Uitspraak
the Circuit Court in Łódź(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgement passed by the Circuit Court in Łódź(Polen) van 24 april 2018 (referentie: XVIII K 86/16),
amended by the judgement of the Court of Appeal in Łódź(Polen) van 22 mei 2019 (referentie: IIAKa 331/18).
the Court of Appeal Łódźop 22 mei 2019. De opgeëiste persoon is niet in persoon verschenen bij het proces dat tot het arrest heeft geleid en er is niet gebleken dat hij ter terechtzitting is verdedigd door een advocaat. Uit het EAB en de voorgeleiding bij de officier van justitie van het IRC op 23 mei 2022 blijkt dat de opgeëiste persoon zijn raadsman ten gunste van hem hoger beroep heeft laten instellen tegen het vonnis in eerste aanleg. Hij heeft geen contact meer gehouden met zijn advocaat en is naderhand vertrokken naar Nederland.
.
4.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is in Polen aangevangen;
- de opgeëiste persoon is inmiddels onherroepelijk veroordeeld in Polen voor deze zaak;
- de bewijsmiddelen bevinden zich in Polen;
- Nederland is niet voornemens om zelf te vervolgen voor deze feiten.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
- brieven van de gemeente Lelystad van 15 juni 2017 en 5 september 2017 en uittreksels uit de Basisregistratie Personen van 18 september 2017 en 9 juni 2021, waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon in de periode van juni 2009 tot september 2015 in Nederland verbleef en dat hij zich op 23 mei 2017 heeft ingeschreven in Nederland;
- zorgpolissen van Menzis, waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon sinds 23 mei 2017 beschikt over een zorgverzekering;
- jaaropgaven en loonspecificaties over de jaren 2009 tot en met 2015 en vanaf november 2017 tot en met mei 2022, die de conclusie rechtvaardigen dat de opgeëiste persoon in ieder geval in de jaren 2010 tot 2015, de maanden november en december 2017 en in de jaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 ten minste de helft van de toepasselijke bijstandsnorm heeft verdiend;
- inkomensgegevens van de ouders van de opgeëiste persoon, waaruit blijkt dat de ouders van de opgeëiste persoon voldoende inkomsten genereerden toen de opgeëiste persoon bij hen verbleef, waardoor de opgeëiste persoon in de maanden mei tot en met november 2017 over voldoende middelen van bestaan beschikte.
- opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
- opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Circuit Court in Łódź(Polen).
[opgeëiste persoon].
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.