ECLI:NL:RBAMS:2022:5056

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
29 augustus 2022
Zaaknummer
13/088998-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van heroïne en cocaïne door verdachte in Amsterdam

Op 29 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk verkopen van heroïne en cocaïne in de periode van 8 maart 2022 tot en met 8 april 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn verweer dat er onvoldoende bewijs was, wettig en overtuigend schuldig is bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte voor deze feiten een gevangenisstraf van zes maanden zou krijgen, waarvan twee maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft echter besloten om de volledige gevangenisstraf onvoorwaardelijk op te leggen, gezien de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke delicten. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen, waaronder geld en drugs, behandeld en besloten dat het geld verbeurd verklaard wordt, terwijl de telefoons aan de verdachte worden teruggegeven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/088998-22
Datum uitspraak: 29 juni 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1984 in [geboorteplaats],
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[woonadres],
gedetineerd in [detentieadres].

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 juni 2022. Verdachte was hierbij aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M. Lommers, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. F.M.M.M. Vogels, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is - kort gezegd - ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 8 maart 2022 tot en met 8 april 2022 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan het opzettelijk verkopen van heroïne en/of cocaïne aan meer personen.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte heroïne en cocaïne heeft verkocht aan meer personen in de ten laste gelegde periode, waaronder ook op 8 april 2022. De politie heeft een melding gekregen van getuige [getuige] dat de bestuurder van een blauwe Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1], die op naam staat van verdachte, drugs zou verkopen aan een grote groep mensen. De verbalisanten hebben hierop op 8 april 2022 dealgedrag van verdachte, die de bestuurder was van een blauwe Volkswagen Golf, waargenomen en verdachte aangehouden. Ze zagen dat hij naar een groep van ongeveer acht personen loopt en daar een aantal bolletjes op een muurtje legt. In de auto van verdachte zijn geld en een weegschaal aangetroffen. Ook in de kleding van verdachte is geld in verschillende coupures aangetroffen. Uit de groep worden twee kopers staande gehouden, [persoon 1] en [persoon 2]. Zij hebben verklaard dat zij zojuist drugs hebben gekocht. De drugs die [persoon 1] heeft gekocht blijken heroïne en cocaïne te zijn.
Daarnaast kan op grond van de verklaringen van getuigen [persoon 1], [persoon 2] en [getuige] en de verklaring van verdachte op zitting dat hij zijn auto niet heeft uitgeleend aan anderen ook wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte vanaf 8 maart 2022 in harddrugs heeft gedeald. Niet is echter bewezen dat verdachte aan exact zeven personen heroïne en cocaïne heeft verkocht.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte wegens gebrek aan onvoldoende wettig en overtuigend bewijs moet worden vrijgesproken, omdat de processen-verbaal van bevindingen over de observatie en van verhoor van de getuigen onbetrouwbaar zijn. Over de processen-verbaal van bevindingen over de observatie heeft de verdediging aangevoerd dat niet van alle bevindingen van de verbalisanten foto’s zijn, dat slechts twee van de kopers zijn gehoord, dat het uiterlijk van de verkoper niet is omschreven en dat de bevindingen van de verbalisanten niet worden onderbouwd. Over de processen-verbaal van verhoor van de getuigen heeft de verdediging aangevoerd dat niet is opgenomen waar de getuigen zijn gehoord en dat aan de getuigen niet is gevraagd of is voorgehouden hoe de verkoper eruit ziet. Tot slot heeft de verdediging aangevoerd dat er bij verdachte geen drugs zijn aangetroffen.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie vindt de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte in de periode van 8 maart 2022 tot en met 8 april 2022 heroïne en cocaïne heeft verkocht aan meer personen. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging en overweegt daartoe het volgende.
Uit de processen-verbaal van bevindingen over de observatie blijkt dat er meldingen zijn gedaan dat op de Hodenpijlkade in Amsterdam in drugs zou worden gehandeld door de bestuurder van een blauwe Volkswagen Golf voorzien van kenteken [kenteken 1]. Deze auto staat op naam van verdachte. Verdachte heeft op zitting verklaard dat dat zijn auto is en dat hij deze auto niet uitleent aan anderen. Op 8 april 2022 hebben de verbalisanten dealgedrag van verdachte waargenomen en verdachte aangehouden. Gezien is dat verdachte eerst kortstondig contact heeft met de bestuurder van een auto met kenteken [kenteken 2] en, nadat deze auto weg is, zijn kofferbak opent en vervolgens naar een groepje van ongeveer acht personen loopt. Hij legt een aantal bolletjes op een muurtje en zeven personen namen bolletjes van verdachte aan en legden geld op het muurtje. Daarna liepen de personen snel weg. Twee van de personen, [persoon 1] en [persoon 2], zijn staande gehouden en hebben aan de verbalisanten verklaard dat zij zojuist drugs hadden gekocht. [persoon 2] heeft een wit bolletje op de tong maar slikt dit door. Na onderzoek blijkt dat de door [persoon 1] gekochte drugs heroïne en cocaïne zijn.
Op grond van deze bewijsmiddelen verklaart de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 8 april 2022 heroïne en cocaïne heeft verkocht aan meer personen, onder wie [persoon 1] en [persoon 2]. Dat er bij verdachte en in de auto van verdachte geen drugs zijn aangetroffen, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank niet anders. Getuige [persoon 1] heeft immers verklaard dat verdachte elke week op dezelfde dag en hetzelfde tijdstip drugs komt leveren. Getuige [persoon 2] heeft verklaard dat hij een half jaar in de omgeving woont en niet langer dan die periode drugs koopt van verdachte. Daarnaast heeft getuige [getuige] verklaard dat haar rond 8 maart 2022 opviel dat de bestuurder van de blauwe Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] elke werkdag op de Hodenpijlkade was en dat zij een aantal keer gedrag heeft gezien dat leek op dealen. Getuige [getuige] heeft tot slot verklaard dat zij deze man daar meer weken tot aan enkele maanden heeft gezien en ook op 5 april 2022. Hieruit volgt dat de rechtbank ook de handelsperiode van 8 maart 2022 tot en met 8 april 2022 wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat de processen-verbaal van bevindingen over de observatie en de processen-verbaal van verhoor van de getuigen onbetrouwbaar zijn en niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Ten eerste is het verweer onvoldoende onderbouwd. Daarbij komt dat het ontbreken van foto’s van de observatie en uitdrukkelijke informatie over de plaats waar de verhoren van getuigen plaatsvonden de betrouwbaarheid van de op ambtseed opgemaakte processen-verbaal niet aantast. Tot slot heeft te gelden dat de processen-verbaal enkel op ondergeschikte punten van elkaar afwijken en dat is onvoldoende om de processen-verbaal als onbetrouwbaar terzijde te schuiven. De rechtbank gebruikt de processen-verbaal van bevindingen over de observatie en van verhoor van de getuigen dan ook voor het bewijs.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank verklaart op grond van de bewijsmiddelen in
bijlage IIbewezen dat verdachte
in de periode van 8 maart 2022 tot en met 8 april 2022 te Amsterdam aan meer personen, onder wie [persoon 2] en [persoon 1], heeft verkocht heroïne en cocaïne.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen bevonden feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Bij het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf moeten de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het reclasseringsadvies van 9 juni 2022 worden opgelegd, te weten een meldplicht en ambulante behandeling en het meewerken aan middelencontrole en dagbesteding.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij een veroordeling een straf op te leggen die gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen straf is in overeenstemming met de ernst van het bewezenverklaarde feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoon van verdachte, zoals daarvan op zitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verkopen van harddrugs, te weten heroïne en cocaïne. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs, mede vanwege de verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Daarnaast zijn deze drugs direct en indirect oorzaak van vele vormen van criminaliteit en daarmee bezwarend voor de samenleving. De rechtbank rekent verdachte aan dat hij met het verkopen van deze drugs heeft bijgedragen aan het in stand houden van de drugscriminaliteit en het in gevaar brengen van de volksgezondheid. De rechtbank rekent verdachte ook aan dat hij zijn eigen financiële belang boven het belang van de kopers heeft gesteld. Dit is in het bijzonder het geval omdat verdachte, die zelf verslaafd is (geweest) en in het verleden bij HVO Querido heeft gewoond, drugs heeft verkocht aan kwetsbare personen die vanwege hun verslavingsproblematiek bij HVO Querido verblijven om daar juist van hun verslaving af te komen.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht van de rechtbanken en hoven.
De rechtbank heeft ook gekeken naar het strafblad van verdachte en gezien dat verdachte in de afgelopen vijf jaar twee keer onherroepelijk is veroordeeld voor harddrugsfeiten. De rechtbank houdt rekening met de proceshouding van verdachte en zijn gebrek aan zelfinzicht.
In het reclasseringsadvies over verdachte van 9 juni 2022 adviseert de reclassering weliswaar een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, maar in dit advies laat de reclassering doorschemeren dat bij haar onzekerheid bestaat of verdachte zich aan het toezicht en de voorwaarden zal houden. De rechtbank heeft geconstateerd dat verdachte op zitting niet gemotiveerd leek om zijn leven een positieve wending te geven. Met de hulp die verdachte krijgt aangebonden lijkt hij niet serieus iets te willen doen. Bij de rechtbank bestaan daardoor ernstige twijfels over de effectiviteit van een eventueel reclasseringstoezicht en de bereidheid bij verdachte zich aan het reclasseringsadvies te houden. Deze twijfel vloeit mede voort uit de constatering dat het ook in het verleden niet is gelukt problematische patronen bij verdachte te doorbreken. Ook zijn eerder voorwaardelijke straffen ten uitvoer gelegd. De rechtbank zal het reclasseringsadvies daarom niet volgen en aan verdachte geen voorwaardelijke straf opleggen. De rechtbank acht het van belang dat de maatschappij en kwetsbare personen worden beschermd en is daarom van oordeel dat het passend en noodzakelijk is om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Gelet op alles wat hiervoor is overwogen, veroordeelt de rechtbank verdachte tot een gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

8.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • 318 EUR; IBGN 8-4-2022 (Omschrijving: PL1300-2022068734-G6171782);
  • 1 STK Verdovende mid (Hennep) (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171795);
  • 1 STK Verdovende mid (Hennep) (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171796);
  • 1 STK Verdovende mid (Hashish) (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171797);
  • 1 STK Telefoon (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171794, merk Samsung);
  • 1 STK Telefoon (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171798, merk Alcatel);
  • 1 STK Weegschaal (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171913);
  • 490 EUR IBG: 08-04-2022 (Omschrijving: PL1300-2022068734-G6171916).
8.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vordert dat de drugs en de weegschaal worden onttrokken aan het verkeer, dat het geld verbeurd wordt verklaard en dat de telefoons worden teruggeven aan verdachte. De verklaringen van verdachte op de zitting dat hij het geld heeft gespaard van zijn daklozenuitkering en klusjes zijn ongeloofwaardig. Het geld moet worden aangemerkt aan als afkomstig uit of bestemd voor het feit.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt kenbaar gemaakt over de in beslag genomen voorwerpen.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat het niet anders kan dan dat het onder verdachte in zijn kleding en auto aangetroffen geld is verdiend met het feit en/of bestemd is voor het begaan van soortgelijke feiten (drugshandel). Het geld moet daarom worden verbeurd verklaard.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank overweegt dat het feit met de verdovende middelen en de weegschaal is begaan. Omdat de verdovende middelen en de weegschaal (in samenhang) van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, oordeelt de rechtbank dat de verdovende middelen en de weegschaal worden onttrokken aan het verkeer.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank gelast de teruggave van de telefoons aan verdachte, omdat de rechtbank geen verband ziet tussen de telefoons en het feit.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering zal worden gebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verklaart
verbeurd:
  • 318 EUR; IBGN 8-4-2022 (Omschrijving: PL1300-2022068734-G6171782);
  • 490 EUR IBG: 08-04-2022 (Omschrijving: PL1300-2022068734-G6171916).
Verklaart
onttrokken aan het verkeer:
  • 1 STK Verdovende mid (Hennep) (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171795);
  • 1 STK Verdovende mid (Hennep) (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171796);
  • 1 STK Verdovende mid (Hashish) (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171797);
  • 1 STK Weegschaal (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171913).
Gelast de
teruggaveaan verdachte van:
  • 1 STK Telefoon (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171794, merk Samsung);
  • 1 STK Telefoon (Omschrijving: PL1300-2022068734-6171798, merk Alcatel).
Dit vonnis is gewezen door
mr. Ch.A. van Dijk, voorzitter,
mrs. M.M.L.A.T. Doll en A. Das, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Post, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 juni 2022.
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]
[bijlage]