Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court in Bielsko-Biala(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
cumulative judgementvan de
Regional Court in Bielsko Biala(Polen) van 29 september 2020 (referentie: III K 43/20). Aan dit samengestelde vonnis liggen de volgende drie vonnissen ten grondslag:
Regional Court in Bielsko Biala(Polen) van 16 januari 2014;
District Court in Cieszyn(Polen) van 19 september 2017;
District Court in Cieszyn(Polen) van 23 oktober 2018.
ex officiois opgestart. De opgeëiste persoon heeft hiertoe dus geen verzoek ingediend. Uit de bovengenoemde omstandigheden blijkt bovendien dat de opgeëiste persoon op geen enkele andere wijze op de hoogte had kunnen zijn van deze
ex officioingestelde procedure. De oproepen voor de zitting en een kopie van het vonnis zijn aan de opgeëiste persoon verstuurd naar zijn laatst bekende adres, maar nergens blijkt dat dit adres door de opgeëiste persoon is opgegeven als correspondentieadres
in deze procedure.Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook niet aan hem worden tegengeworpen dat hij de verplichting had dit adres in de gaten te houden voor officiële correspondentie aangaande deze procedure in Polen. De rechtbank is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dan ook van oordeel dat de opgeëiste persoon in deze bijzondere situatie
nietop ondubbelzinnige wijze uitdrukkelijk of stilzwijgend afstand heeft gedaan van zijn recht om in persoon aanwezig te zijn, dan wel om zijn verdedigingsrechten uit te oefenen.
4.Slotsom
5.Toepasselijke wetsbepalingen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Bielsko-Biala(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.