Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de meervoudige kamer van
16 mei 2022 in de zaak tussen
[eiseres] ., gevestigd in Amsterdam, eiseres ( [eiseres] ),
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder, (de minister),
Als belanghebbende heeft deelgenomen: [belanghebbende] , wonende in [plaats] .
Procesverloop
(de StAB) heeft op verzoek van de rechtbank op 20 januari 2022 een deskundigenbericht uitgebracht.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit II gegrond voor zover in dit besluit niet is voorzien in vergoeding van de kosten van inschakeling van een deskundige in bezwaar;
- veroordeelt de minister in de kosten van [eiseres] ter hoogte van € 2.144,64 van de deskundige in bezwaar;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van [eiseres] ter hoogte van € 1.518,- voor rechtsbijstand en in de kosten van [eiseres] ter hoogte van € 1.340,40 van de deskundige in beroep;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 354,00 aan [eiseres] te vergoeden.
Overwegingen
De rechtbank stelt vast dat het primaire besluit (de last) is herroepen met het bestreden besluit II. Het bezwaar van [eiseres] is alsnog gegrond verklaard. [eiseres] heeft daarom geen belang meer bij een beoordeling van het bestreden besluit I.
mr. T.L. Fernig-Rocour en mr. J.F. Kuiken, leden, in aanwezigheid van