Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
De distributieovereenkomst is aan de zijde van [gedaagde] ondertekend door [naam 2] .
‘Ook waren de eerder beslagen horloge’s gewoon in de etalage geplaatst en werden die nog gewoon verkocht, aldus de heer [naam 2] . (…) Hij gaf voorts aan desnoods via parallelle import of via collega juweliers wel aan Breitlings te kunnen komen voor de verkoop.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ten slotte heeft Breitling een spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen.
In dit verband heeft zij voldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] meerdere malen heeft gedreigd via parallelimport aan Breitling horloges te komen als Breitling de beëindiging van de samenwerking zou doorzetten, andere digitale verkoopkanalen te zullen gaan gebruiken en zich niet langer gebonden te achten aan de richtlijnen van Breitling.
1.016,00
5.De beslissing
€ 115.137,10, inclusief BTW, (voor 48 horloges, dan wel een evenredig minder bedrag voor minder horloges) en dit voor het overige onder de voorwaarden en condities zoals omschreven in aanhangsel I bij de distributieovereenkomst,
€ 1.536,39, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,