Overwegingen
1. Bij de beantwoording van de vraag of een voorlopige voorziening moet worden getroffen, weegt de voorzieningenrechter het belang van verzoekers bij de schorsing van een besluit af tegen het belang van de onmiddellijke uitvoering van dat besluit. Daarbij telt in belangrijke mate mee of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Als dat niet het geval is en de voorzieningenrechter oordeelt dat het besluit rechtmatig is, is er geen reden om dat besluit te schorsen. Dit oordeel is een voorlopig oordeel. In een eventuele beroepsprocedure is de bodemrechter daar niet aan gebonden.
2. Verweerder heeft vergunninghouder Dura Vermeer opdracht gegeven om in de buurt Middenmeer Noord in de Watergraafsmeer groot onderhoud aan de openbare ruimte uit te voeren. Het project Middenmeer Noord bestaat onder meer uit het ondergronds vervangen van kabels en leidingen voor elektra, gas en riolering, het aanleggen van een warmtenet en het vervangen van verharding en groen. Alle straten in de buurt zullen om beurten worden opengebroken voor het uitvoeren van de ondergrondse werkzaamheden. De planning is dat het project vier tot vijf jaar zal duren.
3. De werklocatie van het project komt op het Galileïplantsoen. Dat houdt in dat het deel van het Galileïplantsoen tussen de Jaap Kruizingabrug en de Linnaeusparkweg wordt opgehoogd en geasfalteerd. Aan de noordwestkant van het slootje dat door het plantsoen loopt, komt een bouwkeet met 16 werkplekken en eet- en toiletgelegenheden voor de werknemers van Dura Vermeer. Aan de zuidoostkant van het slootje komt een omheind opslagterrein met ruimte voor het laden en lossen van materialen.
4. De werkzaamheden op het Galileïplantsoen zijn gestart op 17 januari 2022. Deze zijn stilgelegd tot aan de zitting van de voorzieningenrechter. Ter zitting is besproken dat de werkzaamheden worden stilgelegd tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.
5. Verzoekers zijn omwonenden van het Galileïplantsoen en hebben bezwaar tegen de keuze voor het Galileïplantsoen als werklocatie voor het project Middenmeer Noord. Het plantsoen heeft een belangrijke groenfunctie en wordt gebruikt door sporters, wandelaars, mensen die hun hond uitlaten, spelende kinderen en overige recreanten. Verzoekers vrezen voor de verkeersveiligheid, in het bijzonder omdat er veel scholen in de buurt zijn. Verweerder heeft onvoldoende onderzocht of er niet een alternatieve locatie bestaat, bijvoorbeeld het wat verder oostelijk aan de Kruislaan gelegen Science Park. Verzoekers hebben ook bezwaar tegen de lange duur van het project. Ze vrezen dat het project zal uitlopen en dat de werklocatie daarna zal worden gebruikt voor het project Middenmeer Zuid, dat ook weer vijf jaar of langer zal duren. Daarnaast heeft verweerder de omwonenden onvoldoende en te laat voorgelicht over de komst van de werklocatie op het Galileïplantsoen.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
De bestreden besluiten 1 t/m 4
6. De bestreden besluiten 1 en 2 zijn vergunningen voor het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen die in 2021 al zijn afgelopen, dus die besluiten zijn al uitgewerkt. Bestreden besluit 3 is een vergunning voor het stremmen van een weg voor een periode van minder dan drie weken. Verzoekers hebben niet uitgelegd waarom zij bezwaar hebben tegen deze stremming. Bestreden besluit 4 is een vergunning voor het plaatsen van een informatiebord voor de periode van een jaar. Ook daartegen hebben verzoekers geen concrete bezwaren naar voren gebracht. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanleiding om bij wijze van voorlopige voorziening de bestreden besluiten 1 t/m 4 te schorsen.
Waar gaat het verzoekers om?
7. Het is de voorzieningenrechter duidelijk dat de bezwaren van verzoekers zich niet zo zeer richten tegen de individuele besluiten van verweerder, maar tegen het gebruik van het Galileïplantsoen als werklocatie voor het project Middenmeer Noord. De voorzieningenrechter begrijpt dat de keuze voor het Galileïplantsoen als werklocatie onderdeel is van de WIOR-vergunning (bestreden besluit 5) en dat verzoekers met hun verzoek om een voorlopige voorziening willen bereiken dat bestreden besluit 5 wordt geschorst en dat daarmee de werkzaamheden op het Galileïplantsoen worden stilgelegd.
De communicatie door verweerder
8. Verzoekers voelen zich overvallen door de beslissing dat het Galileïplantsoen als werklocatie is gekozen. Zij zijn pas zeer kort voor het begin van de werkzaamheden daarover geïnformeerd. Verweerder heeft erkend dat de omwonenden niet tijdig zijn geïnformeerd hierover en heeft excuses aangeboden en verbetering beloofd. Verweerder zal de omwonenden regelmatig op de hoogte houden van de voortgang van de werkzaamheden door middel van een driemaandelijkse nieuwsbrief en brieven voor elke nieuwe fase en bij belangrijke informatie. Ook kunnen omwonenden zich met vragen tot de omgevingsmanager wenden.
9. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat de werklocatie op het Galileïplantsoen voor een onveilige verkeerssituatie zal zorgen. Dura Vermeer heeft in het BLVC-planvan 21 december 2021 verschillende maatregelen aangekondigd om de veiligheid voor de omgeving te waarborgen. De nabijgelegen scholen en verkeersstromen zijn in kaart gebracht en tijdens de spitstijden mag geen bouwverkeer in de directe nabijheid van de scholen komen. Er vindt een periodiek overleg plaats met de scholen en de kinderopvang en er worden veiligheidslessen aangeboden op drie scholen. De kinderen wordt geleerd hoe zij zich veilig kunnen verplaatsen door de wijk en hoe zij omleidingsborden moeten begrijpen. Deze omleidingsborden zijn ontwikkeld om de aandacht van kinderen te trekken. De kinderen worden ook bewust gemaakt van de dode hoek van vrachtwagens. Er wordt gebruikt gemaakt van verkeersregelaars tijdens de spitsuren van de scholen bij werkzaamheden rondom de scholen. Voor het afsluiten van de bouwplaats worden groene bouwhekken rondom de scholen geplaatst. Deze bouwhekken worden vastgezet in de grond zodat het werkvak volledig is afgesloten. Verder zal Dura Vermeer met vaste chauffeurs werken zodat zij de verkeerssituatie goed kennen. Het grote vrachtverkeer zal zo veel mogelijk over de hoofdweg (de Wethouder Frankeweg) de buurt inrijden. De bouwmaterialen zullen vervolgens met speciale voertuigen, die niet harder dan vijf kilometer per uur rijden, verder de wijk in worden vervoerd. De voorzieningenrechter heeft geen concrete aanknopingspunten dat al deze maatregelen onvoldoende zijn om de veiligheid van de verkeersdeelnemers te waarborgen.
Mogelijkheid van een andere werklocatie
10. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het Galileïplantsoen de enige mogelijke werklocatie is voor het project Middenmeer Noord. In het BLVC-plan van Dura Vermeer staat dat het gemeentelijke projectteam Middenmeer Noord in de aanloop van de aanbesteding verschillende locaties heeft onderzocht. De locaties aan de Radioweg en op het Science Park zijn onderzocht, maar niet toereikend bevonden. Over de Radioweg is negatief geadviseerd omdat deze locatie ook voor evenementen wordt gebruikt. De beschikbaar gestelde ruimte op het Science Park is volgens het BLVC-plan niet toereikend en de locatie is verder weg van de werkzaamheden, waardoor er meer vervoersbewegingen nodig zijn met een negatief effect voor onder meer de verkeersveiligheid. In de toelichtende brief van 26 januari 2022 heeft verweerder nog aangevuld dat overige locaties op het Science Park al zijn bestemd. Het voordeel van het Galileïplantsoen is dat het aan een breder ingerichte weg ligt, aan de rand van de wijk waar het werk moet worden uitgevoerd, aldus verweerder. Het grote vrachtverkeer komt daardoor zo min mogelijk in de woonwijk.
11. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder met de bovenstaande uitleg onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het Galileïplantsoen de enige geschikte werklocatie is voor het project Middenmeer Noord. Het onderzoek van het projectteam waar verweerder naar verwijst, is niet aan verzoekers of de voorzieningenrechter beschikbaar gesteld. De voorzieningenrechter heeft daardoor geen inzicht in de gemaakte keuze voor de werklocatie. Ook is er geen inzicht in de door verweerder gebruikte criteria om te beoordelen of een locatie wel of niet geschikt is. Verder staat in het BLVC-plan dat er is gezocht naar een werklocatie van ongeveer 1.000 vierkante meter, terwijl in de toelichtende brief van
26 januari 2022 staat dat een oppervlakte van 2.500 vierkante meter noodzakelijk is. Ook heeft verweerder niet duidelijk gemaakt waarom een werklocatie, die verder van de werkzaamheden is gelegen, zou leiden tot meer verkeersbewegingen.
12. Dit levert een motiveringsgebrek op (artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht), maar de voorzieningenrechter ziet hierin geen reden om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen, omdat verweerder dit gebrek in de beslissing op bezwaar kan herstellen door de motivering aan te vullen.
13. Verweerder moet daarom in de bezwaarfase alsnog zorgvuldig motiveren waarom het Galileïplantsoen de enige geschikte werklocatie is en hoe de belangen van de omwonenden bij deze beslissing zijn betrokken. Zeker bij een omvangrijk project als het onderhavige, met een grote ruimtelijke impact en een lange looptijd, is het van belang dat zorgvuldig en inzichtelijk wordt onderzocht en gemotiveerd waarom er voor een bepaalde locatie wordt gekozen. Als tijdens de bezwaarfase blijkt dat er toch een meer geschikte locatie beschikbaar is, zal Dura Vermeer zijn werklocatie alsnog naar die locatie moeten verplaatsen en het Galileïplantsoen in de oude staat moeten herstellen.
14. De voorzieningenrechter zal een belangenafweging maken om te beoordelen of een voorlopige voorziening moet worden getroffen. Partijen zijn het erover eens dat de onderhoudswerkzaamheden van het project Middenmeer Noord noodzakelijk zijn. Verweerder heeft onweersproken gesteld dat er grote belangen zijn gemoeid bij het voorkomen van vertraging van het project, omdat er een complexe planning is gemaakt waarbij circa tien verschillende disciplines tegelijk werken in drie verschillende grondlagen. De gevolgen van het stilleggen van de werkzaamheden zijn niet te overzien, zo stelt verweerder. Tegenover de belangen van verweerder en vergunninghouder bij het hervatten van de werkzaamheden staan de belangen van verzoekers bij het stopzetten van de aanleg van de bouwlocatie op het plantsoen. Zoals hiervoor in rechtsoverweging 9 is geoordeeld, hebben verzoekers niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een dreigende onveilige verkeerssituatie. Over de zorg van verzoekers dat het Galileïplantsoen na afronding van dit project ook als werklocatie wordt gebruikt voor het project Middenmeer Zuid, heeft stadsdeelbestuurder Rick Vermin toegezegd zich maximaal in te gaan spannen om daarvoor een andere locatie te vinden. Daar komt bij dat de gevolgen van de aanleg van een werklocatie op het Galileïplantsoen niet onomkeerbaar zijn. De werklocatie is bedoeld als tijdelijke werklocatie en alle gevolgen van de aanleg (ophoging, asfaltering, plaatsing van een keet en hekwerk) worden na afronding van het project weer ongedaan gemaakt zodat het Galileïplantsoen in de oude staat wordt teruggebracht. Over de gebrekkige communicatie tot nu van de kant van verweerder is hiervoor in rechtsoverweging 8 al overwogen dat verweerder heeft toegezegd de omwonenden beter te zullen betrekken bij het project. Tot slot staat vast dat het Galileïplantsoen gedurende het project geen groenfunctie meer heeft, maar dit belang legt onvoldoende gewicht in de schaal om van doorslaggevende betekenis te zijn.
15 . Alle belangen afwegend, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de belangen van verweerder en vergunninghouder om door te gaan met de werkzaamheden op het Galileïplantsoen zwaarder wegen dan de belangen van verzoekers bij het stilleggen van die werkzaamheden.
16. Op grond van het voorgaande wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Voor een proceskostenveroordeling of een vergoeding van het door verzoekers betaalde griffierecht bestaat geen aanleiding.