ECLI:NL:RBAMS:2022:5052

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
29 augustus 2022
Zaaknummer
13/117402-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor het afleveren en vervoeren van cocaïne en het bezit van wapens en drugs

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan tegen een verdachte die beschuldigd werd van het afleveren en vervoeren van een blok cocaïne, alsook het opzettelijk aanwezig hebben van wapens, munitie, cocaïne en hennep in zijn woning. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 12 augustus 2022 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. C. Nij Bijvank, de vordering heeft ingediend. De verdachte, geboren in 1984, werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het opzettelijk vervoeren van een blok cocaïne en het aanwezig hebben van 1,62 kilogram hennep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 10 mei 2022 in Amsterdam een gele tas met daarin een blok cocaïne heeft afgeleverd en dat in zijn woning 10,88 kilogram cocaïne, een vuurwapen en hennep zijn aangetroffen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte, die stelde niet te weten wat er in de tassen zat, niet geloofwaardig geacht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte wist wat er in de tassen zat, gezien de omstandigheden en de hoeveelheid drugs die in zijn woning is aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, en heeft de verbeurdverklaring van een Google Pixel telefoon bevolen, die vermoedelijk is gebruikt voor criminele activiteiten. De rechtbank heeft de strafmaat gemotiveerd door te wijzen op de ernst van de feiten en de risico's voor de volksgezondheid en de veiligheid.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/117402-22
Datum uitspraak: 26 augustus 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1984 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[woonadres] ,
gedetineerd in [detentieadres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 augustus 2022. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C. Nij Bijvank en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. L.J.B.G. van Kleef, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van het op 10 mei 2022 samen met een ander
opzettelijk aanwezig hebben van 10,88 kilogram cocaïne, 25 pillen XTC, een zak met witte brokjes/poeder (cocaïne), een zak met witte kristallen en een zak met bruine brokjes/poeder (amfetamine);
voorhanden hebben van een pistool, magazijnhouder en 17 kogelpatronen;
4. [1] opzettelijk vervoeren en/of afleveren van een blok cocaïne;
5.opzettelijk aanwezig hebben van 1,62 kilogram hennep.
De tenlastelegging staat in bijlage I.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat alle feiten kunnen worden bewezen, behalve het aanwezig hebben van harddrugs voor zover die materialen niet getest zijn.
In tijd is het eerste feit het door verdachte afleveren van het blok cocaïne (feit 4). Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat verdachte de gele tas naar de Opel heeft gebracht. Diezelfde gele tas is vervolgens door medeverdachte [medeverdachte] opgehaald bij de Opel en wordt later in de auto van [medeverdachte] aangetroffen. In de tas blijkt een blok cocaïne te zitten. Bij de doorzoeking van het huis van verdachte wordt in tassen 10,88 kilogram cocaïne, een wapen en toebehoren en softdrugs aangetroffen (feit 1, 2 en 5). Ook had verdachte op het moment van zijn aanhouding een Google Pixel telefoon in gebruik; een telefoon die vaak als encrypted telefoon wordt gebruikt in het criminele milieu. Over het afleveren van het blok cocaïne heeft verdachte niets willen verklaren. Mede gelet op de tas met daarin blokken cocaïne die in zijn woning is aangetroffen, concludeert de officier van justitie dat verdachte wist wat er moest gebeuren en daarom de tas met daarin een blok cocaïne opzettelijk heeft afgeleverd. Van de tassen die in zijn huis zijn aangetroffen moet verdachte hebben geweten wat daarin zat. De verklaring van verdachte dat hij dat niet wist, vindt de officier van justitie niet aannemelijk. De tas met hennep rook bovendien sterk naar hennep.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle feiten.
Over het afleveren van het blok cocaïne (feit 4) kan niet worden vastgesteld dat verdachte wist wat er in de gele tas zat. De inhoud van de gele tas is niet vergeleken met de drugs die in het huis van verdachte is aangetroffen, dus die link is niet te maken. Van de aangetroffen ‘hennep’ kan niet worden vastgesteld dat het daadwerkelijk om hennep gaat, omdat het materiaal niet is getest. Ook de Google Pixel telefoon is niet onderzocht. We weten dus helemaal niet of het hier om een encrypted telefoon gaat. Verdachte wist niet wat er in de tassen in de woning zat, waarin de harddrugs, het ontmantelde wapen en de ‘hennep’ is aangetroffen. Hij heeft ze aangenomen van een vriend en weggelegd zonder erin te kijken. Onderzoek naar DNA-sporen en vingerafdrukken zou dit kunnen bevestigen, maar dat onderzoek is niet uitgevoerd en het verzoek van de verdediging dat onderzoek alsnog te laten verrichten is afgewezen. Omdat niet kan worden bewezen dat verdachte wist wat er in de tassen zat, kan het opzettelijk voorhanden hebben van de drugs en het wapen dus ook niet worden bewezen.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt alle feiten bewezen, behalve de drugs die niet is onderzocht.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen in de bijlage vast dat verdachte vanuit zijn huis kwam met een gele tas, die gele tas naar de Opel heeft gebracht (afgeleverd) en dat diezelfde gele tas kort daarna door [medeverdachte] bij de Opel wordt opgehaald. In (een verborgen ruimte in) de auto van [medeverdachte] wordt de gele tas aangetroffen. Daarin blijkt een blok cocaïne te zitten. Verdachte heeft geen verklaring gegeven over deze verdenking. De rechtbank vindt bewezen dat verdachte wist wat er in de tas zat, omdat hij de cocaïne heeft meegenomen (vervoerd) vanuit zijn huis, waar later een tas met blokken cocaïne is aangetroffen. Bovendien vindt de rechtbank het niet goed voor te stellen dat je met een blok cocaïne over straat loopt, dat een flinke waarde vertegenwoordigt en waarvan het bezit een behoorlijk risico meebrengt, zonder te weten dat het om cocaïne gaat. De rechtbank ziet onvoldoende aanknopingspunten dat verdachte hierin heeft samengewerkt met een ander en spreekt hem van het medeplegen van dit feit vrij.
De rechtbank stelt vast dat in het huis van verdachte 10,88 kilogram aan blokken cocaïne, een vuurwapen met toebehoren en 1,62 kilogram hennep is aangetroffen. De rechtbank vindt bewezen dat verdachte wist wat er in die tassen zat. De tassen zijn in zijn woning aangetroffen. In de rechtspraak wordt er in principe vanuit gegaan dat je weet wat er in je eigen woning ligt. Verdachte heeft eerder bij de rechter-commissaris gezegd dat hij de tas met de cocaïne voor een vriend in bewaring heeft genomen en niet wist wat er in de tas zat. Op de zitting heeft verdachte gezegd dat hij ook de tassen waar het wapen en de hennep in zaten tegelijkertijd voor diezelfde vriend in bewaring heeft genomen en ook daarvan niet wist wat er in zat. De rechtbank gelooft die verklaring niet en gaat er aan voorbij. Verdachte heeft de verklaring voor de wapens en de hennep pas op de zitting voor het eerst gegeven. Bovendien geeft hij geen aanknopingspunten om die stelling verder te onderzoeken. Hij wil bijvoorbeeld niet vertellen van welke vriend hij de tassen dan zou hebben gekregen. Het gevraagde DNA-onderzoek of onderzoek naar vingerafdrukken had de verklaring van verdachte niet kunnen ondersteunen. Als dat onderzoek tot sporen van andere personen had geleid, zou op grond daarvan vast te stellen zijn dat iemand anders de inhoud van de tas zou hebben aangeraakt, maar dat zegt niets over de wetenschap van verdachte. Ook de omstandigheden dat de tas waar de hennep in zat sterk naar hennep rook en hij, zoals hiervoor is overwogen, een blok cocaïne heeft afgeleverd, maakt dat de rechtbank de verklaring dat verdachte niet zou hebben geweten wat er in de tassen zat niet aannemelijk vindt. Verdachte kon ook over de tassen en de inhoud ervan beschikken.
Van de aangetroffen (vermoedelijk) harddrugs is alleen van 10,88 kilogram vastgesteld dat het om cocaïne gaat. Van de andere hoeveelheden harddrugs die onder 1 op de tenlastelegging staan wordt verdachte vrijgesproken. De rechtbank stelt op basis van de bevindingen van de agenten vast dat er ook 1,62 kilogram hennep in de woning is aangetroffen. Voor de vaststelling dat het om hennep gaat is een laboratoriumonderzoek niet nodig.
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte de drugs en het wapen samen met iemand anders voorhanden heeft gehad en spreekt verdachte van het medeplegen ervan vrij.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank vindt op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen dat verdachte
1.op 10 mei 2022 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 10,88 kilogram cocaïne;
2.op 10 mei 2022 te Amsterdam wapens van categorie III en munitie van categorie III, te weten:
- een pistool, merk Steyr, type S9 (serienummer verwijderd) en
- een magazijnhouder, zijnde een onderdeel dat specifiek bestemd is voor een vuurwapen van categorie III en van wezenlijke aard is en
- 17 kogelpatronen, kaliber 7.62x25mm,
voorhanden heeft gehad;
4.op 10 mei 2022 te Amsterdam opzettelijk heeft afgeleverd en vervoerd een blok cocaïne;
5.op 10 mei 2022 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 1,62 kilogram hennep.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat verdachte moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De officier van justitie vindt het onbegrijpelijk waarom verdachte zich in het criminele milieu heeft begeven. Hij heeft een goede baan, een goede relatie met een partner met een prima salaris, twee jonge kinderen en een mooie eigen woning. Verdachte heeft daarover geen openheid van zaken gegeven. De officier van justitie heeft gekeken naar de richtlijnen van het Openbaar Ministerie en de afspraken die rechters onderling hebben gemaakt over de strafoplegging. Er is gekozen voor een voorwaardelijk deel, omdat verdachte nog geen strafblad heeft en op zitting emoties heeft laten zien en spijt heeft betuigd, wat oprecht is overgekomen.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om een flink lagere gevangenisstraf op te leggen dan de officier van justitie voorstelt en om een straf op te leggen waarbij er op korte termijn perspectief is voor verdachte.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen straf is in overeenstemming met de ernst van de bewezenverklaarde feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals daarvan op zitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft bijna 11 kilogram cocaïne en 1,62 kilogram hennep voorhanden gehad. Die hoeveelheid duidt er op dat deze bestemd was voor verdere verspreiding en handel. Ook heeft verdachte een blok cocaïne vervoerd en afgeleverd. Met de verboden handel in harddrugs - die veel slachtoffers maakt - worden grote winsten gemaakt. Bovendien gaat de verspreiding van en de handel in drugs gepaard met vele andere vormen van criminaliteit. Verdachte heeft daaraan bijgedragen
.Hard- en softdrugs zijn, ook vanwege het risico van verslaving, schadelijk voor de volksgezondheid.
Verdachte heeft ook een vuurwapen in bezit gehad. Het staat buiten kijf dat het ongeoorloofde bezit van een vuurwapen onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich brengt vanwege de kans op het gebruik daarvan, met alle mogelijke onomkeerbare gevolgen van dien. Verder kan het bezit van vuurwapens bijdragen aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
De rechtbank heeft gekeken naar de afspraken die rechters onderling hebben gemaakt over strafoplegging. Het zwaartepunt ligt bij het aanwezig hebben van bijna 11 kilogram cocaïne. Daarvoor geldt als uitgangspunt een gevangenisstraf van 30 maanden. Voor het bepalen van de strafmaat voor het vervoeren en afleveren van het blok cocaïne vindt de rechtbank gezien de rest van het dossier aannemelijk dat het gaat om ongeveer een kilo per blok. In het voordeel van verdachte kijkt de rechtbank dan naar de categorie 500-1000 kilogram waarvoor als uitgangspunt een gevangenisstraf van 4 maanden geldt. Voor het in een woning voorhanden hebben van een ongeladen wapen geldt als uitgangspunt een gevangenisstraf van 4 maanden waarbij de omstandigheid dat het wapen wordt bewaard in de buurt van kinderen strafverzwarend is. De rechtbank gaat in beginsel uit van een gevangenisstraf van 38 maanden.
Verdachte heeft op zitting geen zelfinzicht getoond en weinig openheid van zaken willen geven. De rechtbank heeft geen duidelijkheid gekregen over waarom verdachte tot zijn strafbare gedragingen is gekomen. In de omstandigheden van verdachte ziet de rechtbank geen aanleiding om tot een hogere of lagere straf te komen, of tot een voorwaardelijk strafdeel. De rechtbank legt verdachte dus een gevangenisstraf op van 36 maanden.

8.Beslag

Onder verdachte zijn een Apple telefoon, een Google Pixel telefoon en vier horloges in beslag genomen. De Apple telefoon en de horloges moeten worden teruggegeven aan verdachte. De Google Pixel telefoon wordt verbeurd verklaard. De Google Pixel telefoon is niet onderzocht, maar het is de rechtbank bekend dat met dit type telefoon vaak versleuteld wordt gecommuniceerd bij criminele activiteiten. Omdat verdachte deze telefoon kort na het vervoeren en afleveren van het blok cocaïne in gebruik had, vindt de rechtbank het aannemelijk dat deze telefoon is gebruikt bij dat feit.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Feit 4:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 5:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd:
1 STK Telefoon (Omschrijving: PL1300-2022094371-6185555, merk Google);
Gelast de
teruggaveaan verdachte van:
1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022094371-G6184950, Zilverkleurig,
Merk: Audemars Piguet);
1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022094371-G6184951, Blauw,
Merk: Audemars Piguet);
1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022094371-G6184952, Zwart,
Merk: Audemars Piguet);
1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022094371-G6184953, Zwart,
Merk: Audemars Piguet);
1 STK Telefoon (Omschrijving: PL1300-2022094371-6185552, merk Apple).
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.E. van der Pol, voorzitter,
mrs. J. Huber en B. Kuppens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Post, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 augustus 2022.
[bijlage 1]
[bijlage 2]
  • [bijlage 2]
  • [bijlage 2]
  • [bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]
[bijlage 2]

Voetnoten

1.Op de vordering inbewaringstelling stond ook een feit 3. Dat feit is niet op de definitieve tenlastelegging gekomen. De nummering is echter niet aangepast. In dit vonnis wordt de niet aangepaste nummering (1, 2, 4, 5) aangehouden.