Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 februari 2022,
- de akte uitlaten bewijslevering van Ansvar, met een productie,
- de conclusie na niet-gehouden enquête van [eiseres] ,
- de conclusie na niet gehouden enquête van Ansvar.
2.De verdere beoordeling
Primaire vordering
Waarde voor het ongeval. Hetgeen onder het kopje
Nieuwwaarderegelingis vermeld betreft de waarde voor het ontstaan van de schade. Daarmee is voldoende duidelijk dat die bepaling zelf geen grond is voor een uitkering, maar dat daar alleen een nadere definitie wordt gegeven van een begrip dat elders in de voorwaarden het recht op uitkering bepaalt. Vervolgens is in par. 26 onder het kopje ‘Algemeen’ onder 6 bepaald: ‘
Indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de op grond van de nieuwwaarderegeling (…) bepaalde waarde voor het ongeval, vergoeden ondertekenaars de schade op basis van totaal verlies als bedoeld in par. 25. sub 2.’. Daarmee wordt voor het geval de nieuwwaardeclausule van toepassing is afgeweken van par. 25 lid 2. Met dit geheel is een voldoende duidelijke en begrijpelijke regeling gegeven.
Er is geen sprake van een verrassingsbeding, zoals [eiseres] aanvoert. Zoals onder 2.11 is overwogen staat het een verzekeraar vrij om de omvang van de dekking te bepalen. Het staat een verzekeraar dan ook vrij te bepalen dat bij een ongeval alleen reparatiekosten worden vergoed en dat is niet zodanig in strijd met wat een verzekerde redelijkerwijs mocht verwachten dat dit een verrassingsbeding is, zodat een beroep op die bepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
€ 3.342,00(3 punten × tarief € 1.114)