Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Toetsingskader
1.016,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en de besloten vennootschap ELQ PORTFOLIO I B.V. De eiser, die te maken had met financiële problemen na een echtscheiding, vorderde de verwijdering van een BKR-registratie die was ontstaan na het afboeken van een schuld door ELQ. De eiser had zijn schuld aan ELQ afgelost en finale kwijting gekregen, maar de registratie bleef bestaan, wat hem belemmerde in het verkrijgen van een hypotheek voor een nieuwe woning.
Tijdens de zitting op 16 augustus 2022 heeft de eiser zijn vorderingen toegelicht, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat. ELQ voerde verweer tegen de vordering. De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de mentale gezondheidsproblemen van de eiser en zijn inspanningen om zijn schulden af te lossen. De rechter oordeelde dat de belangen van de eiser om verder te gaan met zijn leven en een nieuwe woning te kopen zwaarder wogen dan het belang van ELQ om de registratie te handhaven.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de vordering van de eiser toegewezen en ELQ veroordeeld om de BKR-registratie binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis te verwijderen. Daarnaast is ELQ veroordeeld in de proceskosten van de eiser. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.