ECLI:NL:RBAMS:2022:5095

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
9954041 / EA VERZ 22-373
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en onzorgvuldig onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag van werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, XPeng Motors (Netherlands) B.V. [verzoeker] was beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag jegens ondergeschikten en het zonder toestemming gebruiken van de digitale handtekening van een bestuurder van de werkgever. De werkgever had [verzoeker] op staande voet ontslagen, maar de kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende redenen waren voor dit ontslag. De kantonrechter stelde vast dat het onderzoek door de werkgever onzorgvuldig was uitgevoerd, omdat er geen hoor en wederhoor was toegepast. Hierdoor was er geen grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van de beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. Wel werd de arbeidsovereenkomst ontbonden op basis van het ongeoorloofd gebruik van de handtekening, maar zonder toekenning van een transitievergoeding. De kantonrechter kende [verzoeker] een immateriële schadevergoeding van € 1.000,00 toe, omdat de werkgever niet als goed werkgever had gehandeld in de zin van artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9954041 EA VERZ 22-373
beschikking van: 30 augustus 2022
func.: 869
beschikking van de kantonrechter
I n z a k e
[verzoeker]
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
nader te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. A.G.J.J. Jansen,
t e g e n
XPeng Motors (Netherlands) B.V.
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster,
nader te noemen: XPeng,
gemachtigde: mr. H.I. van den Heuvel-Boonstra.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
[verzoeker] heeft op 22 juni 2022 een verzoek met producties ingediend dat primair strekt tot vernietiging van het ontslag op staande voet, met nevenverzoeken. Subsidiair heeft [verzoeker] verzocht ten laste van XPeng een transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding toe te kennen, alsmede immateriële schadevergoeding en vernietiging van het concurrentie- en relatiebeding. [verzoeker] heeft tevens een verzoek gedaan om op grond van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een voorlopige voorziening te treffen.
XPeng heeft een verweerschrift met producties ingediend, tevens houdende een (voorwaardelijk) tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Het verzoek is mondeling behandeld op 4 augustus 2022. Voorafgaand aan de zitting hebben beide partijen nog nadere producties ingediend. [verzoeker] is verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Namens XPeng zijn verschenen [naam 1] ( [functie] en direct leidinggevende [verzoeker] ), [naam 2] (HR-manager), [naam 3] en [naam 4] (afdeling Legal), de gemachtigde en S. Krautz (kantoorgenoot gemachtigde). Partijen hebben hun standpunt aan de hand van pleitnota’s toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Na verder debat hebben partijen aanhouding gevraagd om te trachten onderling tot overeenstemming te komen. Bij e-mail van 9 augustus 2022 heeft de gemachtigde van XPeng de kantonrechter bericht dat partijen niet tot een schikking zijn gekomen en is beschikking gevraagd. Daarna is een datum voor beschikking bepaald.

1.Feiten

Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1
Op 29 januari 2021 is XPeng European Holding B.V. opgericht als Europees hoofdkantoor. In april 2022 is XPeng Motors (Netherlands) B.V. (verweerster) opgericht. Bij inschrijving in de Kamer van Koophandel luidde de omschrijving: “distribueren van voertuigen in Nederland”. Thans luidt de omschrijving:
  • Import van nieuwe personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s
  • Handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s (…)
  • Auto-onderdelenservicebedrijven
  • Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en -accessoires (geen banden)
  • Groothandel en handelsbemiddeling in banden
  • Reparatie van elektrische apparatuur
  • Installatie van elektrische apparatuur
  • Beheer en exploitatie van transportnetten voor elektriciteit, aardgas en warm water.
[naam 5] is bestuurder van XPeng, werkzaam in China en bevoegd om contracten van XPeng te tekenen. [naam 1] is [functie] , werkzaam in Nederland en direct leidinggevende van [verzoeker] . Officemanager van de vestiging van XPeng in Amsterdam is [naam 6] (hierna: [naam 6] ).
Het moederbedrijf van XPeng opereert wereldwijd, het hoofdkwartier is in China gevestigd.
1.2
[verzoeker] , geboren op 12 juni 1989, is sinds 1 december 2021 in dienst van XPeng in de functie van Store Manager voor de duur van een jaar, tegen een salaris van op dat moment
€ 6.250,00 bruto per maand, exclusief 8% vakantiegeld, 25% targetbonus en overige emolumenten.
1.3
In art. 9 van de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de werkweek gemiddeld 40 uur per week bedraagt, maar dat gegeven de senioriteit en aard van de functie verwacht wordt dat [verzoeker] extra uren werkt wanneer dat noodzakelijk is voor het bedrijf, zonder betaling voor overwerk. In art. 3.2 en 3.3 van bijlage 2 bij de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen en in art. 3.4 en 3.5 daarvan een relatiebeding.
1.4
[verzoeker] was als Store Manager verantwoordelijk voor de opening van het XPeng Experience Center (hierna: het Experience Centrum). Aanvankelijk zou dat in Amsterdam gevestigd worden, doch rond de aanvang van de arbeidsovereenkomst is beslist dat dit op 10 maart 2022 in Leidschendam geopend zou worden. Vanwege de Covid 19-pandemie heeft [verzoeker] vanaf de aanvang van de arbeidsovereenkomst veel vanuit huis gewerkt. Hij gaf leiding aan vijf teamleden: [naam 8] , [naam 9] , [naam 14] , [naam 11] en [naam 12] .
1.5
Bij e-mail van 9 februari 2022 heeft [verzoeker] een offerte voor het dagelijks schoonmaken van het Experience Centrum in Leidschendam aangevraagd bij schoonmaakbedrijf FVH (hierna: FVH). Na het toesturen van een offerte vraagt [verzoeker] in de e-mail van 28 februari 2022 aan FVH:
“Hoe zit het met de opleverschoonmaak? (…)”
In de e-mail van diezelfde datum antwoordt FVH:
“De opleverschoonmaak wordt uitgevoerd op regie waarbij we de werkelijke uren afrekenen met elkaar. (…) Wij factureren altijd vooraf maar we kunnen bij uitzondering ook achteraf doen met een betalingstermijn van 30 dagen. (…)”
Daarop reageert [verzoeker] als volgt:
“(…) Nu is het alleen zo dat ik voor alle contracten en grote uitgaven toestemming vanuit China moet krijgen (…). Is er een mogelijkheid om vooraf een prijs voor de opleverschoonmaak af te spreken? (…) Ik zit morgenochtend met onze directie en dan kan ik gelijk voor goedkeuring indienen. Ik hoop dat we iets met de opleverkosten kunnen regelen.(…)”
Nadat FVH een inschatting van de oplever-schoonmaakkosten heeft gemaakt, mailt [verzoeker] op 2 maart 2022:
“(…) Wij gaan akkoord met jullie voorstel.
Het getekende contract zal zsm jullie kant op komen, deze ligt nu bij directie ter ondertekening, per email heb ik al akkoord.
Ik verwacht dat ik het contract ergens deze week kan retourneren.
Kunnen wij alvast een en ander afstemmen m.b.t de opleverschoonmaak? (…)”
Op 4 maart 2022 antwoordt [verzoeker] aan [naam 6] (hierna: [naam 6] ), in reactie op een door haar voorgestelde wijziging in de overeenkomst:
“(…) Good that you mention it. I contacted them, but they are really slow with the new contract. They will be there Tuesday to clean, they promised this. (…)”
Nadat [verzoeker] wijzigingen in het contract aan FVH had doorgestuurd, reageert FVH in de e-mail van 7 maart 2022 als volgt:
“(…) Hierbij de [concept-]overeenkomst in Word-bestand. Er zijn nog een aantal velden welke jij kan invullen en zijn geel gearceerd.
Mocht je nog wijzigingen willen doorvoeren dan hoor ik het graag. (…)”
1.6
[verzoeker] heeft het contract met FVH op 7 maart 2022 ondertekend met de digitale handtekening van [naam 5] - zonder toestemming van [naam 5] - en dit ondertekende contract verstuurd naar FVH.
In e-mails van 9 maart 2022 stellen officemanager [naam 6] en taxmanager [naam 13] vragen aan [verzoeker] over het al dan niet vermelden van btw in de overeenkomst, waarop [verzoeker] heeft geantwoord.
Op 10 maart 2022 heeft de opening van het Experience Centrum plaatsgevonden, FVH heeft vooraf de opleverschoonmaak uitgevoerd.
Op 16 maart 2022 heeft [naam 5] op verzoek van [naam 6] de overeenkomst met FVH (zelf) getekend. [verzoeker] heeft [naam 6] (met c.c. aan [naam 1] ) gemaild dat hij het contract zou toesturen aan FVH.
1.7
[naam 2] , HR-manager (hierna: [naam 2] ) heeft op 8 april 2022 een klacht ontvangen van [naam 7] (hierna: [naam 7] ). [naam 7] was op dat moment Head of Network Development en in die hoedanigheid direct leidinggevende van, althans hiërarchisch werkzaam in een hogere functie dan [verzoeker] .
In de schriftelijke weergave van deze klacht (ondertekend op 14 maart 2022), staat onder meer het volgende:
“(…) I would like to make an official complaint about the comment [verzoeker] made on me in regards to my sexuality. I overheard from another colleague in the business that he has made homophobia jokes about myself at various occasions either offwork or public to our colleagues, please see the comments he made as below and as of today from my understanding he continuously spreads the homophobia jokes about myself to others. Not only I myself as an individual, feeling discriminated and downgraded by his behaviour, but also as an senior manager in the business, I have to draw your attention that he came across with multiple gross misconducts such as making racism jokes en gender jokes that you can see the list below, I need to keep this person as anonymous in order to protect his right, however if you need to conduct further investigations, this person is willing to be of further assistance.
These comments and behaviour have significantly impacted not only myself but also other’s well being and mental health, as a senior manager who dedicated myself a lot to working here in XPeng, I strongly HR and Legal to further investigate this situation as soon as possible in order to protect our business and other people.
(…)
Please find below a list of instances where [verzoeker] conducted himself in a manner which caused his colleagues, including myself, to feel uncomfortable and repulsed.
Homophobia:
 KV made a joke tot a product advisor (PA) (at the store in the showroom), that if he didn’t button up his work polo correctly and put away his chest hair that [naam 7] would chase him in a lewd manner once he arrived. “If you don’t button up your shirt Michael will come after you”
 This instignated KV to say that Michael’s way of working can be dismissed as he likes to exaggerate situations. “Jaa, all of the girls and Michael are always this so whatever, they all are, you know what I mean?”
Racisme
 He related a PA’s performance to his skin color. “I mean look at [naam 14] I’m not expecting him to pull in that many people to the store (KV points at his own skin to refer to [naam 14] ’s skin color) you know what I mean?
 Although I cannot remember the exact details, a comment relating [naam 14] to slavery was indeed made in front of me and other colleagues at the showroom floor.
Sexisme:
 A colleague of ours played a role in a modeling shoot for the brand Rituals. Once she revealed this information to us (her colleagues), he proceeded to “joke” asking the group if she is used to selling her body for money.
Personal situation:
 He has made multiple remarks about my height and how it is level with his private parts making lewd jokes
 Multiple times slapped me in the face, in front of clients, with his tie while I was volunteering at the showroom to assist his team (again, making remarks about my height and who could win a fight). (…)”
1.8
Op 11 april 2022 is [verzoeker] door [naam 1] uitgenodigd voor een digitale meeting. Bij dit gesprek was ook een medewerker van HR aanwezig. [verzoeker] is verteld dat er klachten van collega’s over ongewenst gedrag van hem waren binnengekomen, dat een onderzoek zou plaatsvinden en dat hij per direct gedurende de periode van dit onderzoek geschorst was. Bij e-mail en brief van diezelfde dag van XPeng is de non-actiefstelling schriftelijk aan [verzoeker] bevestigd:
“This is because you are alleged of misconduct.”
1.9
In een door XPeng overgelegd “Statement about the investigation interview meeting from [naam 24] ” staat vermeld dat op 12, 13 en 14 april 2022 vijftien collega’s zijn gehoord omtrent de klacht en het gedrag van [verzoeker] :
  • op 12 april 2022: [naam 7] , [naam 15] , [naam 16] en [naam 17] .
  • op 13 april 2022: [naam 6] , [naam 18] , [naam 19] , [naam 20] , [naam 21] en [naam 22] ;
  • op 14 april 2022: [naam 8] , [naam 14] , [naam 9] , [naam 11] en [naam 12] .
1.1
XPeng heeft de volgende verklaringen overgelegd, waaronder een handtekening staat vermeld:
- van
[naam 8], gedateerd 14 april 2022, waarin het volgende staat vermeld:
“(…) [naam 8] - 14.30, 14/04/2022
 Discrimination: black people jokes, slavery jokes; homophobia jokes
 Bully: fight with [naam 9] , and he thinks he’s funny
 Very poor performance. (…)”
- van
[naam 14] (hierna: [naam 14] ), gedateerd 26 juli 2022:
“(…) I shared some uncomfortable experiences and feelings about [verzoeker] to them during this short interview (…)”
Er is geen gespecifieerde verklaring van [naam 14] overgelegd.
- van
[naam 9], gedateerd 26 juli 2022:
“(…) (I cannot recall when these jokes started exactly, but I do remember they would come up multiple times per week, at least for a while) (…)
Homofobic and inappropriate jokes
I was cleaning my home, so I had tank top shirt instead of a normal shirt or uniform, but when [verzoeker] realized what I was wearing he made sure to point out that “some of my chest hair was showing” and that “he just took a printscreen and “will send to Michael (..) if I misbehaved (…)”
Voorts verklaart [naam 9] over hetgeen [naam 14] hem verteld heeft over een situatie die hij als racistisch aanmerkt, waarin [verzoeker] [naam 14] spullen liet sjouwen tijdens zijn proeftijd en daarnaast lopend zei: “It feels we are in the 1500’s all over again”. (…)”
- Van
[naam 15]is een door hem op 14 april 2022 ondertekende verklaring overgelegd, waarin letterlijk de door [naam 7] aangegeven klachten staan vermeld.
Voorts heeft XPeng verklaringen overgelegd, die niet zijn ondertekend:
- van
[naam 21](gedateerd 13 april 2022, hierna: [naam 21] ): “I explained several moments where I was present where [verzoeker] showed examples of discrimination toward colleagues, sexist comments and inappropriate jokes. In addition, I explained [naam 4] and [naam 23] about [verzoeker] ’s unprofessional working behavior during working hours. (…) In a separate document you can find the examples of this behavior. (…)”
Er is geen document met een gespecificeerde verklaring van [naam 21] overgelegd.
- van
[naam 16](14 april 2022, hierna [naam 16] ) :
“(…) At least 2 times for [naam 14] - fat and color discrimination
Uniforms are coming for China so they don’t fit because we are so big (Racist)
Comments “Anoiy” for [naam 9] , shouting and screaming at him in store loudly – customers can even hear and then left store [Bully]
[naam 17] – “Selling her body for modelling job”(sexual harassment) (…)”
Voorts is een verklaring van [naam 16] overgelegd waarin zij weergeeft wat zij van collega’s heeft gehoord.
- van
[naam 17](13 april 2014):
“Directly say: You sold your body to xx (a brand name) when commenting my modeling experience
(…) Directly saw: [verzoeker] shouted and had a fight with [naam 9] in the store even in front of customers (Humiliate/bully)
Directly heard: several offensive bad comments on [naam 14] ‘s skin color and body shape. (Racist/oral bully) (…)
Feel uncomfortable (…)”
Ook is een verklaring van haar overlegd waarin zij zegt dat [verzoeker] tegen haar gezegd heeft: “you sold your body to Rituals”:
“He probably didn’t mean anything sexual, but as the person hearing it, I felt it is wrong and not nice to comment/make jokes on a colleague’s body. (…)”
- van
[naam 15](12 april 2022):
“(…) Uncomfortable comments about my height directly in front of me, much times.
Do you take it as discrimination? Comments against sexual orientation, in a less favorable tone. It is homophobia.
Is there anything else you want to tell me about the issue? Sexual joke made on female colleague(s) in Sweden office during business trip; Sexual orientation discrimination comments with less favorable tone made on [naam 7] in front of other colleagues;
Sexual comments with female colleague directly in front of the person and other colleagues. (…)”
- van
[naam 11]van 14 april 2022, waarin hij zegt dat hij geïnterviewd is en een aantal werkervaringen met [verzoeker] heeft gedeeld. Er is geen specifieke verklaring overgelegd.
-
[naam 18]verklaart dat [verzoeker] onprofessioneel gedrag vertoont door de manier en toon waarop hij spreekt.
1.11
In een verklaring van
[naam 19], gedateerd op 22 juli 2022, staat onder meer het volgende:
“(…) I didn’t work closely with him, only when we had to now more about signing an energy contract for the Service Center we are going to start. My colleague Johannes and I sat together with [verzoeker] about the contract. Then [verzoeker] told us that he had once copied a signature of out board member, Mr. [naam 5] , [naam 5] ), who is registered at the Chamber of Commerce and authorised to sign contracts, to get a contract more quickly rather than go through the official procedure to get it signed This was a contract for the Experience Store. After hearing this my colleague and I spoke about it and decided to report it to the management. (…)”
In een ongedateerde “Summary of conversation” van
[naam 20]over zijn ervaringen met [verzoeker] staat onder meer het volgende vermeld:
“(…) During the conversation [verzoeker] mentioned he was upset with the extensive internal approval process and initially only the contract for the energy supplier has been reviewed and signed through the internal process. (…) Due to frustration about the process [verzoeker] mentioned to us he copied the signature from Jackie and pasted this under the additional contract needed to finalize the process.
(…)
As mentioned during our conversation I did hear words with a homophobic nature which could be offensive for people in the team. (…)”
1.12
Op 21 april 2022 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden. Bij dit gesprek waren [verzoeker] , [naam 1] , [naam 2] en [naam 25] (namens de afdeling Legal) aanwezig. In een door XPeng in deze procedure overgelegde verklaring van [naam 1] over dit gesprek staat onder meer dat [verzoeker] tijdens dit gesprek uitdrukkelijk heeft ontkend dat hij de digitale handtekening van [naam 5] zonder diens toestemming had geplaatst onder het schoonmaakcontract, maar dat [verzoeker] wel op 22 april 2022 in een telefoongesprek met [naam 1] heeft verteld dat hij dit de vorige dag had ontkend omdat hij in shock was over de beschuldigingen inzake onbehoorlijk gedrag en heeft toegegeven dat hij de handtekening wel vervalst had. Ook staat in deze verklaring:
“Several complaints of misconduct were recieved from the periode 3rd April to 8 Apri8l on “hurtful” actions and words Mr. [verzoeker] had used against several staff which led to the need for an internal investigation.(…)”
In een verklaring van [naam 2] over het gesprek op 21 april 2022 (productie 24 bij verweerschrift), bevestigd door het Legal Department, staat onder meer het volgende:
“(…)
Description
This meeting was held after we finalized the investigation with other colleagues who worked with [verzoeker] , and we need to hear what [verzoeker] would say from his side. During the meeting I told Mr. [verzoeker] that we have received several negative feedback from other employees against him and also contract signature forgery thing, we would like Mr. [verzoeker] to tell his point of view from his side, but mr. [verzoeker] denied any accusation including racism or sexual orientation..
1. Question: If you gave any comments on other’s skin color or race?
- Mr. [verzoeker] ’s answer:
No never, if that is from [naam 14] , I will be very surprised.
2. Question: If you made any comments on others sexual orientation? Or showed any discrimination on this?
- Mr. [verzoeker] ’s answer
: No, not discriminated.
3. Question: we understand that sometimes you may not mean to hurt, but the feedback we received is that people are not comfortable for your words, so have you used any discriminated language towards other people?
- Mr. [verzoeker] ’s answer:
I am just being “Dutch”, being straight, but I never mean to discriminate people.
4. Questions: we received several complaints about your dis-respectful behaviour towards your colleagues, for example, shouting to people instore in front of clients or customers.
- Mr. [verzoeker] answer:
there were some cursing languages, but it’s common in the Netherlands.
5. Question: How do you think of the accusement we mentioned previously?
- Mr. [verzoeker] ’s answer:
I don’t remember I discriminated anybody, but there is no one came to me or said anything to me about this, no one told me that they are uncomfortable with my words within their month.
(…)”
Deze verklaringen zijn voorafgaand aan deze procedure niet aan [verzoeker] overgelegd.
1.13
XPeng heeft als productie 18 bij verweerschrift een “Detailed report on misconduct report”, gedateerd op 22 april 2022, overgelegd, waarin opgesomd is wat staat in de door XPeng overgelegde verklaringen. Ook deze verklaring is voorafgaand aan deze procedure niet aan [verzoeker] overgelegd.
1.14
Op 25 april 2022 is [verzoeker] door XPeng op staande voet ontslagen. [verzoeker] is dat eerst telefonisch meegedeeld door [naam 1] , die [verzoeker] vertelde dat hij meende dat hij dit besluit persoonlijk van hem moest horen. In de avond op 25 april 2022 heeft [verzoeker] een e-mail van XPeng ontvangen, waarin staat dat hij op staande voet is ontslagen op - samengevat – de volgende gronden:
Discriminatie, (seksuele) intimidatie en pesterijen van collega’s op de werkplek
Vervalsing
Overtreding van de interne voorschriften door salaris gerelateerde informatie van teamleden aan andere teamledenbekend te maken.
In de eerste alinea van deze brief staat dat XPeng diverse e-mails van medewerkers heeft gekregen ter zake van
“gross misconduct in relation to multiple colleagues in and/or around the workplace in recent monthts.”
en dat deze e-mails, in geanonimiseerde vorm bij deze brief zijn gevoegd.
In deze brief staat ook:
“(…) Individually and certainly viewed (in whole or in part) jointly, your actions and behaviour, as referred to in paragraphs A, B and C above, give rise to (an) urgent reason(s) for your dismissal, within the meaning of Article 7:678 of the Dutch Civil Code. (…)”
Tussen partijen staat vast dat de e-mails (XPeng stelt door een technische oorzaak) niet bij de brief gevoegd waren en dat [verzoeker] deze pas, na zelf daartoe verzocht te hebben, op 20 mei 2022 in geanonimiseerde vorm heeft ontvangen.
1.15
Op 26 april 2022 heeft nog een gesprek plaatsgevonden, waarbij [verzoeker] , [naam 1] , [naam 2] en Xie aanwezig waren. In dit gesprek heeft XPeng een vaststellingsovereenkomst aangeboden. In het verslag van het Legal Department van dit gesprek staat vermeld dat XPeng bereid was een vaststellingsovereenkomst te sluiten, gelet op het feit dat [verzoeker] met het vervalsen van de handtekening XPeng geen financiële schade heeft toegebracht.
1.16
In een verklaring, ondertekend door [naam 2] , van 9 juli 2022 staat onder meer het volgende:
“(…)1. When did the meeting in March 2022 take place in which he discussed salary related issues of teammembers? (..) one of the first shifts after the team and store were ready. This was not a meeting in the meeting room. This was around the coffee machine when the store was opening or during a low traffic moment.(…) 2. Who was present at this meeting? Samuel + [naam 14] + Lina (Lina herself denied to have attended) 3. What exactly did he say and what exactly (salary related) information that he has shares with others? – He said multiple times that he was getting enough money, not mentioned the exact number. But then told us all that we have the same contract, and that he could had gotten Santo, Lina and [naam 14] for an cheaper price, because they were less experienced and arrived later. Basically he admitted we have the same contract and values, he said almost 3K (between 2.8K-3K) (…)”
[naam 9]verklaart in zijn als productie 12 overgelegde verklaring dat het incident met het bespreken van de salarissen plaatsvond “in the first few days or weeks of working in the Store” dat er vijf Product Specialisten en de manager bij aanwezig waren. Toen contracten en salarissen ter sprake kwamen, vertelde [verzoeker] onder meer dat in het nieuwe team iedereen exact hetzelfde krijgt, aldus [naam 9] .

2.Verzoek en verweer tegen tegenverzoek

2.1
[verzoeker] verzoekt primair vernietiging van het ontslag op staande voet, wedertewerkstelling en betaling van loon. Aan dit verzoek legt hij - kort gezegd - ten grondslag dat geen sprake is van een dringende reden. Allereerst stelt [verzoeker] dat XPeng een vergaande zorgplicht ook jegens hem heeft. [verzoeker] ontkent zich discriminatoir, seksueel intimiderend of racistisch opgesteld te hebben. Hij heeft zich voorafgaand aan het ontslag op staande voet niet kunnen verweren, omdat XPeng geen concrete klachten van collega’s met hem gedeeld heeft. Daarom is in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor gehandeld en heeft evenmin behoorlijk, transparant, zorgvuldig en geprotocolleerd onderzoek plaatsgevonden dat rekening houdt met zowel de belangen van de (vermeende) slachtoffers als de werknemer op wie het onderzoek betrekking heeft. De gevolgen van de onzorgvuldige behandeling zijn desastreus voor [verzoeker] . Nu met de onderzoeksresultaten geen rekening gehouden mag worden en de verwijten ten aanzien van discriminatie en pesterijen niet waar zijn, is er geen sprake van een dringende reden, omdat [naam 1] in het telefoongesprek op 25 april 2022 heeft meegedeeld dat de dringende reden wordt gevormd door de combinatie van de klachten over zijn gedrag jegens collega’s en de vervalsing van de handtekening. Met betrekking tot de brief van 25 april 2022 waarin [verzoeker] op staande voet is ontslagen, stelt [verzoeker] voorts dat geen sprake is van een dringende reden omdat, voor zover de verklaringen al worden toegelaten tot bewijs, deze onjuist zijn: ten onrechte vooraf met elkaar afgestemd, veel verklaringen zijn van horen zeggen, terwijl geen concrete verwijten worden gemaakt. Er hebben personen direct belang bij het verspreiden van roddels. Daarnaast is geen rekening gehouden met mogelijke culturele verschillen. [verzoeker] is weliswaar als Nederlander directer dan anderen, maar dat maakt niet dat hij zich schuldig maakt aan discriminatie, seksuele intimidatie, racisme en/of pesten. Als hij in de gelegenheid was gesteld om op de concrete klachten te reageren dan hadden de schijnbaar bestaande misverstanden direct uit de wereld geholpen kunnen worden. [verzoeker] erkent dat hij de digitale handtekening van [naam 5] zonder diens toestemming onder het schoonmaakcontract heeft geplaatst, maar hij stelt dat dit gebeurd is onder immense werkdruk, omdat de opening op tijd moest worden gerealiseerd. [verzoeker] was daarvoor verantwoordelijk. Het schoonmaakbedrijf weigerde het pand voor de opening schoon te maken wanneer het voorafgaand daaraan niet het ondertekende contract zou hebben ontvangen. Onder deze druk en nadat [verzoeker] had gezien in het interne systeem dat de verantwoordelijken met de overeenkomst instemden, heeft hij de digitale handtekening van [naam 5] onder het contract gezet, zonder dat [naam 5] daarmee had ingestemd. Hij heeft alleen in het belang van het bedrijf gehandeld, zichzelf niet financieel bevoordeeld en evenmin XPeng schade hiermee berokkend. [verzoeker] betwist eveneens dat hij salarissen van collega’s met andere collega’s heeft gedeeld. Het is hem niet bekend op welke meeting wordt gedoeld.
Voorts is het ontslag niet onverwijld verleend, omdat XPeng al op 14 april 2022 op de hoogte was van de aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden. Ook is de reden voor het ontslag niet onverwijld aan [verzoeker] meegedeeld, omdat hem tijdens het telefoongesprek met [naam 1] op 25 april 2022 niet is verteld waarom hij precies op staande voet is ontslagen. Pas later die dag zijn de (aanvullende) redenen voor het ontslag aan hem toegezonden.
[verzoeker] vordert voorts een loonsverhoging van 1 % over zijn salaris vanaf 1 januari 2022, omdat hij daar op grond van de geldende CAO voor het motorvoertuigen en tweewielerbedrijf (hierna: de CAO) recht op heeft.
2.2
[verzoeker] heeft in het verzoekschrift subsidiair gesteld te berusten in het ontslag per 25 april 2022 en verzocht om toekenning van een transitievergoeding van € 906,08 bruto, de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 14.771,25 bruto, alsmede een billijke vergoeding van € 55.000,00 bruto te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd tot aan het moment van voldoening. Meer subsidiair verzoekt [verzoeker] XPeng te veroordelen een correcte eindafrekening op te stellen.
[verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij vernietiging van het ontslag wenst (de primaire vordering). Daarmee blijft de subsidiaire en meer subsidiaire vordering buiten beschouwing.
In alle gevallen verzoekt [verzoeker] de kantonrechter voor recht te verklaren dat het op 25 april 2022 gegeven ontslag op staande voet niet voldoet aan de vereisten van art. 7:677 en 7:678 Burgerlijk Wetboek (BW) en niet rechtsgeldig is, alsmede XPeng te veroordelen tot het betalen van een immateriële schadevergoeding van € 10.000,00, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag, alsmede tot het betalen van het achterstallig salaris vanaf 1 januari 2022, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente en tot het afgeven van deugdelijke loonstroken op straffe van een dwangsom. Ook verzoekt [verzoeker] de kantonrechter voor recht te verklaren dat XPeng geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en het relatiebeding, althans deze bedingen (gedeeltelijk) te vernietigen of te beperken en bij instandhouding van de bedingen te bepalen dat XPeng voor de duur van de werking daarvan verplicht is om aan [verzoeker] een vergoeding € 6.000,00 bruto per maand te betalen en XPeng in de proceskosten te veroordelen.
2.3
[verzoeker] verzet zich tegen toewijzing van het door XPeng ingediende voorwaardelijke verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens hem is geen sprake van (ernstige) verwijtbaarheid op dezelfde gronden als hiervoor weergegeven.
Provisionele vordering
2.4
[verzoeker] heeft tevens, bij wijze van voorlopige voorziening, loonsverhoging sinds 1 januari 2022 en doorbetaling van loon sinds 25 april 2022 gevorderd totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede de wettelijke verhoging en wettelijke rente over het te laat betaalde loon. Voorts vordert [verzoeker] dat deugdelijke loonstroken worden overgelegd op straffe van een dwangsom.

3.Verweer en tegenverzoek

3.1
XPeng verweert zich tegen het verzoek. Zij stelt in de eerste plaats dat de CAO niet van toepassing is, zodat [verzoeker] geen aanspraak kan maken op de door hem verzochte loonsverhoging per 1 januari 2022. Zij stelt voorts dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, omdat sprake is van een dringende reden. Zij voert - samengevat - aan dat zij begin april 2022 klachten over het gedrag van [verzoeker] op de werkvloer kreeg van [naam 7] en dat zij naar aanleiding daarvan 15 medewerkers heeft gevraagd hun klachten op papier te zetten. Het betreft klachten over het volgende: discriminerende opmerkingen over homo’s, racistische en seksistische uitlatingen over huidskleur, afkomst, seksuele geaardheid en geslacht, misplaatste grappen over iemands lengte, in iemands gezicht slaan waar klanten bij zijn en respectloos gedrag tegenover collega’s door naar hen te schreeuwen. Naar aanleiding van de verklaringen heeft het “Legal Department” van XPeng een onderzoeksrapport opgesteld. Het onderzoek is zorgvuldig verlopen. [verzoeker] is op 21 april 2022 met de uitkomst van het onderzoek geconfronteerd en heeft de mogelijkheid gehad om daarop te reageren. Om de anonimiteit van de gesprekken met collega’s te bewaren zijn zeer concrete voorbeelden niet genoemd. Dat de verklaringen anoniem waren maakt deze niet minder waard. [verzoeker] verklaart ten onrechte dat zijn taalgebruik als “Nederlands” en “direct zijn” moet worden beschouwd, temeer omdat hij als leidinggevende een voorbeeldfunctie heeft.
Met betrekking tot het door [verzoeker] zonder toestemming van [naam 5] plaatsen van zijn digitale handtekening onder het schoonmaakcontract, betwist XPeng allereerst dat [verzoeker] werkweken van 60 tot 70 uur maakte, alsmede dat het niet mogelijk was om, indien dat nodig was, binnen zes uur een handtekening van [naam 5] onder een contract te krijgen. XPeng betwist dat [verzoeker] er voorafgaand aan de opening van het Experience Centrum op aangedrongen heeft dat het schoonmaakcontract getekend moest worden, noch bij [naam 6] , noch bij [naam 1] . Evenmin is gebleken dat het schoonmaakbedrijf heeft aangegeven niet te willen schoonmaken voordat het contract getekend was. De overgelegde e-mailwisseling (zie hierboven in rov. 1.5) wijst daar helemaal niet op. Bovendien heeft [verzoeker] na de opening ook niemand binnen XPeng op de hoogte gesteld van zijn handelen. Hij heeft het tekenproces alsnog laten plaatsvinden en aan [naam 6] gemaild dat hij het contract zou terugsturen aan het schoonmaakbedrijf, terwijl het valselijk ondertekende contract al was verstuurd. XPeng wijt het aan laksheid van [verzoeker] . Voorts heeft hij op 21 april 2020, toen hij werd geconfronteerd met de zonder toestemming van [naam 5] geplaatste handtekening, ontkend dat hij daar iets mee te maken had.
Voorts heeft [verzoeker] laakbaar gehandeld door in het openbaar salarissen van collega’s te bespreken.
Het ontslag op staande voet is wel degelijk onverwijld gegeven, nadat het zorgvuldige onderzoek was afgerond. Ook zijn de gronden voor het ontslag onverwijld meegedeeld
3.2
XPeng verzoekt in een tegenverzoek voorwaardelijk, voor het geval het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van het ontslag op staande voet zal worden toegewezen, om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e en/of g BW wegens ernstig verwijtbaar handelen en/of het onherstelbaar verstoord raken van de arbeidsrelatie, waardoor aan [verzoeker] geen transitievergoeding toekomt. De kantonrechter begrijpt dat XPeng zich daarbij baseert op de ook voor het ontslag op staande voet aangevoerde gronden. Verder verzoekt XPeng om bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst, aangezien sprake is van ernstig verwijt handelen en nalaten van [verzoeker] , geen rekening te houden met de geldende opzegtermijn en de arbeidsovereenkomst dadelijk te ontbinden. XPeng heeft aangegeven afstand te doen van nakoming van het concurrentie- en relatiebeding.

4.Beoordeling

Ontvankelijkheid
4.1
Het verzoek is tijdig ingediend, omdat het is ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is beëindigd.
Voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv
4.2
Nu in deze beschikking al een finale beslissing zal worden gegeven over het verzoek van [verzoeker] , is er geen reden (meer) om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van voornoemd artikel kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding en het geding eindigt op dit punt met deze beschikking. Het verzoek om een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv wordt dan ook afgewezen.
Toepasselijkheid CAO
4.3
[verzoeker] vordert een loonsverhoging van 1% per maand vanaf 1 januari 2022, stellend dat de CAO van toepassing is op de arbeidsovereenkomst. XPeng betwist dat en beroept zich daarbij op hetgeen vermeld staat in een brief van 1 september 2021 van het PMT-pensioenfonds Metaal & Techniek en een Memo van Mercer van november 2021, waaruit zou blijken dat de CAO niet van toepassing is.
De kantonrechter verwerpt het verweer van XPeng op grond van het volgende.
In de werkingssfeerbepaling van de CAO (Hoofdstuk 1, artikel 1) staat dat de CAO:
“(…) geldt voor werkgevers en werknemers in de bedrijfstak van het motorvoertuigen- en tweewielerbedrijf, waaronder wordt verstaan:
(…)
b. het aan het publiek verkopen van motorvoertuigen en/of (…)
f. het importeren van motorvoertuigen en/of (…)
h. het ten behoeve van de activiteiten zoals genoemd onder sub b en sub d van dit artikel fysiek, anders dan alleen via digitale weg, aan het publiek etaleren en/of aan het publiek afleveren van motorvoertuigen en/of (…).”
De door XPeng geciteerde brief en Memo geven weliswaar aan dat de CAO niet van toepassing zou zijn, maar uit de Memo blijkt bijvoorbeeld dat Mercer zich daarbij baseert op een eerdere, veel beperktere bedrijfsomschrijving van XPeng, dan thans in de Kamer van Koophandel is geregistreerd (zie hierboven in rov. 1.1). Op basis van die huidige, veel ruimere bedrijfsbeschrijving is naar het oordeel van de kantonrechter wel voldaan aan de werkingssfeerbepaling in art. 1 sub b, f en h CAO. Voor het toepasselijk achten van de CAO op de arbeidsovereenkomst van partijen is temeer aanleiding nu [verzoeker] per 1 december 2021 is aangenomen om de opening van het Experience Centrum op te zetten, waarmee eveneens voldaan is aan het in art. 1 sub h gestelde, te weten het etaleren van motorvoertuigen met de bedoeling om die aan het publiek te verkopen, zoals vermeld in art 1 sub b en h. Dit uiteraard met de bedoeling om de daar geëtaleerde auto’s te verkopen, waardoor tevens aan art. 1 sub b is voldaan. Nu de CAO van toepassing wordt geacht, maakt [verzoeker] terecht aanspraak op een loonsverhoging van 1 % per 1 januari 2022. Het salaris bedraagt vanaf die datum derhalve € 6.312,50 bruto per maand exclusief emolumenten.
Ontslag op staande voet
4.4
De kantonrechter dient te beoordelen of de redenen die XPeng aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd als een dringende reden kwalificeren als bedoeld in artikel 7:677 BW en of er onverwijld is opgezegd. Bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag moeten de omstandigheden van het geval in onderlinge samenhang worden bezien. De aard en de ernst van het gedrag van [verzoeker] spelen daarbij een rol, evenals de duur van de arbeidsovereenkomst en ook de (persoonlijke) omstandigheden van [verzoeker] en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem heeft.
4.5
[verzoeker] heeft gesteld dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven, omdat op 14 april 2022 al hetgeen aan het ontslag ten grondslag is gelegd al bekend was, maar het ontslag pas op 25 april 2022 is gegeven. Met XPeng is de kantonrechter echter van oordeel dat het ontslag op staande voet voldoende voortvarend is gegeven, waarmee aan de eis van onverwijldheid is voldaan. XPeng heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij na 14 april 2022 nog nader onderzoek heeft uitgevoerd, voordat zij een beslissing omtrent ontslag kon nemen.
4.6
[verzoeker] heeft voorts gesteld dat XPeng niet onverwijld de gronden voor ontslag heeft genoemd, doordat hij op 25 april 2022 eerst door [naam 1] is gebeld met de mededeling dat hij op staande voet ontslagen werd en dat [naam 1] in dat gesprek niet alle gronden genoemd heeft, die wel in de enkele uren later gestuurde e-mail vermeld stonden. Dat verweer passeert de kantonrechter ook. De kantonrechter merkt de e-mail van 25 april 2022 aan als de daadwerkelijke aanzegging van het ontslag op staande voet. Het feit dat [naam 1] het fatsoenlijk vond om [verzoeker] persoonlijk te vertellen dat hij op staande voet ontslagen zou worden, kan niet anders gezien worden dan als een vooraankondiging van het ontslag, dat direct diezelfde dag gevolgd is door de exacte opsomming van de gronden.
4.7
Vervolgens moet beoordeeld worden of sprake is van een dringende reden als bedoeld in art. 7:677 BW.
XPeng heeft daartoe de drie hierboven in rov. 1.14 genoemde gronden genoemd. Voor zover [verzoeker] heeft gesteld dat het ontslag op staande voet alleen gegrond is op de combinatie van deze drie gronden, gaat dat standpunt niet op, omdat in de ontslagbrief staat vermeld dat [verzoeker] gedrag:
“(…) Individually and certainly viewed (in whole or in part) jointly”
reden is voor het ontslag.
Dat betekent dat zowel per gegeven grond als voor de combinatie daarvan beoordeeld moet worden of een dringende reden bestond.
Klachten van collega’s over onbetamelijk gedrag van [verzoeker]
4.8
De kantonrechter is van oordeel dat de klachten van de collega’s over onbetamelijk gedrag en het door XPeng uitgevoerde onderzoek onvoldoende grond vormen voor een ontslag op staande voet en wel om de volgende redenen.
XPeng is als werkgever enerzijds verplicht om te zorgen voor een veilige werkomgeving voor werknemers, anderzijds heeft zij een zorgplicht jegens de werknemer die beticht wordt van onbetamelijk gedrag. Indien er klachten over een werknemer worden geuit dient zij deze zorgvuldig te onderzoeken met toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor jegens alle daarbij betrokken partijen, inclusief de van onbetamelijk gedrag betichte werknemer. Aan die laatste voorwaarde heeft XPeng niet voldaan. Zij heeft [verzoeker] noch op het moment van op-non-actiefstelling, noch voorafgaand aan het ontslag op staande voet concrete beschuldigingen voorgelegd. Tijdens het gesprek op 21 april 2022 heeft zij slechts in algemene bewoordingen vragen aan [verzoeker] voorgelegd en hem daarmee niet in de gelegenheid gesteld om op concrete klachten te reageren en zich daartegen te verweren. Daarmee heeft zij het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. Pas op 20 mei 2022, dus een maand na het ontslag op staande voet heeft [verzoeker] - nog steeds geanonimiseerde - verklaringen ontvangen en eerst na ontvangst van het verweerschrift (waaraan de verklaringen voor het eerst niet geanonimiseerd als producties zijn bijgevoegd) heeft hij uitgebreid daarop kunnen reageren.
4.9
Voor een reactie van [verzoeker] op de concreet geuite beschuldigingen was temeer aanleiding omdat XPeng zich baseert op verklaringen van medewerkers, maar die met terughoudendheid moeten worden beoordeeld en waaraan beperkte waarde toekomt: diverse verklaringen zijn van horen zeggen en zijn niet ondertekend, dan wel een herhaling van wat een andere medewerker heeft verklaard. Zo bevat de verklaring die XPeng als eerste heeft ontvangen, van [naam 7] , geen klachten die hij zelf heeft ervaren, het betreft slechts aantijgingen die hij van anderen heeft gehoord.
Daarnaast geldt voor de verklaringen van drie direct ondergeschikten van [verzoeker] ( [naam 26] , [naam 27] en [naam 11] dat zij in algemene kwalificaties genoemd worden en dus zonder dat concrete voorbeelden worden gegeven, of dat verwezen wordt naar specifieke verklaringen die niet zijn overgelegd ( [naam 14] , [naam 11] , [naam 21] ). Bij de beoordeling van de verklaring van [naam 9] past terughoudendheid, omdat [verzoeker] gemotiveerd heeft aangegeven dat hij zich in verband met diens functioneren meermalen kritisch jegens hem heeft opgesteld.
In ieder geval heeft [verzoeker] ten aanzien van twee gesignaleerde incidenten (de opmerking tegen [naam 9] over zijn kleding en de mogelijke reactie van [naam 7] en zijn opmerking tegen [naam 17] over het “verkopen van haar lichaam”) gemotiveerd en uitdrukkelijk betwist dat hij daar een seksueel getinte en/of homofobe bedoeling bij had. Het valt niet uit te sluiten dat indien XPeng [verzoeker] eerder met deze incidenten geconfronteerd had, enerzijds misverstanden opgehelderd hadden kunnen worden en zij [verzoeker] anderzijds had kunnen aanspreken op zijn gedrag en hem de kans had kunnen geven om zijn gedrag te verbeteren. Voor dat laatste was zeker aanleiding: ondanks het feit dat [verzoeker] het discriminerend karakter van de klachten gemotiveerd weerspreekt, doemt uit hetgeen diverse collega’s (Lino, [naam 21] , [naam 17] , [naam 15] , [naam 20] , [naam 16] ) verklaard hebben over wat zij zelf gehoord hebben, wel het beeld op dat [verzoeker] regelmatig discriminerende en misplaatste opmerkingen maakt jegens ondergeschikten. Dat valt [verzoeker] in zijn positie van leidinggevende te verwijten, maar zijn gedrag was niet zodanig dat XPeng [verzoeker] daarop niet had kunnen en moeten spreken en hem niet een (laatste) kans had kunnen en moeten geven zijn gedrag te verbeteren. Daarvoor was temeer aanleiding omdat XPeng zelf heeft aangegeven dat in haar bedrijf medewerkers van diverse nationaliteiten samenwerken en er dus culturele verschillen kunnen zijn en ook de taalbarrière misverstanden in de communicatie kan opleveren.
4.1
De kantonrechter merkt daarbij op dat dit lastige kwesties voor werkgevers zijn, maar dat voorop staat dat een werkgever zich, ter bescherming van de belangen van alle betrokkenen, af dient te vragen of en zo ja welk onderzoek nodig is, of het ook anders, minder ingrijpend, kan bijvoorbeeld door partijen met elkaar te laten praten, met begeleiding van een leidinggevende of onder leiding van een mediator.
Gelet op het hier overwogene is de kantonrechter van oordeel dat XPeng de onderhavige kwestie onvoldoende zorgvuldig heeft aangepakt door onvoldoende rekening te houden met de belangen van [verzoeker] en dat daarom op dit punt geen sprake is van een dringende reden.
Bespreking van salarissen van collega’s
4.11
Deze grond op zichzelf beschouwd vormt naar het oordeel van de kantonrechter evenmin een grond voor een ontslag op staande voet, omdat onvoldoende duidelijk is geworden wanneer dat gesprek heeft plaatsgevonden en wat daar precies aan de orde is geweest. Ook wat dit punt betreft geldt dat [verzoeker] onvoldoende in de gelegenheid is gesteld om op een concreet daarover geformuleerde klacht te reageren.
Het zonder toestemming gebruikmaken van dedigitale handtekening van [naam 5] .
4.12
[verzoeker] heeft erkend dat hij op 7 maart 2022, dus drie dagen voor de opening van het Experience Centrum, de digitale handtekening van [naam 5] zonder diens toestemming heeft geplaatst op het schoonmaakcontract en het contract heeft verstuurd naar het schoonmaakbedrijf. [verzoeker] stelt wel dat hij niet anders kon door de grote werkdruk en stress om het Experience Centrum op tijd en schoon te kunnen openen, maar dat heeft hij in het licht van het verweer niet aannemelijk gemaakt. Zo blijkt uit de door XPeng overgelegde e-mails (zie hierboven in rov. 1.5) in het geheel niet dat het schoonmaakbedrijf [verzoeker] onder druk heeft gezet en uitdrukkelijk als voorwaarde voor het schoonmaken voor de opening de eis heeft gesteld dat zij voordien een ondertekend contract van XPeng zou ontvangen. Ook heeft [verzoeker] niet onderbouwd dat hij, voordat hij gebruik maakte van de digitale handtekening van [naam 5] , tevergeefs bij [naam 6] of [naam 1] heeft aangedrongen op het tekenen van het contract. Evenmin heeft hij weersproken dat, mocht dat noodzakelijk zijn, binnen zes uur een handtekening door [naam 5] gezet kan worden. Het lijkt er eerder op dat [verzoeker] , uit irritatie over het feit dat voor ieder contract goedkeuring uit China moet komen, de handtekening heeft gebruikt. Daarbij heeft [verzoeker] er ook geen blijk van gegeven dat hij beseft dat hij daarmee niet alleen het vertrouwen van zijn werkgever op het spel zet noch dat hij daarmee een strafbaar feit pleegt. Dat volgt bijvoorbeeld ook uit de verklaringen van N. Kuiper en J. [naam 20] (zie hierboven in rov. 1.11) dat hij het zonder toestemming gebruiken van de handtekening van [naam 5] als oplossing heeft genoemd voor het ondertekenen van andere contracten, hetgeen [verzoeker] niet heeft betwist.
Verwijtbaar is voorts dat hij niet, na de opening van het Experience Centrum, toen de openingsstress van hem afviel direct bij zijn leidinggevende heeft gerapporteerd dat hij onder druk voor deze oplossing heeft gekozen. Integendeel, hij heeft niet weersproken dat hij [naam 6] en [naam 1] heeft gemaild dat hij het door [naam 5] uiteindelijk wel getekend contract naar het schoonmaakbedrijf zou sturen. Ook heeft hij op 21 april 2022, toen hij voor het eerst geconfronteerd werd met de vervalste handtekening, uitdrukkelijk ontkend dat hij daar wat mee te maken had.
Met XPeng is de kantonrechter van oordeel dat [verzoeker] daarmee het vertrouwen van zijn werkgever beschaamd heeft. Desalniettemin is de kantonrechter van oordeel dat de omstandigheden van dit geval meebrengen dat de verstrekkende sanctie van een ontslag op staande voet voor dit feit op zichzelf beschouwd toch niet op zijn plaats was. Daartoe neemt de kantonrechter in aanmerking dat aannemelijk is dat [verzoeker] vlak voor de opening van het Experience Centrum onder grote druk stond en dat hij onder die druk een verkeerde beslissing heeft genomen waarbij hij overigens niet in zijn eigen belang, maar in dat van het bedrijf dacht te handelen. Ook acht de kantonrechter voorstelbaar dat [verzoeker] , toen hij op 21 april 2022 vanuit het niets werd geconfronteerd met - niet geconcretiseerde - forse klachten over zijn gedrag jegens collega’s zo geschrokken was dat hij niet direct in staat was om te erkennen dat hij wel de handtekening van [naam 5] zonder toestemming gebruikt had. Ook heeft XPeng zelf aangegeven dat [verzoeker] het bedrijf daarmee geen schade heeft berokkend en hem om die reden [verzoeker] op 22 en 26 april 2022 een vaststellingsovereenkomst te hebben aangeboden. Nu [verzoeker] door het plaatsen van de digitale handtekening ook niet zichzelf bevoordeeld heeft, is de kantonrechter van oordeel dat in deze specifieke omstandigheden een ontslag op staande voet dat geldt als ultimum remedium een te verstrekkende maatregel is geweest.
4.13
Uit het voorgaande volgt dat het ontslag op staande voet niet in stand kan blijven, noch op grond van de hierboven genoemde gronden individuele, noch op grond van een combinatie daarvan. De gevorderde verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, is toewijsbaar en XPeng zal worden veroordeeld tot loonbetaling vanaf 25 april 2022, conform het hierboven in rov. 4.3 overwogene, totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd. Eveneens toewijsbaar is het gevorderde achterstallig salaris over de periode 1 januari 2022 tot en met 25 april 2022, alsmede de vordering ter zake van de verstrekking van deugdelijke loonstroken op straffe van een dwangsom. De gevorderde wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW en de wettelijke rente over het (achterstallige) salaris vanaf 1 januari 2022 zijn eveneens toewijsbaar, nu er niet tijdig is betaald. De wettelijke verhoging zal worden beperkt tot 25%. De wettelijke rente over het achterstallig loon wordt toegewezen vanaf de datum van opeisbaarheid.
Immateriële schadevergoeding
4.14
[verzoeker] heeft € 10.000,00 aan immateriële schadevergoeding gevorderd en stelt dat XPeng onrechtmatig, althans in strijd met art. 7:611 BW heeft gehandeld, bijvoorbeeld door geen zorgvuldig onderzoek te doen naar de werkelijke gang van zaken. Hierdoor is [verzoeker] (psychisch) leed aangedaan en is hij ten onrechte in zijn eer en goed naam aangetast.
Daaromtrent overweegt de kantonrechter het volgende. Uit het hiervoor in 4.8 tot en met 4.10 overwogene volgt dat geoordeeld wordt dat XPeng inderdaad niet zorgvuldig genoeg is omgegaan met de belangen van [verzoeker] , op de daar aangegeven gronden en op grond daarvan zich niet als goed werkgever in de zin van art. 7:611 BW heeft gedragen . Uit hetgeen naar voren is gebracht volgt dat de op non-actiefinstelling op 11 april 2022 uitsluitend gebaseerd was op de klachten van de collega’s en niet dat het zonder toestemming gebruik maken van de handtekening van [naam 5] daarvoor een reden was. Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, had XPeng dat anders aan moeten pakken en acht de kantonrechter het niet onaannemelijk dat [verzoeker] onnodig psychisch leed is aangedaan door de plotselinge opnon-actiefstelling zonder dat hem concrete beschuldigingen zijn voorgelegd en het feit dat daarop ontslag op staande voet. De daardoor veroorzaakte schade moet echter wel gerelativeerd worden omdat, zoals hierboven in rov. 4.9 ook is overwogen, er wel degelijk aanleiding is om aan te nemen dat [verzoeker] zich verwijtbaar jegens ondergeschikten en andere collega’s heeft gedragen. Eveneens wordt de door [verzoeker] geleden schade op dit punt gerelativeerd doordat is vastgesteld dat [verzoeker] wel ernstig verwijtbaar heeft gehandeld voor zover dit het zonder toestemming gebruiken van de handtekening van [naam 5] betreft, hetgeen een grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst vormt, zoals hierna wordt overwogen. Voorts heeft [verzoeker] de hoogte van het door hem gevorderde bedrag niet onderbouwd. Tegen deze achtergrond ziet de kantonrechter aanleiding om [verzoeker] ex aequo et bono een immateriële schadevergoeding toe te kennen van € 1.000,00.
Concurrentie- en relatiebeding
4.15
Nu XPeng heeft aangegeven afstand te doen van haar aanspraak op nakoming van het concurrentie- en relatiebeding heeft [verzoeker] geen belang meer bij zijn vordering op dit punt en zal deze worden afgewezen.
Het tegenverzoek
4.16
Er is geen sprake van een opzegverbod.
4.17
XPeng baseert zich op de opzeggingsgronden van art. 7:669 lid 3 sub e en g BW, te weten verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, dan wel verstoorde verhoudingen.
4.18
De kantonrechter overweegt hierover als volgt. Met betrekking tot de klachten over onbetamelijk gedrag jegens collega’s en het verwijt dat [verzoeker] over salarissen van collega’s zou hebben gesproken is hetgeen hierboven in rov. 4.8 tot en met 4. 11 is overwogen eveneens grond om de gevorderde ontbinding van de overeenkomst niet toewijsbaar te achten.
Wel reden voor ontbinding op grond van art. 7:699 lid 3 sub e BW vormt hetgeen ten aanzien van het zonder toestemming plaatsen van de digitale handtekening van [naam 5] is overwogen in rov. 4.12. Het feit dat [verzoeker] niet alleen deze handtekening zonder toestemming heeft gebruikt, maar ook heeft nagelaten de XPeng daar direct na de opening van op de hoogte te stellen, alsmede het feit dat hij over dit vervalsen niet met zijn leidinggevende, maar wel met collega’s heeft gesproken, maakt dat XPeng terecht stelt dat zij het vertrouwen in [verzoeker] is verloren en dat van haar in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ondanks het feit dat hierboven is geoordeeld dat het handelen van [verzoeker] niet een dringende reden voor een ontslag op staande voet oplevert, is de kantonrechter van oordeel dat wel sprake is van ernstig verwijtbaar handelen dat moet leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Gelet op art. 7:673 lid 7 sub c BW kan [verzoeker] daarom geen aanspraak maken op een transitievergoeding.
4.19
Met inachtneming van het in art. 7:671b lid 8 sub b BW bepaalde zal het einde van de arbeidsovereenkomst worden bepaald op 1 september 2022.
4.2
Gelet op de uitkomst van de zaak, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.
BESLISSING
De kantonrechter:
ten aanzien van de door [verzoeker] verzochte voorlopige voorziening:
wijst het verzoek af;
ten aanzien van het verzoek van [verzoeker] :
verklaart voor recht dat het op 25 april 2022 door XPeng verleende ontslag op staande voet niet voldoet aan de vereisten van de artikelen 7:677 en 7:678 BW en vernietigt derhalve het ontslag op staande voet;
veroordeelt XPeng:
tot betaling aan [verzoeker] van het achterstallig salaris over de periode vanaf 1 januari 2022 tot en met 25 april 2022 ad € 238,10 bruto, vermeerderd met 8 % vakantiegeld en de overige emolumenten;
tot betaling van het loon van € 6.312,50, vermeerderd met 8% vakantietoeslag en de overige emolumenten vanaf 25 april 2022 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd;
tot betaling van de wettelijke verhoging over de onder a. en b. genoemde bedragen met een maximum van 25% en de wettelijke rente vanaf de opeisbaarheid van deze bedragen tot aan de dag van de gehele betaling;
om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan [verzoeker] deugdelijke loonstroken te verstrekken van (de betaling van) voornoemde bedragen én om de loonstroken van december 2021, januari 2022, maart 2022 en april 2022 aan [verzoeker] te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag of gedeelte van een dag dat XPeng deze verplichting niet, niet correct en/of niet volledig nakomt, met een maximum van € 5.000,00;
tot betaling aan [verzoeker] van € 1.000,00 aan immateriële schadevergoeding;
ten aanzien van het tegenverzoek van XPeng:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 september 2022;
ten aanzien van het verzoek en het tegenverzoek:
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.A.M. Jacobs, kantonrechter en op 30 augustus 2022 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter