ECLI:NL:RBAMS:2022:5441
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde naheffingsaanslagen parkeerbelasting en afwijzing coulanceregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 juli 2022 uitspraak gedaan over vier naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan eiseres, een inwoner van Muiden, zijn opgelegd. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd op 22 oktober 2021, 23 oktober 2021 en 28 oktober 2021, omdat eiseres geparkeerd stond zonder dat parkeerbelasting was betaald. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de bestreden uitspraken van de heffingsambtenaar, die op 22 november 2021 het bezwaar ongegrond verklaarde. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarop de rechtbank de zaak op zitting heeft behandeld.
Tijdens de zitting heeft eiseres aangevoerd dat zij zich niet bewust was van het ingevoerde betaald parkeerregime bij station [plaats] en dat slechts één van de vier naheffingsaanslagen terecht was, welke zij ook had betaald. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de heffingsambtenaar de plicht heeft om parkeerders te informeren over het geldende parkeerregime, en dat dit regime ter plaatse duidelijk was aangegeven met borden en parkeerautomaten. Eiseres had dan ook kunnen en moeten zien dat er betaald moest worden voor het parkeren.
De rechtbank heeft verder overwogen dat, hoewel eiseres niet opzettelijk zonder betaling had geparkeerd, de verantwoordelijkheid voor het betalen van de parkeerbelasting bij haar ligt. De heffingsambtenaar heeft bovendien rekening gehouden met het coulancebeleid, dat maximaal vijf boetes toestaat voor onbetaald parkeren op dezelfde locatie. Aangezien eiseres niet aan deze voorwaarde voldeed, zijn de naheffingsaanslagen terecht opgelegd. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.