Op 3 augustus 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun minderjarige dochter, geboren op [geboortedatum 1] 2020. De zaak is aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming, die verzocht om het gezag van de ouders te beëindigen en Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) als voogd te benoemen. De ouders, die in Oostenrijk wonen, hebben een belaste voorgeschiedenis met hun dochter, die sinds 2020 onder toezicht staat en in een pleeggezin verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om binnen een aanvaardbare termijn de zorg voor hun dochter op zich te nemen, mede door problematische factoren zoals alcoholgebruik en psychische problemen van de moeder. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de ouders niet inzien dat hun huidige situatie schadelijk is voor de ontwikkeling van hun dochter. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is om het gezag van de ouders te beëindigen en JBRA als voogd te benoemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.