Beoordeling
7. Artikel 5:130 lid 2 BW bepaalt dat een verzoek tot vernietiging van een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars moet worden gedaan binnen een maand na de dag waarop de verzoeker van het besluit kennis heeft genomen of kennis heeft kunnen nemen.
8. Als onweersproken staat vast dat [verzoeker] op 18 april 2022 de notulen van de vergadering van 4 april 2022 heeft ontvangen, zodat hij op die datum bekend is geworden met het genomen besluit. Nu het verzoekschrift van [verzoeker] op 6 mei 2022 ter griffie is ontvangen, stelt de kantonrechter vast dat het verzoek tijdig is gedaan.
9. De kantonrechter is met de VvE van oordeel dat het besluit van de vergadering van 4 april 2022 deelbaar is in de volgende twee besluiten: een besluit tot het geven van een opdracht tot funderingsherstel en een besluit tot het geven van opdracht tot herbouw van het appartement.
10. Tevens stelt de kantonrechter vast dat partijen het erover eens zijn dat in het besluit over het funderingsherstel tevens is besloten dat de kosten daarvan verdeeld zullen worden over de leden overeenkomstig de kostenverdeelsleutel die als bijlage bij de agenda voor de vergadering was gevoegd.
11. Nu tijdens de vergadering van 23 juni 2022 door de VvE is besloten dat het besluit tot herstelwerkzaamheden (kantonrechter: de herbouw van het appartement) van geen waarde is en niet ten uitvoer kan en zal worden gelegd, is, zoals de VvE ook ter zitting heeft bevestigd, dit besluit ingetrokken. Dit besluit bestaat dus niet meer en ligt dan ook niet meer ter beoordeling voor in deze procedure.
12. In deze procedure is dan ook enkel aan de orde de vraag of het besluit tot het geven van een opdracht tot funderingsherstel nietig is dan wel dient te worden vernietigd.
13. De kantonrechter is op grond van artikel 2:15 BW, in samenhang gelezen met artikel 5:130 BW, bevoegd een besluit van de vergadering van de VvE te vernietigen wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW wordt geëist. Artikel 2:8 lid 1 BW bepaalt dat een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, zich als zodanig jegens elkander moeten gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. Een besluit is vernietigbaar indien het naar inhoud of de wijze van totstandkoming in strijd is met de voornoemde gedragsregel. De toetsingsmaatstaf is of de vergadering van de VvE bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen in redelijkheid en naar billijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.
stemming tijdens vergadering van 4 april 2022
14. In het kader van de wijze van totstandkoming van het besluit heeft [verzoeker] betoogd dat niet de vereiste (gekwalificeerde) meerderheid van stemmen is behaald.
15. Met de VvE is de kantonrechter van oordeel dat het besluit op grond van artikel 2 sub e onder L van het reglement van hoofdsplitsing met een gewone meerderheid van stemmen kon worden genomen. Dit artikel wijkt af van het bepaalde in artikel 37 lid 5 van het modelreglement, maar prevaleert boven het modelreglement.
16. Niet betwist is dat het maximum aantal stemmen voor dit besluit ingevolge artikel 2 sub e onder L van het splitsingsreglement 100 is en dat het aantal aanwezige stemmen 89 was. Aan het quorumvereiste van artikel 36 lid 4 van het modelreglement, ten minste de helft van het maximum aantal stemmen (50), was derhalve voldaan. De vergadering kon dan ook tot het nemen van rechtsgeldige besluiten overgaan.
17. In de vergadering zijn in totaal 63 stemmen uitgebracht voor het voorstel. [verzoeker] is niet verschenen en niet gebleken is dat hij een (stem)machtiging heeft afgegeven voor de vergadering. Dit betekent dat hij geen gebruik heeft gemaakt van zijn stemrecht. Dat de VvE uit correspondentie met hem had kunnen afleiden dat hij tegen het voorstel was, maakt dit niet anders. Het niet stemmen kan niet worden gekwalificeerd als een tegenstem.
18. Voor zover [verzoeker] zich op het standpunt stelt dat de OVvE zich niet heeft onthouden van stemming maar heeft tegengestemd, geldt dat de notulen van de vergadering, waarin staat dat de OVvE zich heeft onthouden van stemmen, inmiddels zijn goedgekeurd. Bovendien is niet betwist dat de OVvE geen volmacht had om te stemmen. Niet is aangevoerd dat de OVvE voorafgaand aan de vergadering van 4 april 2022 niet had kunnen beslissen over deze volmacht, zodat de afwezigheid van een volmacht voor rekening en risico van de OVvE komt. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat de OVvE zich heeft onthouden van stemming.
19. Partijen verschillen vervolgens van mening of de stemonthoudingen wel of niet moeten worden meegeteld in het aantal uitgebrachte stemmen. De kantonrechter is van oordeel dat de stemonthoudingen niet moeten worden meegeteld. Indien een lid zich onthoudt van stemming brengt hij zijn stem niet uit, hij stemt immers niet voor en ook niet tegen. Er wordt dan ook van uitgegaan dat 63 van de 89 stemmen zijn uitgebracht.
20. Nu er 63 stemmen zijn uitgebracht voor het voorstel is het voorstel dan ook met een (ruime) meerderheid van stemmen aangenomen en heeft de vergadering een rechtsgeldig besluit genomen.
redelijkheid en billijkheid
21. Vervolgens is aan de orde de vraag of het besluit vernietigbaar is wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid.
22. In het kader van deze beoordeling dient te worden beoordeeld of de vergadering bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen van de appartementseigenaars en de VvE in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Dit laat een zodanige marge toe dat in een procedure als de onderhavige niet al te snel, in het bijzonder wanneer tegenstrijdige belangen en meningen aan de orde zijn, tot overschrijding daarvan kan worden geconcludeerd. Dit brengt mee dat bij de beoordeling of een besluit in een procedure als de onderhavige voor vernietiging in aanmerking komt, terughoudendheid op zijn plaats is. De enkele omstandigheid dat een deel van de appartementseigenaars een ander standpunt inneemt, maakt nog niet dat het besluit onredelijk is en voor vernietiging in aanmerking komt.
23. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet voldaan aan het hiervoor bedoelde criterium dat de vergadering in redelijkheid niet tot het besluit had mogen komen. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende.
24. [verzoeker] heeft gesteld dat de VvE meerdere offertes had moeten opvragen. Blijkens de notulen is dit besproken tijdens de vergadering en heeft Buro de Binnenstad aangegeven dat bouwbedrijven momenteel niet bereid zijn om offertes af te geven in tenders. Uiteindelijk bleek alleen Toekomst Groep bereid tot het afgeven van een offerte. Buro de Binnenstad heeft aangegeven dat zij de kans niet groot acht dat nog een (lagere) offerte zal worden verkregen, dat dit lang zal duren en dat de prijzen van de materialen stijgen. Buro Binnenstad heeft daarnaast afgeraden om langer te wachten met de uitvoering van het funderingsherstel omdat de kans op doorzakken van het gebouw groot is. Er is geen acuut gevaar, maar er is risico op extra schade, het gebouw is in beweging. Daarbij komt dat het funderingsherstel niet gelijktijdig met de kaderrenovatie door de gemeente kan plaatsvinden.
25. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de vergadering in redelijkheid kunnen besluiten niet meer offertes op te vragen. Immers, blijkens de notulen van 7 juni 2022 is de OVvE ook van mening dat geen schaduwoffertes kunnen worden uitgebracht. Daar komt bij dat [verzoeker] ook geen andere offertes heeft aangedragen. Voorts is gebleken dat de offerte die was uitgebracht voor zowel het funderingsherstel als de herbouw van het appartement -zonder noemenswaardige kosten- splitsbaar was.
26. Daarnaast heeft [verzoeker] onvoldoende onderbouwd dat -in tegenstelling tot hetgeen Buro Binnenstad heeft geadviseerd- het funderingsherstel op de langere baan kan worden geschoven.
27. Voorts is niet gesteld dat de verdeling van de kosten verbonden aan de opdracht tot funderingsherstel afwijkt van de in de akte van splitsing opgenomen verdeelsleutel, zodat dit onderdeel niet kan leiden tot nietigheid van het besluit. Het is aan de OVvE om met inachtneming van hetgeen daarover in de splitsingsakte is bepaald een besluit te nemen over de opdracht voor en de verdeling van de kosten van de herbouw van het appartement.
28. Gelet op het vorenstaande heeft de vergadering dan ook bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen kunnen besluiten tot het geven van opdracht tot funderingsherstel. Het verzoek tot vernietiging van het besluit zal dan ook worden afgewezen.
29. Ten overvloede merkt de kantonrechter het volgende op. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat de VvE nog geen definitieve opdracht heeft verstrekt voor het funderingsherstel, mede omdat de OVvE nog geen besluit heeft genomen over de (kosten van de) herbouw van het appartement. Het kan echter niet zo zijn dat de OVvE de uitvoering van het funderingsherstel blokkeert door geen besluit hierover te nemen. De kantonrechter acht het dan ook van belang dat de OVvE dit besluit neemt en met de VvE op korte termijn in overleg gaat over de (datum van) uitvoering van het funderingsherstel.
30. [verzoeker] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van de VvE worden veroordeeld.