Op 18 augustus 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht München. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie, mr. M. Diependaal, op 24 mei 2022. De opgeëiste persoon, geboren in 1984, was niet aanwezig tijdens de zitting, maar haar raadsman, mr. M.A.M. Pijnenburg, was wel aanwezig. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat zij de Nederlandse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van strafbare feiten die onder de lijst van bijlage 1 van de Overleveringswet vallen, waaronder fraude en vervalsing. De rechtbank heeft geen belemmeringen gevonden voor de overlevering en heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet.
De officier van justitie van het arrondissementsparket München heeft een garantie gegeven dat de opgeëiste persoon haar straf in Nederland kan ondergaan, wat door de rechtbank als voldoende werd beschouwd. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, aangezien er geen weigeringsgronden waren en de procedure correct was gevolgd. De uitspraak is gedaan door mr. M.T.C. de Vries als voorzitter, samen met mrs. A.K. Glerum en R. Godthelp, en is uitgesproken in het openbaar.