ECLI:NL:RBAMS:2022:5610

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 september 2022
Publicatiedatum
28 september 2022
Zaaknummer
9856971 CV EXPL 22-6030
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming na vondst van illegaal vuurwerk in kelderbox

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Eigen Haard en de huurders [gedaagde 1] c.s. De zaak betreft de vraag of de huurovereenkomst ontbonden kan worden en of de huurders verplicht zijn het gehuurde te ontruimen, nadat in de kelderbox van de huurders illegaal vuurwerk en andere gevaarlijke voorwerpen zijn aangetroffen. De huurders huren sinds 5 juni 2008 de woning en hebben drie kinderen, waarvan de jongste minderjarig is. Na een politie-inval op 26 januari 2022, waarbij de kelderbox werd onderzocht, heeft Eigen Haard de huurders verzocht de huurovereenkomst op te zeggen, wat zij hebben geweigerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurders onvoldoende toezicht hebben gehouden op de kelderbox, maar dat er geen bewijs is dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor de aangetroffen goederen. De kantonrechter oordeelt dat de gevaarzetting niet voldoende is om de huurovereenkomst te ontbinden, vooral gezien het feit dat de huurders al lange tijd in de woning wonen zonder eerdere problemen. De vordering tot ontbinding en ontruiming wordt afgewezen, maar de huurders worden aangespoord om beter toezicht te houden op de kelderbox. Eigen Haard wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9856971 CV EXPL 22-6030
vonnis van: 23 september 2022

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de stichting Woningstichting Eigen Haard

gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: Eigen Haard
gemachtigde: mr. S.M. Faber
t e g e n

1. [gedaagde 1]

2. [gedaagde 2]

beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
gezamenlijk ook te noemen: [gedaagde 1] c.s.
gemachtigde: mr. A.W. van Dalen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • de dagvaarding van 26 april 2022, met producties
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • instructievonnis waarin een comparitie is gelast.
De comparitie is op 25 augustus 2022 gehouden. Aanwezig waren namens Eigen Haard mw. [naam 1] en mw. [naam 2] , met de gemachtigde. Namens gedaagden was [gedaagde 1] in persoon aanwezig samen met diens gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten ter zitting nader toegelicht, mede aan de hand van pleitaantekeningen, en na verder debat, waarvan aantekening is gehouden, is vonnis bepaald op heden.
Voorafgaand aan de zitting zijn van beide partijen nog nadere stukken ontvangen.
Eigen Haard heeft ter zitting haar subsidiair ingestelde vordering ingetrokken.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
[gedaagde 1] c.s. huren sinds 5 juni 2008 van (aanvankelijk een rechtsvoorganger van) Eigen Haard de woning aan het adres [adres] (hierna: het gehuurde). [gedaagde 1] c.s. wonen daar met hun drie kinderen waarvan de jongste nog minderjarig is. Het gehuurde betreft een portiekflat op de derde etage. Tot het gehuurde behoort ook een kelderbox gelegen op de begane grond van het appartementencomplex.
1.2.
Op of omstreeks 26 januari 2022 heeft de politie een inval gedaan in de woning van [gedaagde 1] c.s. waarbij ook de kelderbox is onderzocht.
1.3.
Op 7 februari 2022 heeft de politie Eigen Haard ervan op de hoogte gebracht dat men voornemens is de kelderbox te sluiten vanwege daarin aangetroffen zaken.
1.4.
Op 7 februari 2022 heeft Eigen Haard een bezoek gebracht aan het gehuurde. Bij die gelegenheid heeft [gedaagde 1] verklaard dat hij de sleutel van de kelderbox in september/oktober 2021 aan een van zijn zoons heeft uitgeleend en vergeten is die terug te vragen en voorts dat hij geen kennis had van de in de kelderbox aangetroffen zaken.
1.5.
Bij brief van 9 februari 2022 van de gemeente Uithoorn is Eigen Haard ervan in kennis gesteld dat de gemeente voornemens is de kelderbox voor drie maanden te sluiten vanwege de vondst in de kelderbox van: zwarte kledingsets en regenpakken, middelen om DNA en vingerafdrukken te verwijderen, een jammer om telecommunicatie te verstoren, meerdere zogenoemde ‘pizzaschijven’ (metalen objecten gevuld met explosief materiaal), meerdere (waarschijnlijk 130) cobra’s (illegaal vuurwerk) en een kneedbare substantie (vermoedelijk Semtex).
1.6.
Bij besluit van 18 maart 2022 van de gemeente Uithoorn is de kelderbox met ingang van 24 maart 2022 gesloten voor de duur van drie maanden. [gedaagde 1] c.s. hebben hiertegen bezwaar ingediend waarop nog niet is beslist.
1.7.
Eigen Haard heeft [gedaagde 1] c.s. verzocht de huurovereenkomst op te zeggen, waarmee zij niet hebben ingestemd.
1.8.
Bij brieven/kennisgevingen sepot van 3 mei 2022 heeft de officier van justitie de zoons van [gedaagde 1] c.s. ervan in kennis gesteld dat zij, in de zaken waar zij als verdachten waren aangemerkt, niet verder vervolgd werden (opgesomd: diefstal met geweld gepleegd op 10 september 2021 te Uithoorn, poging zware mishandeling gepleegd op 1 januari 2022 te Uithoorn, voorbereidingshandelingen misdrijf gepleegd op 25 januari 2022 te Uithoorn, voorhanden hebben professioneel vuurwerk gepleegd op 25 januari 2022 te Uithoorn en voorhanden hebben explosieven/wapens gepleegd op 25 januari 2022 te Uithoorn). De reden hiervoor was dat er onvoldoende bewijs is.

Vordering en verweer

2. Eigen Haard vordert na vermindering van eis de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en [gedaagde 1] c.s. te veroordelen om het gehuurde te ontruimen en ter beschikking van Eigen Haard te stellen, op straffe van een dwangsom. Ook vordert zij de proceskosten van deze procedure.
3. Eigen Haard stelt dat [gedaagde 1] c.s. zijn tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst nu zij aan omwonenden geen overlast mogen veroorzaken en zij op grond van de algemene voorwaarden behorende bij de huurovereenkomst ook verantwoordelijk zijn voor gedragingen van hen die het gehuurde gebruiken of zich daarin bevinden. Volgens de politie hebben de zoons van [gedaagde 1] c.s. zich veelvuldig toegang tot de box verschaft. [gedaagde 1] c.s. zijn temeer verantwoordelijk voor de zoons, nu zij wisten dat hun zoons zich met criminele activiteiten bezig hielden. De zaken die in de kelderbox zijn aangetroffen zijn zeer gevaarlijk en omwonenden zijn aan dit gevaar blootgesteld, hetgeen voor Eigen Haard onacceptabel is en bovendien kwalificeert als slecht huurderschap. In een situatie als deze loopt Eigen Haard bovendien het risico dat haar opstalverzekering geen dekking biedt en dat haar een bestuurlijke boete wordt opgelegd.
4. [gedaagde 1] c.s. verweren zich en voeren aan dat zij niet verantwoordelijk zijn voor aanwezigheid van het vuurwerk en de overige zaken. Zij hebben maar een korte periode geen toezicht gehouden in de box. Daar hadden zij ook weinig reden toe. Hun zoons wisten ook niets van de goederen af die in de kelderbox zijn aangetroffen en hun strafzaken zijn dan ook geseponeerd. Voor zover er al sprake is van een tekortkoming, dan rechtvaardigt die in dit geval niet het einde van de huurovereenkomst.

Beoordeling

5. Voor zover [gedaagde 1] c.s. betwisten dat de onder 1.5 opgesomde zaken in de kelderbox zijn aangetroffen, hebben zij in ieder geval niet betwist dat er illegaal vuurwerk in beslag is genomen dat zich in de kelderbox bevond. Op basis van de nagekomen email van de gemeente Uithoorn van 23 augustus 2022, waarop gedaagden bij de mondelinge behandeling hebben kunnen reageren, stelt de kantonrechter vast dat er in ieder geval een hoeveelheid van 27 kg aan zwaar knalvuurwerk lag.
6. Het behoeft geen betoog dat de opslag van dergelijk materiaal zonder de benodigde veiligheidsmaatregelen voor omwonenden grote risico’s meebrengt op explosies en brand. Dat het gevaar zich in dit geval niet heeft verwezenlijkt, doet aan de ernst van deze gevaarzetting niet af.
7. Op grond van de algemene voorwaarden en de wettelijke regeling dienen [gedaagde 1] c.s. zich te gedragen als goed huurders en zijn zij op gelijke wijze voor eigen gedragingen aansprakelijk als voor gedragingen van hen die het gehuurde gebruiken of zich daarin bevinden.
8. Gelet op de gevaarzetting die door Eigen Haard geenszins hoeft te worden getolereerd en waarvoor zij haar huurders ook dient te behoeden, wordt geoordeeld dat [gedaagde 1] c.s. zich niet als goed huurders hebben gedragen en daarmee tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de huurovereenkomst. Dat de goederen door [gedaagde 1] c.s. zelf in de kelderbox zijn geplaatst, is weliswaar niet komen vast te staan of aannemelijk geworden, maar wel moet worden geconstateerd dat zij onvoldoende toezicht hebben gehouden op de kelderbox. Dat [gedaagde 1] over een defecte camera zou hebben geklaagd bij Eigen Haard en de wijkagent doet aan diens eigen verantwoordelijkheid voor hetgeen zich in het gehuurde afspeelt en bevindt niet af.
9. Deze tekortkoming rechtvaardigt in dit geval echter niet de ontbinding van de huurovereenkomst. Hoewel vaststaat dat [gedaagde 1] c.s. onvoldoende toezicht hebben gehouden op de kelderbox waardoor het mogelijk is geweest dat gezinsleden of derden deze hebben kunnen gebruiken voor de opslag van onder meer illegaal vuurwerk, is de kantonrechter er namelijk niet van overtuigd dat [gedaagde 1] c.s. van de goederen in de box, die een aantal verdiepingen lager dan de woning is gelegen, zelf enige kennis droegen of daarop bedacht hadden moeten zijn. [gedaagde 1] c.s hebben verder uitgelegd dat het toezicht op de kelderbox enige tijd is verslapt toen de plaatselijke jeugd, die zich een tijd lang rond de kelderbox had opgehouden, zich naar een andere plek in het flatgebouw verplaatste, hetgeen naar het oordeel van de kantonrechter te billijken valt. Bovendien is onweersproken gebleven dat [gedaagde 1] zich tijdens de coronapandemie heeft ingezet voor activiteiten voor de jongeren rond de flat en daarbij heeft gepleit voor een eigen plek en dit nog steeds doet. Gelet op het feit dat zich ook geen concreet gevaar heeft voorgedaan en gesteld noch gebleken is dat [gedaagde 1] c.s., die de woning met hun kinderen al zo’n 14 jaar bewonen, ooit eerder voor problemen hebben gezorgd, wordt de vordering tot ontbinding en ontruiming afgewezen. Hierbij speelt tevens een rol dat [gedaagde 1] c.s. nog een minderjarige dochter hebben en onvoldoende blijkt dat Eigen Haard met haar belangen bij de besluitvorming rekening heeft gehouden.
10. Het spreekt voor zich dat van [gedaagde 1] c.s. voor de toekomst een scherper toezicht mag worden verwacht op hetgeen zich in het gehuurde voordoet.
11. Voor zover Eigen Haard haar subsidiaire vordering tot betaling van een bestuurlijke boete heeft gehandhaafd, wordt deze bij gebreke van enige concrete onderbouwing afgewezen.
12. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Eigen Haard in de proceskosten veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vorderingen van Eigen Haard af;
veroordeelt Eigen Haard in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde 1] c.s. begroot op € 374,- aan salaris van de gemachtigde;
veroordeelt Eigen Haard in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,- aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J.P.C. van Dam van Isselt, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 september 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter