ECLI:NL:RBAMS:2022:5416
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag zorg op grond van de Wet langdurig zorg (Wlz) wegens gebrek aan medische noodzaak voor 24-uurs zorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een 65-jarige man met verschillende lichamelijke aandoeningen, en de Centrum Indicatiestelling Zorg als verweerder. De eiser had een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wet langdurig zorg (Wlz), welke door de verweerder was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, na een medisch advies, terecht heeft geconcludeerd dat er geen medische noodzaak is voor 24-uurs zorg in de nabijheid van de eiser. De rechtbank oordeelde dat de eiser in staat is om op planbare momenten zorg in te schakelen en dat er geen ernstige regieproblemen zijn die hem belemmeren om hulp te vragen. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die stelde dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar zijn medische situatie, verworpen. De rechtbank concludeerde dat de medisch adviseur zorgvuldig te werk is gegaan en dat er geen objectieve medische informatie is overgelegd die de conclusie van de medisch adviseur tegenspreekt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht.