Op 13 oktober 2020 heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen aan eiser een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit is op 6 november 2020 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld. De zitting vond plaats op 3 februari 2022, waar eiser aanwezig was en de heffingsambtenaar vertegenwoordigd werd door een gemachtigde. Na de zitting deed de rechtbank onmiddellijk uitspraak.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de naheffingsaanslag van 13 oktober 2020. De rechtbank oordeelde dat eiser binnen een redelijke termijn, namelijk binnen één minuut na het parkeren van zijn auto, het parkeergeld had betaald. De rechtbank vond het aannemelijk dat eiser zijn auto net had geparkeerd en de parkeerapp had geactiveerd. De verklaring van de parkeercontroleur werd niet als voldoende bewijs beschouwd, omdat deze niet in het dossier was opgenomen.
De rechtbank droeg de heffingsambtenaar op om het door eiser betaalde griffierecht van € 48 te vergoeden. Deze uitspraak werd gedaan door mr. F.L. Bolkestein, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Boerlage, griffier, op 3 februari 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam.