeft aangegeven dat de verdachte hem heeft gemachtigd om hem ter zitting te verdedigen en dat de behandeling zal worden voortgezet op tegenspraak.
Met instemming van de officier van justitie en de raadsman van verdachte hervat de rechtbank het onderzoek in de stand waarin het zich bevond op het tijdstip van de schorsing ter terechtzitting van 12 mei 2022.
De voorzitter benoemt de stand van zaken die volgens de rechtbank als volgt is. De raadsman heeft op de vorige zitting onderzoekswensen kenbaar gemaakt en zijn pleitnotities zijn gevoegd bij het proces-verbaal van die zitting. Het openbaar ministerie (hierna: OM) heeft, zoals op die zitting afgesproken, een schriftelijke reactie ingestuurd en heeft later een brief van het OM van 2 juni 2022 inzake Argus nagezonden. De raadsman heeft inzage gekregen in de SkyECC-berichten van de accounts die aan verdachte worden toegeschreven.
De voorzitter deelt mee dat de rechtbank zal opsommen welke onderzoekwensen van de raadsman zij heeft geïnventariseerd, wat de reactie van het OM daarop is en wat de twistpunten nog zijn. Zij geeft de raadsman de gelegenheid om nog te reageren op de standpunten van het OM.
(…)
De officier van justitie voert het woord:
De raadsman was op de hoogte van de deadline. Is hij nog van plan om te reageren?
De raadsman voert het woord:
Los van of ik van de deadline wist: ik wil reageren. Ik heb bovendien nog een specifiek verzoek dat ik vandaag wil voorleggen.
(…)
In reactie op de opmerking van de officier van justitie geeft de voorzitter aan dat alle procespartijen vandaag sowieso het woord mogen voeren.
De voorzitter geeft aan dat zij de twistpunten zal doornemen. Het OM heeft zich op sommige punten van de verzoeken niet verzet. Als die verzoeken nog openstaan, zal de rechtbank deze toewijzen.
De voorzitter benoemt de verzoeken die op de vorige zitting door de raadsman naar voren zijn gebracht en de reactie daarop van het OM:
- Het verzoek om het OM niet-ontvankelijk te verklaren. De voorzitter vraagt de raadsman of dat als preliminair verweer bedoeld was, aangezien er toen daarvoor al van alles ter zitting besproken was. Daarnaast vraagt zij of de raadsman het als een aankondiging bedoeld heeft of als een verzoek waar hij op dit moment een beslissing op wenst te ontvangen.
- Ten aanzien van de verzoeken om stukken van de onderzoeken Werl en Argus te verstrekken merkt de voorzitter op dat er een deel van de stukken met bijlagen verstrekt is. Het OM stelt dat dat voldoende is om de rechtmatigheid te kunnen controleren. De rechtbank wil van de raadsman horen of hij dat voldoende vindt en indien dat niet het geval is, dat hij aangeeft wat daar nog voor nodig is.
- Het OM verzet zich tegen het horen van getuigen met betrekking tot Sky ECC.
- Het OM verzet zich niet tegen het horen als getuige van [naam 1] en [naam 2] en de rechtbank vindt het niet nodig daar nog verder over te spreken. Het OM verzet zich wel tegen het horen als getuige van [naam 3] en de rechtbank wil graag van de raadsman een nadere toelichting bij dat verzoek horen.
- Ten aanzien van de gesprekken van Sky ECC-accounts bestaat geen overeenstemming tussen de raadsman en het OM over het verstrekken van ook de gesprekken waarin de accounts genoemd worden die aan verdachte worden toegeschreven. Het verstrekken van de gesprekken van accounts die aan verdachte worden toegeschreven betreft geen twistpunt.
De voorzitter vraagt de raadsman of hij inderdaad inmiddels toegang heeft verkregen tot de gesprekken van de accounts die aan verdachte worden toegeschreven.
De raadsman voert het woord:
Ik heb inderdaad een grote hoeveelheid data ontvangen.
De voorzitter noemt nog de verdere openstaande punten:
- De raadsman heeft gevraagd om technische gegevens die verband houden met de telefoon en vliegreizen. Het OM heeft aangegeven dat er een proces-verbaal daarover in het dossier zit en dat de raadsman daar zijn standpunt over kan geven. De rechtbank wil van de raadsman horen wat hij daaromtrent opgehelderd wenst te zien.
- Ten aanzien van het verzoek om een reclasseringsrapport op te laten stellen merkt de voorzitter op dat, voor zover de rechtbank bekend is, verdachte op dit moment voortvluchtig is. De voorzitter verzoekt de raadsman aan te geven of de raadsman nu aan dit verzoek wenst vast te houden of dat hij dit wil herhalen op een eventueel moment dat verdachte zou zijn aangehouden.
De voorzitter vraagt de officier van justitie of het klopt dat de zaak op 14 oktober 2022 weer op zitting gepland staat.
De officier van justitie voert het woord:
Dat klopt en het is de bedoeling dat de zaak dan inhoudelijk behandeld gaat worden. Er is een dag voor uitgetrokken.
(…)
De raadsman voert het woord:
De rechtbank heeft de plicht om het handelen van het OM te onderzoeken. Ik vind dat het OM haar magistratelijke plicht heeft veronachtzaamd door wat hier op grote schaal is gebeurd. Mijn verzoek is dat u het OM gelast om inhoudelijk te reageren op mijn argumenten, namelijk waarom het OM stelt dat Nederland niet betrokken is bij de inbeslagname van de server en het schrijven van de interceptietool, dat het uitlegt wat wel de betrokkenheid van Nederland is, het schrijven en de inbeslagname en hoe deze is uitgelezen. Ik wil dat het OM aan de hand van die feiten uitlegt waarom zij niet niet-ontvankelijk is. Ik vraag u daar op te beslissen.
(…)
De raadsman voert het woord:
(…) Het OM geeft geen antwoord op de primaire vragen. Hetgeen ik heb geformuleerd is naar mijn mening wat iedereen moet weten om zich een mening te kunnen vormen over wat het OM heeft gedaan. U kunt het zo zien dat ik het aanvul. Als daar een reactie op komt, kunt u beslissen. Als er geen reactie komt, kunt u dat nu meteen. Ik denk dat het ook in het belang van het OM is om uit te leggen hoe het zit. De vragen die ik had zijn de volgende:
- wie heeft de tool geschreven?
- op wiens verzoek?
- hoe is de tool in het bezit van Frankrijk gekomen en wat is de betrokkenheid van Nederland geweest?
-waarom was Nederland de partij die de server in Roubaix in beslag heeft genomen? Dat is in de 552a-procedure gezegd.
- op wiens verzoek?
- was het op verzoek of op eigen initiatief of onderdeel van een internationale afspraak?
- waarom is de server naar Nederland verplaatst?
- waarom is deze daar door Nederlandse technici onderzocht?
- waarom is al deze informatie afgeschermd met het argument dat het slechts een Frans onderzoek was en Nederland er geen betrokkenheid bij heeft?
(…)
(…)
De voorzitter zegt dat nu het verzoek voorligt om het OM te gelasten om meer informatie te verstrekken over de technische aspecten.
De officier van justitie voert het woord:
Er is ook van alles aangevoerd dat het standpunt, dat het OM niet-ontvankelijk zou zijn, zou onderbouwen. Daar ben ik de draad in kwijt maar ik wil er wel iets over zeggen. Het punt over de tool is ingewikkelder omdat dat vanuit een ander onderzoek is en ik niet van alles op de hoogte ben, behalve wat in de stukken staat die we allemaal hebben. Er wordt gezegd dat er sprake is van compartimentaliseren van onderzoek en de suggestie wordt gewekt dat dat is om de verdediging controlemechanismen te onthouden. Dat spreek ik tegen. U heeft kunnen zien dat er een gigantische hoeveelheid data is binnengehaald. Daaruit is gebleken dat een flink aantal groeperingen naar voren is gekomen die actief zijn op deelgebieden in het strafrecht. Dan is het logisch dat een systeem wordt ontworpen of geprobeerd vorm te geven door een toetsing bij de rechter-commissaris te vragen op momenten dat dat relevant zou zijn, bij inzet van middelen. In de stukken die daarop zien zijn wel dingen weggestreept. Voor de inzet van de interceptietool is toestemming gevraagd. Ook daaruit zijn delen weggelaten. Je wil niet alles laten zien wat in een onderzoek wordt gebruikt. Als we dat allemaal langslopen, zult u met mij vaststellen dat er naar eer en geweten is geprobeerd zoveel mogelijk inzicht te geven, en alleen dingen af te schermen die niet relevant zijn voor zaken die op zitting staan. Wij hoeven niet alles te weten en dat moeten we ook niet willen. Dat is in globale lijn wat geprobeerd is, en daar sta ik als officier van justitie in deze zaak ook achter. Als we kijken wat er in deze zaak gedaan is, is dat het volgende. Er wordt gezocht op zoektermen met betrekking tot witwassen, dat was hier “token” en “stash”. Daaruit zijn twee Sky-id’s naar voren gekomen. Deze zijn pas later aan verdachte toegeschreven en daaruit is het onderzoek voortgekomen. Dat staat in de stukken. U kunt concluderen dat er geen sprake is van onrechtmatigheid. De meeste vragen van de raadsman zijn al beantwoord in de stukken. Ik denk dat dat ook geldt voor de vragen over de tool, maar dat ga ik nakijken.
Ik hoor een stelling van de verdediging, die ik niet in de stukken zie, namelijk dat Nederlandse rechercheurs in Roubaix de server in beslag hebben genomen. Dat is volgens mij niet onderbouwd. U vraagt of ik zeg dat dat niet is gebeurd of dat het niet is onderbouwd. Het is niet mijn onderzoek dus ik moet het nakijken, maar het lijkt me sterk dat het zo is gebeurd. Ik zou dat bij collega’s moeten navragen. Maar de vragen over door wie de tool zou zijn ontworpen en dergelijke zijn details. Ik zie geen onderbouwing voor waarom dat relevant zou zijn voor deze zaak.
(…)
Na de onderbreking van het onderzoek hervat de rechtbank het onderzoek in de stand waarin het zich voor de onderbreking bevond.
De voorzitter deelt als beslissingen van de rechtbank mee dat de rechtbank vandaag gaat beslissen op de verzoeken die de raadsman op de vorige zitting heeft gedaan. De rechtbank wijst verder het verzoek van de raadsman om een nadere regiezitting te plannen af, nu zij daar geen reden toe ziet. De verzoeken van de raadsman worden vandaag besproken en hij heeft ook de mogelijkheid gekregen nieuwe verzoeken te doen.
De rechtbank bespreekt een voor een de eerder door de raadsman ingediende onderzoekswensen:

Het verzoek tot het horen van getuigen ten aanzien van Sky ECC

De voorzitter geeft aan dat de officier van justitie zich daartegen heeft verzet en vraagt de raadsman of hij daarop nog wil reageren.
De raadsman voert het woord:
Dat is een subsidiair onderdeel van het verzoek, omdat ik primair van mening ben dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard. U kunt het verzoek tot niet-ontvankelijkheid ontijdig verklaren. Als onderzoek dat u dan in de tussentijd kunt verrichten verzoek ik dan de onderzoekswensen zoals geformuleerd toe te wijzen. De reactie van het OM is onvoldoende concreet. In de met ECLI-nummer genoemde uitspraak van de Hoge Raad staat dat uit een proces-verbaal volgt dat op 9 maart 2021 in het hoofdkantoor van A in Frankrijk een huiszoeking is verricht waarbij servers in beslag zijn genomen. De opsporingsambtenaren zijn bijgestaan door de Nederlandse politie. De servers zijn overgebracht naar Driebergen. Daar zijn de servers bewaard in afwachting van een gekwalificeerd persoon om over te gaan tot kopiëren. Op 12 maart heeft de rechtbank in Parijs Nederland verzocht om over te gaan tot het maken van kopieën van die servers. Dat is de feitelijke onderbouwing van het verzoek, samen met de beslissing van de Franse rechter dat Nederlanders de tool hebben geschreven. Dat is voldoende om de wensen vanaf pagina 29 toe te wijzen, zodat u na het krijgen van die informatie een beslissing op het ontvankelijkheidsverweer kunt nemen.

Horen overige getuigen

(…)

Horen Sky-gebruikers als getuige

De voorzitter vraagt de officier van justitie of de gebruikers van de genoemde Sky-accounts zijn geïdentificeerd.
De officier van justitie voert het woord:
Tot en met de vorige zitting was dat niet het geval. Hoe het nu is weet ik niet, dat moet ik nagaan.
De raadsman voert het woord:
De officier van justitie zegt in de reactie dat het moet worden afgewezen omdat cliënt zegt dat hij niet betrokken is maar het OM zegt dat hij de gebruiker is. Omdat het OM dat zegt, zitten we hier.
De officier van justitie voert het woord:
Het gaat om niet-geïdentificeerde gebruikers.
De raadsman voert het woord:
Het OM zegt dat cliënt de gesprekspartner is. Om dat te kunnen weerleggen moeten wij hen toch kunnen vragen of het Ziani is?
De voorzitter merkt op dat het praktisch wel ingewikkeld is niet-geïdentificeerde gebruikers te horen, en de vraag is wat de rechter-commissaris moet doen in het geval het verzoek zou worden toegewezen.
De raadsman voert het woord:
Die taak ligt bij het OM. Het OM stelt dat op basis van onderzoek van reisbewegingen en dergelijke dat client de gebruiker is van het nummer. Dat kan ook voor die nummers. Subsidiair kan daarbij dat u het OM oplegt om een proces-verbaal te laten opmaken over het onderzoek naar deze gebruikers. Als uit dat onderzoek iets over de identiteit is gekomen, kunnen ze worden opgeroepen en gevraagd worden of zij de gebruikers zijn en of ze met cliënt hebben gecommuniceerd.
De oudste rechter vraagt of de raadsman zijn verzoek nu aanpast.
De raadsman voert het woord:
Het OM zegt dat ze het niet weet. Primair blijft het verzoek dat ik ze wil horen. Als de politie zegt dat het niet lukt dan wil ik dit subsidiaire.

Onderbouwing technische gegevens telefoon en vliegreizen

De voorzitter zegt dat het de rechtbank, net als de officier van justitie, niet duidelijk is welke verdere informatie de raadsman vraagt. Het lijkt er vooral op dat de raadsman het niet eens is met conclusies van de recherche.
De raadsman voert het woord:
Het is niet zozeer dat ik het er niet mee eens ben, maar er is een standpunt ingenomen. Het OM stelt dat de telefoon met de technische gegevens naar Schiphol is gegaan. Er is gekeken of er die dag een vlucht is geweest met een persoon erop. Maar is er dan ook informatie dat die telefoon in Zwitserland actief is geweest? Dan kun je zeggen dat de telefoon is meegereisd en dat hij de gebruiker is geweest. Maar als die informatie er niet is, kun je niet zeggen dat hij de gebruiker was. Er gaan duizenden mensen naar Schiphol. Het OM zegt dat het op basis van die gegevens is vast te stellen. Ik wil weten of er gegevens zijn uit Zwitserland.
De voorzitter vraagt de raadsman of zijn vraag is of er meer processen-verbaal over verdachte zijn op dit punt.
De raadsman voert het woord:
Als die er zijn, wil ik ze ontvangen. Een scenario is, stel dat de telefoon met hem naar Schiphol reist, dat hij misschien bij iemand in de auto zat die de telefoon gebruikt. Dan moet er ook informatie uit Zwitserland gegeven worden. Als dat niet zo is, dan kunnen daar conclusies aan verbonden worden.

Verzoek reclasseringsrapport

De voorzitter herhaalt de optie voor de raadsman dat hij dit verzoek herhaalt als verdachte terecht is.
De raadsman voert het woord:
Ik handhaaf dat verzoek. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis niet verlengd en het OM heeft toen hoger beroep ingediend. In hoger beroep is in zeer algemene formuleringen gesproken. De opvatting van de rechtbank stond haaks op die van het OM en ik denk dat het geïndiceerd is om het belang van de voorlopige hechtenis en de modaliteit daarvan door de reclassering te laten onderzoeken.
De voorzitter wijst er uit praktisch oogpunt op dat de reclassering nu niet veel kan onderzoeken. De oudste rechter vraagt of de raadsman kan aangeven wat hij specifiek over verdachte beschreven zou willen zien in het rapport.
De raadsman voert het woord:
De verblijfslocatie kan bij schorsing als voorwaarde worden opgenomen. Of andere schorsingsvoorwaarden. Ik denk niet dat de reclassering per se met cliënt zelf hoeft te spreken. Ze kunnen de woning bekijken en met referenten spreken. Ik kan die aandragen.
De jongste rechter vraagt hoe de reclassering dan de risico’s kan inschatten.
De raadsman voert het woord:
Dat heeft de raadkamer al gedaan. Ik wil dat de reclassering in kaart brengt of hij veilig thuis kan verblijven, dus dat bijvoorbeeld gekeken wordt of zijn omgeving een risicofactor voor recidive zou zijn. Als ik dan contact met client krijg, kan ik zeggen dat hij geschorst kan worden als hij op die plek zou verblijven. Ik snap dat het een ongebruikelijk verzoek is maar de hele gang van zaken is ongebruikelijk.
De officier van justitie voert het woord:
Ik heb de uitspraak (van de Hoge Raad) die de raadsman noemde bekeken. De raadsman heeft daar iets uit voorgedragen. Het ligt wel iets anders dan dat de raadsman zei. Er is bijstand geweest bij de inbeslagname door Frankrijk. De Nederlandse politie heeft assistentie verleend. In de uitspraak staat dat de server naar Nederland is vervoerd en dat daar na Franse toestemming en onder Franse verantwoordelijkheid onderzoek gedaan zou zijn. Ik heb die processen-verbaal van bevindingen niet. Als de rechtbank die wil ontvangen, moet ik die opvragen. Dit is niets nieuws voor het OM voor de meeste of alle zaken: er was bijstand aan de ontwikkeling van de tool en erna is de tool onder Franse autoriteit ingezet. De opmerking dat daarover gelogen zou zijn kan ik niet volgen. Dat er onvolledig over is bericht is iets anders. Hier zijn al uitspraken over: ook al zou er bijstand zijn verricht door Nederland, dan heeft dat geen consequenties voor de vraag onder wiens verantwoordelijkheid dat heeft plaatsgevonden en het vertrouwensbeginsel. Ik verwijs naar de uitspraken van de rechtbanken Limburg (ECLI:RBLIM:2022:558) en Amsterdam (RBAMS:2022:2384) die in het schriftelijk stuk staan.
(…)
Ik zal nagaan of er sinds de vorige zitting identificatie van de vier onbekende Sky-gebruikers heeft plaatsgevonden en wat er aan onderzoek is verricht. Ik zal dit laten weten.
Ten aanzien van de reisgegevens meen ik dat het gaat om standpunten. Wat het OM voor de identificatie heeft gebruikt zit in het dossier. Ik zal het voor de zekerheid nalopen maar als u niets meer hoort hierover, is dit alles.
Ik denk niet dat het serieus is om de reclassering te vragen een rapport op te stellen zonder dat iemand er is. De reclassering moet kunnen spreken met een verdachte.
De rechters wensen verder geen vragen meer te stellen.
De voorzitter geeft aan dat de rechtbank beslissingen zal gaan nemen. De verzoeken om de getuigen te horen waar geen discussie over bestaat zal de rechtbank sowieso toewijzen en zij zal de zaak daarvoor doorverwijzen naar de rechter-commissaris. De voorzitter geeft aan dat dit niet betekent dat de zaak hierdoor op 14 oktober 2022 niet inhoudelijk kan worden behandeld. De voorzitter geeft aan dat de rechtbank vanmiddag mogelijk enige tijd nodig heeft om over de verzoeken na te denken. Zij geeft aan dat de beslissingen eventueel kort via de e-mail aan de raadsman kunnen worden meegedeeld en dat hij daarna de langere versie zal ontvangen.
(…)
Na een onderbreking van het onderzoek voor overleg in raadkamer hervat de rechtbank het onderzoek. (…)
De voorzitter deelt als beslissingen van de rechtbank mee:
Ten aanzien van het vandaag door de raadsman geformuleerde verzoek om het OM opdracht te geven de op p. 11 van dit proces-verbaal weergegeven vragen te beantwoorden over onder andere de technische tool:
De rechtbank wijst deze verzoeken af. Mede vanwege de toezegging van de officier van justitie om nadere informatie hierover op te vragen wil de rechtbank wel van de officier van justitie weten of het klopt dat de servers van SKY ECC naar Driebergen zijn gebracht, waarom dat zo is gegaan en wat de rol van Nederlandse opsporingsambtenaren is geweest bij het kopiëren van de server. Indien het OM deze vragen niet kan beantwoorden vanwege zwaarwegende strafvorderlijke belangen, verzoekt de rechtbank het OM om dat uit te leggen.
De rechtbank verklaart het verzoek om het OM niet-ontvankelijk te verklaren ontijdig.
Ten aanzien van het verzoek om stukken te verstrekken uit c.q. inzage te geven in onderzoeken Werl en Argus:
Het OM heeft een groot aantal stukken uit beide onderzoeken overgelegd bij de brief van 2 juni 2022, met daarbij de toelichting dat deze stukken voldoende zouden moeten zijn om de rechtmatigheid van het onderzoek te kunnen toetsen. De advocaat heeft niet aangegeven dat dit niet zo is, of welke stukken hij verder nog nodig heeft, dus de rechtbank gaat ervan uit dat het OM met verstrekking van de brief met bijlagen van 2 juni 2022 aan het verzoek van de raadsman heeft voldaan;
Ten aanzien van het verzoek om een aantal concreet door de raadsman genoemde stukken te verstrekken, zoals stukken uit Parijs en de JIT overeenkomst:
Het OM heeft een groot aantal stukken overgelegd bij de brief van 2 juni 2022, met daarbij de toelichting dat deze stukken voldoende zouden moeten zijn om de rechtmatigheid van het onderzoek te kunnen toetsen. De advocaat heeft niet aangegeven dat dit niet zo is, of welke stukken hij verder nog nodig heeft, dus de rechtbank gaat ervan uit dat het OM met verstrekking van de brief met bijlagen van 2 juni 2022 aan het verzoek van de raadsman heeft voldaan;

Ten aanzien van het verzoek getuigen te horen met betrekking tot Sky ECC:

De rechtbank wijst die verzoeken af bij een gebrek aan belang voor de verdediging, mede in het licht van de nadere stukken die inmiddels zijn overgelegd en waarvan vooralsnog niet is gesteld of gebleken dat die onvoldoende zouden zijn om de rechtmatigheid van het onderzoek te kunnen beoordelen;

Het verzoek overige getuigen te horen:

(…)

Het verzoek bepaalde Sky ECC-gebruikers als getuige te horen:

De rechtbank wijst de verzoeken af. De verdediging heeft vooralsnog onvoldoende onderbouwd wat het belang is om deze gebruikers te horen. De rechtbank stelt vast dat de officier van justitie heeft toegezegd dat hij zal nagaan of de door de raadsman genoemde gebruikers geïdentificeerd zijn. In het geval één of meer van de gebruikers geïdentificeerd blijkt te zijn, kan de raadsman opnieuw, met een nadere onderbouwing, een verzoek indienen;
Het verzoek tot verstrekking van nadere technische gegevens van de telefoon en van vliegreizen (ter zitting aangevuld met de vraag of is vastgesteld of verdachte in Zwitserland is geweest):
De rechtbank wijst de verzoeken af. Deze zijn onvoldoende onderbouwd.

Het verzoek tot het laten opstellen van een reclasseringsrapport:

De rechtbank wijst dit verzoek af. Het opstellen van een reclasseringsrapport is niet werkbaar met een voortvluchtige verdachte. Als verdachte op enig moment wordt aangehouden kan de raadsman een nieuw verzoek doen.
De stukken worden in handen gesteld van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, om te horen als getuige:
(…)
Vervolgens deelt de voorzitter als beslissing van de rechtbank mee dat het onderzoek wordt geschorst tot de terechtzitting van
14 oktober 2022 om 9.00 uur.De voorzitter geeft aan dat dat vooralsnog een
inhoudelijke behandelingzal zijn.
De voorzitter beveelt de oproeping van verdachte tegen voornoemde datum en tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.