Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
BEVEL VERLENGING AANHOUDING EX ARTIKEL 37 OLW
[opgeëiste persoon] ,
Vilkas)).
C en CD (Obstacles juridiques à l’exécution d’une décision de remise)), punt 75) – is in deze zaak, anders dan de raadsman heeft betoogd, dus niet van toepassing.
overmachthoeven te halen. In het geval die termijn evenwel is verstreken, zoals in de voorliggende zaak het geval is, zal echter wel sprake moeten zijn van overmacht, dus van abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die zich hebben voorgedaan buiten toedoen van degene die zich erop beroept, en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden (vgl. het hiervoor genoemde arrest van 25 januari 2017,
Vilkas, onder punt 53, en de aldaar aangehaalde rechtspraak).
geensprake is overmacht en daarmee niet van ‘bijzondere omstandigheden’ als bedoeld in artikel 37 OLW. Het is weliswaar een feit van algemene bekendheid dat met het regelen van een VTBS enige tijd gemoeid gaat, ook omdat de Minister van Justitie erbij moet worden betrokken om de beslissing te nemen, maar die omstandigheid levert op zichzelf geen overmacht op. De rechtbank deelt het standpunt van de officier van justitie niet dat een VTBS pas geregeld kan worden als een opgeëiste persoon gedetineerd is. Er had, nu de opgeëiste persoon op 12 september 2022 weer in beeld was, eerst een VTBS kunnen worden aangevraagd, waarna de opgeëiste persoon had kunnen worden aangehouden. In dit geval had dat waarschijnlijk nog veel eerder dan 12 september 2022 gekund, aangezien de opgeëiste persoon zich in het kader van zijn schorsing in de Nederlandse strafzaak op een bij de politie bekend adres bevond. Het voorgaande betekent dat de vordering tot verlenging van de termijn dan ook niet voor toewijzing in aanmerking komt.