Uitspraak
1.de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam,
2.het openbaar ministerie te Amsterdam,
1.Het verdere verloop van de procedure
C/09/607560 / FA RK 21-1082.
- brief van de abs van 7 juni 2022, ingekomen op 8 juni 2022;
- het F9-formulier met bijlage van [verzoeker] , ingekomen op 29 juni 2022.
2.De verdere beoordeling
ECLI:NL:PHR:2022:131) afgezien van beantwoording van de gestelde prejudiciële vragen. De Hoge Raad verwijst naar de huidige stand van zaken en voert aan dat de mogelijkheid van een genderneutrale registratie in een geboorteakte recent hernieuwede aandacht heeft gekregen van de wetgever. De Hoge Raad stelt dat de wetgeving met betrekking tot een gender neutrale aanduiding in voorbereiding is en in de nabije toekomst te verwachten valt. De Hoge Raad oordeelt dan ook dat beantwoording van de prejudiciële vragen op dit moment de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaat. De Hoge Raad oordeelt voorts dat zolang er geen wettelijke regeling is, het aan de rechter is om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en de inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, met inbegrip van de mogelijkheid om de beslissing op het verzoek aan te houden.
identiteitvan [verzoeker] .
ECLI:EC:ECHR:2003:0612JUD003596897, van Kück tegen Duitsland, par. 69 en 73). Ingevolge deze uitspraak is ontzegging van een geslachtsregistratie overeenkomstig de innerlijke overtuiging in strijd met artikel 8 EVRM.