ECLI:NL:RBAMS:2022:5035

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
26 augustus 2022
Zaaknummer
13/751049-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met terugkeergarantie

Op 26 juli 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Saarbrücken in Duitsland. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 13 mei 2022 en de behandeling vond plaats op 12 juli 2022. De opgeëiste persoon was niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. A.B.E. van Kan, heeft het woord gevoerd. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, een feit dat op de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet staat. De rechtbank heeft geen onderzoek naar de dubbele strafbaarheid hoeven doen, omdat het feit op deze lijst staat. De rechtbank heeft ook een garantie ontvangen van de officier van justitie in Saarbrücken, waarin wordt bevestigd dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland zal mogen ondergaan indien hij in Duitsland wordt veroordeeld.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering van de opgeëiste persoon toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter, en mrs. M.C.M. Hamer en H.G. van der Wilt, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. Rus. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751049-22
RK nummer: 22/2526
Datum uitspraak: 26 juli 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 13 mei 2022 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 9 november 2021 door het
Amtsgericht Saarbrücken(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres],
gedetineerd in [detentieadres],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 12 juli 2022. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. M. Westerman. De opgeëiste persoon was niet aanwezig. Zijn raadsman, mr. A.B.E. van Kan, waarnemend voor mr. R.W.J. Loonen, beiden advocaat te Heerlen, heeft namens hem het woord gevoerd.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd, omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon onder meer de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een
arrest warrant,uitgevaardigd door het
Amtsgericht Saarbrückenop 9 november 2021 (referentie: 8 Gs 11 Js 1496/21 (3194/21)).
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit.
Dit feit is omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit het strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 5, te weten:
Illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Tevens heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit het lijstfeit onder nummer 26, namelijk
handel in gestolen voertuigenaangekruist. Uit de feitenomschrijving in het EAB blijkt echter op geen enkele wijze dat de overlevering wordt verzocht voor een strafbaar feit dat verband houdt met dat lijstfeit, zodat in zoverre sprake is van een evidente misslag.

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, indien naar het oordeel van de rechtbank is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van het feit waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan.
De officier van justitie in Saarbrücken (Duitsland) heeft op 4 juli 2022 de volgende garantie gegeven:
Hereby I […] guarantee, that in case the wanted person [opgeëiste persoon] after the surrender is sentenced to an unconditional and irrevocable prison sentence in Germany, [opgeëiste persoon] will be allowed to carry out this punishment in the Netherlands (pursuant to the European Framework Decision 2008/909/JBZ).
Naar het oordeel van de rechtbank is de hiervoor vermelde garantie voldoende.

6.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Saarbrücken(Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. M.C.M. Hamer en H.G. van der Wilt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.M. Rus, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 26 juli 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.