In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ASR Schadeverzekering N.V. en twee gedaagden, die gezamenlijk worden aangeduid als [gedaagden] c.s. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor schade die is ontstaan door funderingsherstelwerkzaamheden uitgevoerd door De Betonhoeve B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opdrachtgever, [gedaagden] c.s., aansprakelijk is voor esthetische schade die is ontstaan aan een pand als gevolg van deze werkzaamheden. De Betonhoeve had de opdracht gekregen om funderingsherstelwerkzaamheden uit te voeren, maar in de algemene voorwaarden was opgenomen dat de aannemer niet aansprakelijk is voor esthetische schade. ASR, die de schade aan de Vereniging van Eigenaars (VvE) heeft vergoed, heeft zich in het vorderingsrecht van De Betonhoeve gesubrogeerd en vordert nu betaling van de gedaagden. De rechtbank oordeelt dat de schade aan het pand moet worden aangemerkt als esthetische schade, waarvoor [gedaagden] c.s. aansprakelijk is. De rechtbank wijst de vordering van ASR toe en veroordeelt [gedaagden] c.s. tot betaling van € 25.748,-, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.