Op 26 juli 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het District Court of Kaposvár in Hongarije. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 6 mei 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Hongarije in 1968, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.W. Kuijpers, tijdens de zittingen op 5 en 12 juli 2022. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. Het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, is oplichting, wat ook strafbaar is volgens Nederlands recht. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met dertig dagen verlengd om voldoende tijd te hebben voor de beoordeling van de overlevering. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, aangezien aan alle wettelijke vereisten is voldaan.
De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. J.P.W. Helmonds, en de rechters mrs. M.C.M. Hamer en H.G. van der Wilt, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. Rus. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, OLW.