ECLI:NL:RBAMS:2022:5006
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil in kort geding over ontruiming sociale huurwoning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 augustus 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en de stichting Woningstichting Eigen Haard. De eiseres, die sinds 20 december 2007 een sociale huurwoning huurt van Eigen Haard, heeft een vordering ingesteld om de executie van een eerder vonnis van de kantonrechter te schorsen. Dit vonnis, dat op 21 juli 2022 was gewezen, had de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning toegewezen, omdat de eiseres van november 2019 tot september 2021 in Suriname verbleef en niet in de woning woonde.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 augustus 2022 heeft de eiseres haar vordering toegelicht, terwijl Eigen Haard verweer voerde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd dat het voor haar onmogelijk was om terug te keren naar Nederland. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de eiseres afgewezen en geoordeeld dat de ontruiming op 17 augustus 2022 kan doorgaan. De eiseres is in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 1.692,00.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling benadrukt dat de belangenafweging in het voordeel van Eigen Haard uitvalt, gezien de schaarste van sociale woningen en de eerdere beslissing van de kantonrechter. De eiseres heeft niet kunnen aantonen dat er sprake was van overmacht die haar verhinderde om in de woning te verblijven, en haar verzoek om schorsing van de executie is afgewezen.