ECLI:NL:RBAMS:2022:4836

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 juli 2022
Publicatiedatum
16 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/713229 / FA RK 22-617
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geslachtsregistratie en voornaam van een non-binaire persoon

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de geslachtsregistratie en voornaam van een non-binaire persoon, aangeduid als [verzoeker]. Het verzoek is ingediend op 31 januari 2022 en betreft de wijziging van de geboorteakte van [verzoeker], die in 1946 is geboren. [verzoeker] heeft eerder zijn geslacht gewijzigd van man naar vrouw, maar voelt zich niet thuis in het binaire gendersysteem en vraagt nu om registratie als non-binair met de aanduiding 'X'. De rechtbank heeft de procedure achter gesloten deuren behandeld, waarbij [verzoeker] en zijn advocaat telefonisch zijn gehoord.

De rechtbank overweegt dat er inmiddels jurisprudentie is over de erkenning van non-binaire identiteiten en dat de wetgeving omtrent genderneutrale registratie in voorbereiding is. De rechtbank stelt vast dat het verzoek van [verzoeker] om zijn geslacht te registreren als 'X' in overeenstemming is met de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en de erkenning van genderidentiteit. De rechtbank wijst erop dat het recht op genderidentiteit een fundamenteel aspect van het privéleven is, zoals bevestigd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

De rechtbank oordeelt dat aan de vereisten van de wet voor wijziging van geslachtsregistratie is voldaan en gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om de geboorteakte van [verzoeker] te wijzigen. Daarnaast wordt het verzoek om wijziging van de voornaam in [voornaam 2] toegewezen, omdat deze naam genderneutraal is en [verzoeker] zich hiermee identificeert. De rechtbank concludeert dat de wijziging van zowel geslacht als voornaam noodzakelijk is om de juridische werkelijkheid in overeenstemming te brengen met de sociale en persoonlijke identiteit van [verzoeker].

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/713229 / FA RK 22-617 (LH / MG)
Beschikking van 12 juli 2022 betreffende wijziging van de akte van de burgerlijke stand en wijziging voornaam
in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: ‘ [verzoeker] ’,
advocaat mr. K.S.M. Smienk te Utrecht,
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:

1.de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam,

zetelende te Amsterdam,
hierna te noemen: ‘de abs’ en

2.het openbaar ministerie te Amsterdam,

hierna te noemen: ‘de officier van justitie’.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift, ingekomen op 31 januari 2022;
  • het F9-formulier met bijlage, ingekomen op 31 mei 2022;
  • de brief van de abs van 7 juni 2002, ingekomen op 8 juni 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 12 juli 2022.
Gehoord zijn:
- [verzoeker] (telefonisch) en diens advocaat.
1.3.
De rechtbank heeft ter mondelinge behandeling uitspraak gedaan. Deze beschikking vormt daarvan de weerslag.

2.De vaststaande feiten

2.1.
[verzoeker] is geboren op [geboortedatum] 1946 te [geboorteplaats] .
2.2.
Op 22 juni 1999 heeft [verzoeker] diens geboorteakte laten wijzigen, waarbij de voornaam van ‘ [voornaam 1] ’ in ‘ [verzoeker] ’ en het geslacht van ‘M’ (mannelijk) in ‘V’ (vrouwelijk) is gewijzigd.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de rechtbank om bij beschikking, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente Amsterdam van het jaar 1946 (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn;
II. te bepalen dat diens voornaam wordt gewijzigd naar de voornaam [voornaam 2] en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente Amsterdam van het jaar 1946 (aktenummer: [nummer] ) toe te voegen;
Subsidiair:
III. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente Amsterdam van het jaar 1946 (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van verbetering van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’ zal zijn.

4.De beoordeling

Wijziging geslacht op de geboorteakte
4.1.
[verzoeker] legt aan het verzoek ten grondslag dat die een non-binaire beleving heeft van diens gender en valt buiten het binaire gendersysteem en doet een beroep op het thans geldende artikel 1 lid 2 Algemene wet gelijke behandeling waarin verboden wordt onderscheid te maken – onder meer – op grond van geslacht. [verzoeker] heeft een vrouwelijke geslachtsaanduiding op de geboorteakte. Dit komt niet overeen met diens genderbeleving, waardoor het voor [verzoeker] erg ongemakkelijk is om diens identiteitsbewijs te laten zien. [verzoeker] voert aan dat het van jongs af aan duidelijk is dat die niet in één van de hokjes ‘man’ of ‘vrouw’ thuishoort. Ten tijde van de eerder geslachtswijziging van [verzoeker] was het niet mogelijk om als non-binair op een geboorteakte te worden geregistreerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] aangegeven uit een tijd te komen waarin transgenders ‘niet bestonden’ en dat er niet over homo’s werd gesproken. [verzoeker] heeft voorts nader toegelicht dat het wijzigen van diens geslachtsregistratie ervoor zal zorgen dat die zich minder vervreemd zal voelen van zichzelf en daardoor meer acceptatie voor zichzelf zal hebben. Wanneer het primaire verzoek van [verzoeker] om een ‘X’ te registreren bij diens geslacht wordt toegewezen zal voor [verzoeker] de juridische werkelijkheid in overeenstemming worden gebracht met diens sociale en dagelijkse werkelijkheid.
4.2.
De abs merkt op dat er inmiddels veel jurisprudentie is over de wijziging van gender door personen die zich noch man, noch vrouw voelen. De ambtenaar merkt op dat is verzocht om registratie van de gender ‘X’ zonder nadere omschrijving, hetgeen aansluit op de registratie zoals wordt voorgesteld in het (initiatief) wetsvoorstel tot wijziging van het geslacht. De ambtenaar concludeert dat er consensus is in de rechtspraak dat de non-binaire groep erkenning verdient en dat er aan de zijde van de ambtenaar geen bezwaar bestaat om het geslacht zoals verzocht te registreren. De ambtenaar stelt dat het verzoek om wijziging van de geboorteakte kan worden toegewezen. Wel merkt de ambtenaar de kanttekening dat de letter ‘X’ alleen op de geboorteakte kan worden geregistreerd, in de basisregistratie personen is voor wat betreft een geslachtsregistratie enkel de letter ‘O’ mogelijk.
4.3.
Recent heeft de Hoge Raad in haar uitspraak van 4 maart 2022 (
ECLI:NL:PHR:2022:131) afgezien van beantwoording van de gestelde prejudiciële vragen omtrent de geslacht neutrale registratie op een geboorteakte. De Hoge Raad verwijst naar de huidige stand van zaken en voert aan dat de mogelijkheid van een genderneutrale registratie in een geboorteakte recent hernieuwede aandacht heeft gekregen van de wetgever. De Hoge Raad stelt dat de wetgeving met betrekking tot een gender neutrale aanduiding in voorbereiding is en in de nabije toekomst te verwachten valt. De Hoge Raad oordeelt dan ook dat beantwoording van de prejudiciële vragen op dit moment de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaat. De Hoge Raad oordeelt voorts dat zolang er geen wettelijke regeling is, het aan de rechter is om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en de inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, met inbegrip van de mogelijkheid om de beslissing op het verzoek aan te houden.
4.4.
Uit de gang van zaken blijkt dat de wetgeving in voorbereiding is op dit onderwerp, maar dat het wetsvoorstel nog niet is aangenomen. Van [verzoeker] kan niet worden verwacht dat die wacht op het wetgevingsproces. De rechtbank zal dan ook onder verwijzing naar voornoemde uitspraak van de Hoge Raad onderhavige zaak beoordelen aan de hand van de aard en de inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden.
4.5.
De rechtbank deelt de overwegingen van de door [verzoeker] aangehaalde uitspraken van de rechtbanken Limburg, Noord-Nederland en Utrecht voor zover daarin een maatschappelijke en (internationaal) juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit wordt aangenomen. Vervolgens wordt overwogen dat het aan de wetgever is om te voorzien in regelgeving omtrent neutrale (of non-binaire) geslachtsaanduiding. Ten slotte wordt in die uitspraken ervoor gekozen om (in een latere vermelding) in de geboorteakte op te nemen dat ‘het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’ onder verwijzing naar artikel 1:19d van het Burgerlijk Wetboek (hierna: ‘BW’). De rechtbank kan zich niet verenigen met deze oplossing. Artikel 1:19d BW ziet immers op het geval dat na de geboorte het (fysieke) geslacht van een kind twijfelachtig is en blijft, terwijl in de onderhavige geval sprake is van een non-binaire gender
identiteitvan [verzoeker] .
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat het onderhavige verzoek tot wijziging van de geslachtsaanduiding op dezelfde wijze dient te worden benaderd als die welke is omschreven in de artikelen 1:28a-c BW, voor mensen van zestien jaar en ouder die de – door een deskundige getoetste en onderschreven – overtuiging hebben tot ‘het andere geslacht’ te behoren. Deze artikelen voorzien niet in de mogelijkheid om te kiezen voor een non-binaire geslachtsaanduiding, waarmee naar het oordeel van de rechtbank in deze artikelen een ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren en personen die de overtuiging hebben buiten de exclusief mannelijke of vrouwelijke geslachtsaanduiding te vallen (non-binair).
4.7.
De rechtbank wijst in dit verband op de wet van 30 augustus 2019 tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling ter nadere invulling van het verbod om ongeoorloofd onderscheid te maken op grond van geslacht (Staatsblad 2019, 302, in werking getreden op 1 november 2019). Bij deze wet is de Algemene wet gelijke behandeling - die een uitwerking vormt van het non-discriminatiebeginsel in artikel 1 van de Grondwet, onder meer om bescherming te bieden tegen discriminatie op grond van geslacht - in die zin gewijzigd dat onder ‘onderscheid op grond van geslacht’ mede wordt verstaan ‘onderscheid op grond van geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie’ (artikel 1 lid 2 Algemene wet gelijke behandeling). In de memorie van toelichting op deze wet (Kamerstuk 34650, nr. 3) wordt aangegeven dat het wetsvoorstel mede is ingegeven ter emancipatie van de groep mensen die zich niet wil conformeren aan of wil identificeren met de bestaande binaire categorieën (man of vrouw) die voor vele jaren waren gegeven.
4.8.
Daarnaast houdt de rechtbank rekening met artikel 8 (bescherming van het privéleven) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: ‘EVRM’). In 2003 heeft het EVRM reeds bevestigd dat het recht op genderidentiteit en persoonlijke ontwikkeling een fundamenteel element van artikel 8 EVRM vormt en genderidentiteit één van de meest intieme aspecten van het privéleven en één van de meest wezenlijke elementen van zelfbeschikking vormt (
EHRM 12 juni 2003, ECLI:EC:ECHR:2003:0612JUD003596897, van Kück tegen Duitsland, par. 69 en 73). Ingevolge deze uitspraak is ontzegging van een geslachtsregistratie overeenkomstig de innerlijke overtuiging in strijd met artikel 8 EVRM.
4.9.
[verzoeker] heeft een ‘deskundigen verklaring transgender’ zoals bedoeld in artikel 1:28a BW opgemaakt door psychotherapeut A.O. Man overgelegd waaruit blijkt dat [verzoeker] de wijziging van het geslacht in de geboorteakte weloverwogen blijft wensen.
4.10.
De rechtbank oordeelt dat er in onderhavige zaak aan de vereisten van artikel 1:28a BW is voldaan. De rechtbank zal de ambtenaar op grond van artikel 1:28b BW gelasten aan de akte van geboorte van verzoeker een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, waarbij het gewijzigde non-binaire geslacht zal worden aangeduid met een ‘X’ zoals verzocht.
Wijziging voornaam
4.11.
[verzoeker] verzoekt diens voornaam te wijzigen in ‘ [voornaam 2] ’, een naam die genderneutraal is en al door [verzoeker] als voornaam wordt gebruikt. [verzoeker] identificeert zich met de verzochte voornaam maar ondervindt er hinder van dat die voornaam afwijkt van de voornaam op de geboorteakte en diens identiteitsbewijs. [verzoeker] voort aan dat de verzochte voornaam geoorloofd is naar maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW.
4.12.
De abs heeft aangegeven zich ten aanzien van de wijziging van de voornaam te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
4.13.
Voor toewijzing van een verzoek tot voornaamswijziging is allereerst vereist dat de betrokken persoon een zodanig zwaarwichtig belang heeft bij de verzochte wijziging, dat dit belang dient te prevaleren boven het algemeen belang dat namen zoals vermeld in de registers van de burgerlijke stand zoveel mogelijk ongewijzigd blijven. Voorts dient de rechtbank te toetsen of de nieuwe voornamen niet ongepast zijn dan wel overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen (tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn).
4.14.
De rechtbank is van oordeel dat de verzochte naamswijziging, zoals toegelicht, voldoet aan de hiervoor beschreven eisen. De gevraagde voornaam is geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW. Het verzoek zal daarom worden toegewezen als na te melden.
4.15.
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank:
- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam aan de akte van geboorte van
[verzoeker]
onder nummer [nummer] van het jaar 1946 de latere vermelding toe te voegen van de wijziging:
van het geslacht, in de zin dat het geslacht zal zijn ‘X’;
- gelast de wijziging van de voornamen van
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1946 te [geboorteplaats] ,
in: ‘ [voornaam 2] ’
- draagt de griffier op, nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam.
Deze beslissing is mondeling gegeven door mr. L. van der Heijden, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van M.T.W. Gerritsen, griffier, op 12 juli 2022. [1]
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 27 juli 2022.

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).