ECLI:NL:RBAMS:2022:5532

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
C/13/721277 / KG ZA 22-701
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van beslag door Catawiki na aanbieding van bankgarantie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 september 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Catawiki B.V. en een Duitse verzamelaar van edelstenen, aangeduid als [gedaagde]. Catawiki vorderde de opheffing van een conservatoir beslag dat door [gedaagde] was gelegd op haar bankrekeningen. Dit beslag was gelegd ter zekerheid van een schadevergoeding die [gedaagde] stelde te vorderen van Catawiki, naar aanleiding van een geschil over een veiling van een halsketting met een Colombiaanse smaragd. Catawiki had een bankgarantie van € 500.000 aangeboden, maar [gedaagde] weigerde deze te accepteren en hield vast aan zijn beslag. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat [gedaagde] een vordering had die summierlijk deugdelijk was, en dat het beslag niet onnodig was. De rechter besloot dat [gedaagde] het beslag moest opheffen na ontvangst van de bankgarantie van Catawiki, en dat er een dwangsom zou worden opgelegd voor het geval hij hier niet aan voldeed. De vordering van Catawiki werd herbegroot op € 500.000, inclusief rente en kosten. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/721277 / KG ZA 22-701 EAM/JT
Vonnis in kort geding van 22 september 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CATAWIKI B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 18 augustus 2022,
advocaat mr. D.M. Linders te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. A.P. van Someren Gréve te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Catawiki en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling op 6 september 2022 heeft Catawiki een akte eiswijziging ingediend en [gedaagde] een conclusie van antwoord.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Catawiki bezwaar gemaakt tegen de vlak voor het einde van de 24-uurs termijn ingediende conclusie van antwoord. De voorzieningenrechter heeft de conclusie van antwoord toegelaten nu deze tijdig is ingediend. Ook de wijziging van eis is toegelaten nu daartegen geen bezwaar is gemaakt.
1.3.
Vervolgens heeft Catawiki de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding en akte eiswijziging toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend. Na verder debat is de mondelinge behandeling gesloten en is de procedure pro forma aangehouden tot
9 september 2022 om partijen in de gelegenheid te stellen om de zaak te schikken.
1.4.
Tijdens de mondelinge behandeling waren voor zover van belang aanwezig:
- aan de kant van Catawiki: [naam 1] (financieel directeur) en [naam 2] (general counsel) met mr. Linders en mr. Y. van den Winkel;
- aan de kant van [gedaagde] : mr. Van Someren Gréve.
1.5.
Bij e-mail van 9 september 2022 heeft mr. Linders geschreven dat partijen (nog) niet tot overeenstemming zijn gekomen en verzocht om vonnis te wijzen. Vervolgens is op 12 september 2022 aan partijen meegedeeld dat vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Catawiki biedt via haar website een online marktplaats aan waarop verkopers unieke objecten kunnen aanbieden en kopers daarop kunnen bieden via een geautomatiseerd biedproces. Elke dag worden allerlei soorten objecten aangeboden (wekelijks meer dan 75.000) in tientallen verschillende categorieën, variërend van stripboeken, postzegels, aardewerk en meubilair tot diamanten, juwelen, oldtimers en kunstwerken. De online marktplaats is over bijna de hele wereld beschikbaar, wordt gebruikt door aanbieders en kopers van over de hele wereld en heeft meer dan tien miljoen unieke bezoekers per maand.
2.2.
[gedaagde] heeft op 28 november 2016 een account aangemaakt op het platform van Catawiki. Hij heeft daarbij de gebruiksvoorwaarden van Catawiki geaccepteerd.
Sindsdien bood hij op 3.281 kavels en won hij 198 kavels voor een totale waarde van € 101.272,00. [gedaagde] is inmiddels aangemerkt als een zogenaamde “Top Gold” gebruiker.
2.3.
Op 30 september 2021 heeft Top Crown Jewelry (hierna: de verkoper) een halsketting met een hanger bestaande uit een Colombiaanse smaragd met daaromheen 185 natuurlijke diamanten (hierna: het object) ter verkoop aangeboden bij Catawiki. Het object werd op 8 oktober 2021 op de online marktplaats geplaatst. In de Engelstalige kavelomschrijving stond een door een expert van Catawiki – aan de hand van door de verkoper aangedragen informatie – gegeven schatting van de detailhandelsprijs van € 2.000.000,00 tot € 2.200.000,00 en dat geen sprake was van een
reserve price(minimum prijs). De laatste dag waarop er biedingen konden worden uitgebracht was 17 oktober 2021.
2.4.
De biedgeschiedenis ten aanzien van het object is vastgelegd in de logfiles van Catawiki. Daaruit blijkt voor zover van belang dat het biedingsproces op
17 oktober 2021 als volgt is verlopen:
- Om 19:58:20 uur plaatste [gedaagde] een automatisch bod met een maximum van
€ 92.000,00. Het vorige bod was € 85.000,00, zodat [gedaagde] daarmee automatisch een bod van € 90.000,00 had gedaan.
- Om 20:00:24 uur plaatste een andere bieder een bod van € 175.000,00.
- Om 20:02:11 uur is het bod van € 175.000,00 verwijderd. Vervolgens is de kavel gesloten.
2.5.
Na het sluiten van de kavel ontving de verkoper een melding vanuit Catawiki dat de kavel was gesloten en dat het hoogste bod € 175.000,00 was.
[gedaagde] ontving op 17 oktober 2021 om 20:03 uur een e-mail waarin stond dat hij de kavel had gewonnen voor € 90.000,00. [gedaagde] heeft het bedrag van € 90.000,00 vervolgens betaald.
2.6.
Op 18 oktober 2021 heeft [gedaagde] contact opgenomen met de Customer Support afdeling van Catawiki. Op dat moment ging Catawiki er nog vanuit dat [gedaagde] het winnende bod had gedaan. Vervolgens weigerde de verkoper het object te leveren aan [gedaagde] , omdat er een hoogste bod van € 175.000,00 zou zijn gedaan en zij niet akkoord ging met een bod van € 90.000,00. Nadat Catawiki bekend was geraakt met de onregelmatigheid in het biedproces stelde zij zich op het standpunt dat de bieder met het bod van € 175.000,00 de kavel had gewonnen.
2.7.
In een poging om de situatie met [gedaagde] op te lossen heeft Catawiki het aankoopbedrag en haar commissie terugbetaald en heeft zij [gedaagde] een tegoedbon van € 5.000,00 aangeboden voor zijn ongemak. De bieder met het bod van € 175.000,00 heeft het object uiteindelijk afgenomen voor een prijs van € 150.000,00.
2.8.
Op 18 januari 2022 stuurde de advocaat van [gedaagde] een sommatiebrief aan
Catawiki Services NL B.V. Hierin stelde hij dat Catawiki Services NL B.V. en de verkoper een koopovereenkomst tussen [gedaagde] en de verkoper dienden na te komen en het object aan [gedaagde] dienden te leveren. Ook sommeerde hij Catawiki Services NL B.V. om informatie en gegevens van de verkoper te delen zodat [gedaagde] en de verkoper in staat zouden zijn uitvoering te geven aan de gestelde koopovereenkomst.
2.9.
Op 17 februari 2022 stuurde de advocaat van [gedaagde] een tweede brief, deze keer zowel aan Catawiki als aan Catawiki Services NL B.V. In deze brief werden door [gedaagde] alle overeenkomsten met zowel [gedaagde] als de verkoper ter zake het object ontbonden. Daarnaast sommeerde [gedaagde] zowel Catawiki, Catawiki Services NL B.V. als de verkoper om een bedrag van € 2.101.900,00 aan schadevergoeding te betalen.
2.10.
Bij brief van 14 maart 2022 heeft Catawiki inhoudelijk gereageerd op de brieven van de advocaat van [gedaagde] . In die brief stelt Catawiki zakelijk weergegeven dat sprake was van een technische onregelmatigheid in de software van Catawiki, dat zij in lijn met haar gebruiksvoorwaarden had gehandeld, dat zij alles heeft gedaan om de situatie op te lossen, dat er tussen [gedaagde] en de verkoper geen koopovereenkomst tot stand is gekomen, dat de verkoper geen toestemming had gegeven voor het delen van haar gegevens en dat Catawiki ook niet verplicht is om die gegevens te verstrekken en ten slotte dat Catawiki niet aansprakelijk is voor enige schade.
2.11.
Op 28 maart 2022 berichtte de advocaat van [gedaagde] aan Catawiki dat hij een datum had gevraagd voor een kort geding tegen Catawiki, waarin zou worden gevorderd dat Catawiki gegevens van de verkoper zou verstrekken. Op 7 april 2022 heeft de advocaat van Catawiki alsnog de contactgegevens van de verkoper verstrekt aan de advocaat van [gedaagde] . Op 11 april 2022 trok [gedaagde] het kort geding in.
2.12.
Op 27 juni 2022 heeft [gedaagde] bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank een beslagrekest ingediend teneinde ten laste van Catawiki, Catawiki Services NL B.V. en de verkoper conservatoir verhaalsbeslag te mogen leggen ter zekerheid tot het verhaal van de door hem gestelde schadevordering van € 2.101.900,00.
2.13.
Op 28 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter het gevraagde verlof ten aanzien van Catawiki en de verkoper verleend en het ten aanzien van Catawiki Services NL B.V. gevraagde verlof geweigerd. Daarbij is de vordering van [gedaagde] begroot op € 2.400.000,00 (inclusief opslag voor rente en kosten) en is het [gedaagde] toegestaan om ten laste van Catawiki repeterend derdenbeslag te leggen onder Coöperatieve Rabobank U.A., ABN AMRO Bank N.V. en ING Bank N.V., alsmede om ten laste van de verkoper derdenbeslag te leggen onder Catawiki en Catawiki Services NL B.V.
2.14.
Vervolgens heeft [gedaagde] op of omstreeks 11 juli 2022 en/of 14 juli 2022 de beslagen doen laten leggen. Het beslag ten laste van Catawiki onder ING Bank N.V. had geen doel getroffen.
2.15.
Uit een brief van 12 juli 2022 van Coöperatieve Rabobank U.A. blijkt dat het ten laste van Catawiki onder haar gelegde beslag rust op een negental bankrekeningen met een gezamenlijk saldo van ongeveer € 26 miljoen.
2.16.
Op 12 en 13 juli 2022 hebben de advocaten van partijen gecorrespondeerd over de eventuele beperking van het beslagen saldo, dan wel het in depot plaatsen van een bedrag van € 2,4 miljoen of het stellen van een bankgarantie. Daar zijn zij niet uitgekomen. Bij brief van 13 juli 2022 heeft Catawiki [gedaagde] aansprakelijk gehouden voor alle schade ten gevolge van het beslag.
2.17.
Op 14 juli 2022 vernam Catawiki dat het beslag onder ABN AMRO Bank N.V. had doel getroffen voor een bedrag van ruim € 5 miljoen. Nadat de advocaat van Catawiki de advocaat van [gedaagde] daarop had gewezen, heeft [gedaagde] het beslag onder Coöperatieve Rabobank U.A. nog op 14 juli 2022 opgeheven.
2.18.
Momenteel ligt er ten laste van Catawiki alleen nog beslag onder ABN AMRO Bank N.V. Het beslagen saldo op de bij ABN AMRO Bank N.V. door Catawiki aangehouden bankrekening(en) bedraagt € 5.095.588,34. Partijen zijn het niet eens geworden over een beperking van dat beslag of over alternatieve zekerheid.

3.Het geschil

3.1.
Catawiki vordert – samengevat en na wijziging van eis – om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
primair
I. [gedaagde] te bevelen onmiddellijk na dit vonnis, althans binnen twee uur na dit vonnis, alle krachtens het verlof van 28 juni 2022 op of omstreeks 11 juli 2022 en/of 14 juli 2022 gelegde conservatoire derdenbeslagen op de bankrekeningen van Catawiki op te heffen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per uur voor ieder uur of gedeelte van een uur, althans binnen een termijn en op straffe van een dwangsom die in goede justitie geraden wordt geacht;
subsidiair
II. [gedaagde] te bevelen onmiddellijk na het door of namens Catawiki aan de raadsman van [gedaagde] per e-mail toezenden van een bankgarantie voor een bedrag van
€ 250.000,00 conform het model in productie 32 bij de dagvaarding, althans binnen twee uur na het toezenden, alle krachtens het verlof van 28 juni 2022 op of omstreeks 11 juli 2022 en/of 14 juli 2022 gelegde conservatoire derdenbeslagen op de bankrekeningen van Catawiki op te heffen, op straffe van een dwangsom van
€ 5.000,00 per uur voor ieder uur of gedeelte van een uur, althans binnen een termijn en op straffe van een dwangsom die in goede justitie geraden wordt geacht;
meer subsidiair
III. [gedaagde] te bevelen onmiddellijk na het door of namens Catawiki aan de raadsman van [gedaagde] per e-mail toezenden van een bankgarantie voor een bedrag van
€ 2.400.000,00, althans voor een in goede justitie te bepalen bedrag, conform het model in productie 32 bij de dagvaarding, althans binnen twee uur na het toezenden, alle krachtens het verlof van 28 juni 2022 op of omstreeks 11 juli 2022 en/of 14 juli 2022 gelegde conservatoire derdenbeslagen op de bankrekeningen van Catawiki op te heffen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per uur voor ieder uur of gedeelte van een uur, althans binnen een termijn en op straffe van een dwangsom die in goede justitie geraden wordt geacht;
meer subsidiair en uiterst subsidiair
IV. [gedaagde] te bevelen tot het stellen van zekerheid door middel van een bankgarantie voor een bedrag van € 5.000.000,00, althans voor een in goede justitie te bepalen bedrag;
primair, subsidiair, meer subsidiair en uiterst subsidiair
V. [gedaagde] te verbieden om ten aanzien van de door [gedaagde] gepretendeerde vordering verdere beslagen te leggen ten laste van Catawiki, waaronder aanvullende en/of nieuwe beslagen, op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per dag;
VI. [gedaagde] te veroordelen in proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Catawiki stelt daartoe – samengevat – het volgende. De gestelde vordering is summierlijk ondeugdelijk omdat tussen [gedaagde] en de verkoper nooit een geldige koop tot stand is gekomen, Catawiki nooit partij is geweest bij de gestelde koopovereenkomst en zij dus niet aansprakelijk kan zijn voor gevolgen van de niet-nakoming daarvan. Catawiki is niet toerekenbaar tekortgeschoten, noch heeft zij onrechtmatig of onzorgvuldig gehandeld. Zij had slechts te maken met een softwarefout. [gedaagde] heeft geen schade geleden, althans maximaal € 76.900,00
(€ 175.000,00 minus € 90.000,00 minus kosten van 9% van de koopsom). Catawiki is niet aansprakelijk, vanwege een ontbrekend causaal verband. [gedaagde] heeft de hoogte van haar schade onvoldoende onderbouwd. De hoogte is slechts gebaseerd op de door Catawiki gegeven schatting, waarvan duidelijk is aangegeven dat deze geen garantie biedt. Het beslag is onnodig omdat Catawiki gelet op haar financiële positie voldoende verhaal zal bieden als de vordering van [gedaagde] al zou worden toegewezen. Het beslag is disproportioneel, omdat het door het beslag getroffen bedrag van € 5,1 miljoen niet in verhouding staat tot de gestelde vordering. Het verlof is verleend op grond van de toezegging van [gedaagde] in zijn verzoekschrift dat hij het beslag zou beperken tot het bedrag van zijn gestelde vordering als zou blijken dat het beslag meer zou hebben geraakt. Die toezegging komt hij niet na. Dat maakt het beslag ook onrechtmatig. Verder staat de vordering waarvoor beslag is gelegd niet in verhouding tot de werkelijke omvang van de (door Catawiki betwiste) schade die [gedaagde] stelt te hebben geleden. Het stellen van zekerheid voor het gevorderde bedrag kan in redelijkheid niet van Catawiki worden gevergd. Dan zou bedrag van
€ 2,4 miljoen worden bevroren voor de volledige duur van een bodemprocedure. Dat zou haar bedrijfsvoering gedurende een lange periode ernstig beperken en haar financieringsmogelijkheden en groeipotentieel in gevaar brengen. Een belangenafweging dient dan ook in het voordeel van Catawiki uit te vallen. Uit de contractuele verhoudingen en de gebruiksvoorwaarden van Catawiki blijkt dat voor zover [gedaagde] al een vordering heeft, hij de verkoper dient aan te spreken en niet Catawiki. Catawiki heeft [gedaagde] op de hoogte gesteld van de ongelukkige samenloop van omstandigheden, zijn geld terugbetaald en onverplicht een tegoed aangeboden om te besteden op het platform. Catawiki en de verkoper hebben vergeefs verschillende pogingen gedaan om het geschil ook op andere wijze minnelijk op te lossen, bijvoorbeeld door [gedaagde] een gelijkwaardige halsketting aan te bieden, aldus Catawiki.
3.3.
[gedaagde] voert daartegen – samengevat – het volgende verweer. [gedaagde] is geen professionele handelaar en probeert geen slaatje te slaan uit de ontstane situatie. Hij is een particuliere verzamelaar die edelstenen onder meer beschouwt als reserves voor zijn pensioen. Van een door Catawiki gestelde ongelukkige samenloop van omstandigheden is geen sprake. Catawiki heeft bewust gehandeld en heeft de problemen zelf veroorzaakt door een andere bieder te bevoordelen. [gedaagde] mocht vertrouwen op de juistheid van de door de expert gegeven schatting van de waarde van het object. Toen de veiling om 20:00 uur eindigde was het bod van [gedaagde] het hoogste bod. Dat de veiling eindigde om 20:01 uur, zoals Catawiki slechts stelt, wordt door [gedaagde] betwist en blijkt ook nergens uit. Op de factuur van Catawiki stond bovendien: ‘Veilingdatum 17-10-2021 20:00’. Een aan de verkoper verzonden bericht met betrekking tot een hoger (te laat geplaatst) bod van € 175.000,00 maakt dat bod nog niet geldig. [gedaagde] betwist dat de door Catawiki geschetste gang van zaken rondom het bod van € 175.000,00 op een eerlijke wijze heeft kunnen plaatsvinden. Als er daadwerkelijk sprake zou zijn geweest van een softwarefout, dan had Catawiki dat met logbestanden moeten kunnen aantonen. Catawiki wist dat er geen softwarefout was en evenmin een geldig hoger bod. Dat [gedaagde] een automatisch bod tot € 92.000,00 had ingesteld, maakt niet dat hij niet bereid was meer te betalen. Dat de verkoper nooit akkoord zou zijn gegaan met € 90.000,00 wordt betwist, nu er geen minimumprijs was vastgelegd. De wijze van handelen van Catawiki kwalificeert als wanprestatie en is tevens onrechtmatig jegens [gedaagde] . Catawiki heeft [gedaagde] verder bewust benadeeld door lange tijd de naam van de verkoper niet kenbaar te maken. [gedaagde] betwist dat hij slechts beslag ten laste van Catawiki heeft gelegd, omdat de verkoper geen verhaal zou bieden. [gedaagde] wil uiteraard geen onnodig beslag leggen, maar wil wel voldoende zekerheid voor zijn vordering. Het beslag is proportioneel. Gelet op de verlieslatende financiële positie en hoge schuldenlast van Catawiki is de kans groot dat andere schuldeisers zich zullen verhalen op het beslagen saldo van 5,1 miljoen. Daarnaast staat de gestelde vordering wel degelijk in verhouding tot de werkelijke omvang van de schade. Het handelen van Catawiki heeft die schade veroorzaakt. Dat de werkelijke waarde van het object nog hoger ligt dan de door de expert van Catawiki geschatte waarde blijkt uit een recente publicatie van Dr. Peretti, een van ’swerelds meest vooraanstaande gemologen. De vordering is dus wel degelijk summierlijk deugdelijk. [gedaagde] is overigens vooralsnog niet van plan om verdere beslagen te leggen. Ten slotte betwist [gedaagde] het bestaan van een spoedeisend belang aan de zijde van Catawiki, nu zij relatief lang heeft gewacht met het starten van dit kort geding, aldus [gedaagde] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang ligt besloten in de aard van een vordering tot opheffing van een beslag.
4.2.
De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld.
4.3.
Vooropgesteld wordt dat binnen het bestek van dit kort geding niet kan worden vastgesteld wat er zich nu precies heeft voorgedaan tijdens de laatste minuten van de online veiling van het object op 17 oktober 2021. Daarvoor zou een nader onderzoek naar de feiten noodzakelijk zijn, waarvoor dit kort geding zich niet leent.
4.4.
Gelet op de in het geding gebracht stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling door partijen naar voren is gebracht valt echter niet uit te sluiten dat een bodemrechter zal oordelen in het voordeel van [gedaagde] , bijvoorbeeld omdat Catawiki onrechtmatig heeft gehandeld door [gedaagde] de kans te ontnemen het object te verkrijgen. Naar het zich voorshands laat aanzien stelt [gedaagde] , mede gelet op het navolgende, terechte vraagtekens bij het handelen van Catawiki gedurende de laatste minuten van het biedproces voordat de kavel werd gesloten.
4.5.
Zo blijkt uit geen van de in het geding gebrachte stukken dat de veiling zou sluiten om 20:01 uur, zoals Catawiki stelt, terwijl uit de door Catawiki aan [gedaagde] verzonden factuur voor de veilingkosten slechts het tijdstip 20:00 blijkt. De tijdens de mondelinge behandeling gegeven verklaring van Catawiki dat indien de veilingen van verschillende kavels in beginsel tegelijk zouden eindigen, er wordt gewerkt met kort op elkaar opvolgende eindtijden per kavel (bijvoorbeeld 20:00 uur, 20:01 uur, 20:02 uur, etc.). Bieders die geïnteresseerd zijn in meerdere kavels kunnen dan de laatste minuut van al die kavels in de gaten houden. Volgens Catawiki zou [gedaagde] op de website een aflopende teller hebben kunnen zien die tot nul afliep, eindigend om 20:01 uur. Die verklaring legt echter te weinig gewicht in de schaal tegenover de omstandigheid dat de beweerdelijke eindtijd van 20:01 uur kennelijk op geen andere wijze voor [gedaagde] op voorhand kenbaar was. Het is dus nog maar de vraag of er na 20:00 uur überhaupt nog een geldig bod kon worden gedaan.
4.6.
Voorts heeft Catawiki ten aanzien van het door de andere bieder geplaatste hogere bod, uitgaande van de door Catawiki gestelde en hierboven beschreven eindtijd van 20:01 uur, het volgende gesteld. Om 20:00:24 CET plaatste een andere gebruiker een bod van € 175.000,00. Dat maakte dat, gelet op de gebruikersvoorwaarden, de eindtijd automatisch met 90 seconden werd verlengd tot 20:02:30 CET. Dat bod is om 20:02:11 CET door Catawiki verwijderd, omdat de bieder direct na het plaatsen van het bod telefonisch contact opnam met de
Category Leadvan Catawiki, met het verzoek om het bod te verwijderen, omdat het onjuist was en de bedoeling was om een automatisch bod in te stellen met een maximum van € 175.000,00. Die bieder was voornemens om vervolgens alsnog het bod te plaatsen dat hij in eerste instantie had willen plaatsen, maar in de logfiles is niet te zien dat hij dat heeft gedaan. De kavel is om 20:02:31 CET gesloten. De verzending van tegenstrijdige berichten aan [gedaagde] en aan de verkoper is te wijten aan een technische onregelmatigheid in de software van de online marktplaats, aldus Catawiki.
4.7.
[gedaagde] betwijfelt of de verwijdering van het hogere bod zoals door Catawiki gesteld binnen een tijdsbestek van nog een minuut en 47 seconden had kunnen plaatsvinden. Gelet op de door Catawiki geschetste relatie die haar
Category Leadkennelijk onderhoudt met gebruikers die doorgaans hoge biedingen uitbrengen, wat op zichzelf al te denken geeft, kan het echter goed zijn dat de verwijdering van het bod daadwerkelijk heeft plaatsgevonden om de reden en op de wijze zoals door Catawiki gesteld. Dat neemt echter niet weg dat op het moment dat de kavel sloot er in ieder geval niet opnieuw een hoger bod is geplaatst door die tweede bieder. Dat blijkt in ieder geval niet uit de logbestanden. Gelet daarop is het dus ook nog maar de vraag of de andere bieder door Catawiki wel als de hoogste bieder aangemerkt had mogen worden.
4.8.
Dat er twee inhoudelijk tegenstrijdige automatisch gegenereerde berichten naar de verkoper en [gedaagde] zijn uitgegaan als gevolg van een mogelijke softwarefout, kan zo zijn. Dat neemt echter niet weg dat Catawiki achter de schermen heeft gefaciliteerd dat de verkoper met de andere bieder een afname van het object voor uiteindelijk € 150.000,00 is overeengekomen, terwijl zij de omstandigheid dat het bod van [gedaagde] dat, na de intrekking van het bod van € 175.000,00, formeel gold als het hoogste bod, buiten beschouwing heeft gelaten. Dit is een keuze van Catawiki, die in haar ogen de beste oplossing bood voor de ontstane situatie. Catawiki had immers te stellen met de verkoper die uiteraard voor de hoogst mogelijke opbrengst ging. Daarnaast was er de tweede bieder die het object graag wilde afnemen, maar kennelijk ook weer niet voor de abusievelijk uitgebrachte bieding van € 175.000,00. En tenslotte had zij te maken met [gedaagde] , die terecht in de veronderstelling verkeerde het object te hebben gekregen voor € 90.000,00. Zij heeft echter op dat moment gekozen voor de weg van de minste weerstand, met een hogere commissie voor Catawiki en een hogere opbrengst voor de verkoper. De vraag is echter of dat ook de meest redelijke uitweg was uit de door Catawiki zelf veroorzaakte verwarring. Voor zover hierbij software problemen mede de oorzaak waren, dient dit uiteraard voor haar rekening en risico te komen.
4.9.
Dit alles maakt dat van een summierlijk ondeugdelijke vordering voorshands geen sprake is. De vraag is echter tot welk bedrag de vordering summierlijk deugdelijk kan worden geacht. Met Catawiki is de voorzieningenrechter eens dat, gelet op haar algemene voorwaarden, van wanprestatie onder het contract geen sprake zal zijn. De grondslag van de vordering zal gelegen zijn in een onrechtmatige daad zoals [gedaagde] subsidiair aanvoert. Nu onduidelijk is wat er zou zijn gebeurd indien Catawiki het hogere bod niet op verzoek zou hebben ingetrokken en tevens onduidelijk is of [gedaagde] nog een hoger bod zou hebben uitgebracht indien het voor hem duidelijk was geweest dat door Catawiki het ingetrokken bod van € 175.000,00 als geldend zou worden gezien, zal in een bodemzaak de hoogte van de door [gedaagde] geleden schade mogelijk moeten worden berekend aan de hand van het leerstuk van verlies van een kans. Daarvoor is van belang wat de waarde van het object is.
4.10.
Een officieel taxatierapport van het object is niet voorhanden. Over de waarde van het object lopen de standpunten van partijen enorm uit elkaar. Catawiki knoopt aan bij de waarde die ten hoogste voor het object is geboden en [gedaagde] knoopt aan bij de door de expert van Catawiki gegeven schatting. Nu [gedaagde] in zijn conclusie van antwoord nader heeft onderbouwd dat het object in ieder geval de door de expert van Catawiki geschatte 2,2 miljoen waard is en mogelijk zelfs nog meer, en Catawiki daar onvoldoende tegenover heeft gesteld, gaat de voorzieningenrechter vooralsnog uit van een waarde van 2,2 miljoen. Dat er op de veiling aanzienlijk minder is geboden doet daar niet aan af.
4.11.
Als gezegd zal het in een bodemzaak bij het berekenen van de schade mogelijk aankomen op het toepassen van het leerstuk van verlies van een kans. Daarbij zal een bepaald percentage worden toegepast. Hoe die berekening zal uitpakken is thans ongewis. Voorshands zal bij wijze van (conservatieve) schatting uit worden gegaan van een schadebedrag (inclusief rente en kosten) van
€ 500.000,00. De door [gedaagde] gestelde vordering op Catawiki zal dan ook worden (her)begroot op dat bedrag. [gedaagde] zal dus genoegen moeten nemen met een bankgarantie voor € 500.000,00.
4.12. Anders dan Catawiki meent heeft [gedaagde] voldoende belang bij handhaving van (een deel van) de zekerheid waarover hij thans beschikt. Hoewel Catawiki momenteel kennelijk beschikt over aanzienlijke financiële middelen, zij heeft gesteld dat zij slechts één lening heeft die in maart 2023 volledig zal zijn afgelost en zij heeft weersproken dat zij vele schuldeisers heeft, geldt dat daarmee onvoldoende zeker is dat zij na een eventueel veroordelend vonnis in een bodemprocedure nog in staat zal zijn om daaraan te voldoen. Het beslag is dan ook niet onnodig. Voor opheffing van het beslag is op dit moment, zonder alternatieve zekerheid, dan ook geen aanleiding.
4.13.
Een belangenafweging maakt het voorgaande niet anders. Het belang van [gedaagde] bij zekerheid weegt thans zwaarder dan het belang van Catawiki om vrijelijk over haar gelden te kunnen beschikken. Het door Catawiki gestelde belang dat zij investeringen dient te doen, omdat zij anders omzet misloopt heeft zij onvoldoende onderbouwd, waarbij ook van belang is dat de begrote vordering fors naar beneden zal worden bijgesteld. Na het stellen van alternatieve zekerheid kan zij weer over het overgrote deel van het thans beslagen saldo beschikken.
4.14.
Het voorgaande maakt dat de primair gevorderde opheffing niet toewijsbaar is. Nu [gedaagde] als gezegd genoegen zal moeten nemen met een bankgarantie voor
€ 500.000,00, zal (het mindere van) de subsidiaire vordering worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
4.15.
Aan het bevel om op te heffen na ontvangst van een bankgarantie zal als prikkel tot nakoming een dwangsom worden verbonden. Deze zal worden toegewezen en gemaximeerd op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
4.16.
Ten slotte heeft Catawiki nog gevorderd dat [gedaagde] wordt verboden om ten aanzien van de gestelde vordering verdere beslagen te leggen ten laste van Catawiki. Dit beslagverbod wordt als te verstrekkend afgewezen. Overigens geldt dat [gedaagde] bij een eventueel nieuw beslagrekest ten laste van Catawiki reeds op grond van artikel 21 Rv gehouden is melding te maken van (de strekking en uitkomst van) deze procedure, zodat de voorzieningenrechter dit vonnis kan betrekken bij de beslissing op dat beslagrekest.
4.17.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
herbegroot de vordering op Catawiki op een bedrag van € 500.000,00 (inclusief rente en kosten),
5.2.
beveelt [gedaagde] om binnen twee dagen na het door of namens Catawiki aan de raadsman van [gedaagde] per e-mail toezenden van een bankgarantie voor een bedrag van
€ 500.000,00 conform het model in productie 32 bij de dagvaarding, alle krachtens het verlof van 28 juni 2022 op of omstreeks 11 juli 2022 en/of 14 juli 2022 gelegde conservatoire derdenbeslagen op de bankrekeningen van Catawiki op te heffen,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Catawiki een dwangsom te betalen van € 5.000,00 per dag dat hij nalaat aan het onder 5.2 gegeven bevel te voldoen, tot een maximum van € 500.000,00 is bereikt,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.E. Tiddens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2022. [1]

Voetnoten

1.type: JT