3.3.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte in drugs heeft gehandeld, leider is geweest van een criminele organisatie die zich daarmee bezig hield en dat hij hard- en softdrugs en een wapen en munitie in zijn bezit heeft gehad. Verdachte heeft de beschuldigingen grotendeels bekend. Op basis van die verklaring en de andere bewijsmiddelen in bijlage II stelt de rechtbank de volgende feiten vast.
Criminele organisatie en de handel in drugs
De criminele organisatie bestond uit de volgende personen en hun rollen en/of taken:
[verdachte] (bijnaam: [bijnaam verdachte ] ) is leider van het samenwerkingsverband. Hij stuurt de medeverdachten aan, verstrekt opdrachten, doet betalingen aan andere verdachten en is verantwoordelijk voor de inkoop van de harddrugs.
[medeverdachte 2] (bijnaam: [bijnaam medeverdachte 2] ) bewerkt en verpakt de harddrugs in opdracht van [verdachte] en verstrekt ze aan de koeriers die de harddrugs naar de klanten brengen. [medeverdachte 2] legt hierover verantwoording af aan [verdachte] . De koeriers halen de verpakte harddrugs op bij [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 1] (bijnaam: [bijnaam medeverdachte 1] ) is manager en beheerder van het telefoonnummer [telefoonnummer] [bijnaam medeverdachte 1] . Op dit nummer worden bestellingen geplaatst voor harddrugs. De bestelling wordt vervolgens via Telegram (privé groep) doorgegeven aan de koeriers.
[medeverdachte 4] (bijnaam: [bijnaam medeverdachte 4] ) en [medeverdachte 3] (bijnaam: [bijnaam medeverdachte 3] ) zijn koeriers. De koerier krijgt via Telegram de opdracht van een manager om een bepaalde hoeveelheid harddrugs te leveren aan een klant die kort daarvoor een bestelling heeft geplaatst bij de manager.
De personen met de bijnamen [bijnaam 1] , [bijnaam 2] , [bijnaam 3] , [bijnaam 4] , [bijnaam 5] , [bijnaam 6] , [bijnaam 7] en [bijnaam 8] kunnen als managers, verkopers of koeriers worden aangemerkt. Deze personen zijn niet allemaal geïdentificeerd.
Uit deze rollen blijkt dat verdachte deel uitmaakte van een op drugshandel gericht samenwerkingsverband. Hij heeft zelf ook handelingen verricht en daarmee bijgedragen aan de drugshandel. Het samenwerkingsverband heeft een structuur, een hiërarchie, iedereen heeft zijn eigen taak en onderling wordt verantwoording afgelegd. Ook heeft het samenwerkingsverband enige tijd bestaan. Daarmee is voldaan aan de wettelijke eisen aan een strafbare criminele organisatie.
Dat verdachte daarvan de leider was blijkt uit chatgesprekken die [verdachte] voert met andere deelnemers aan de organisatie, waarin hij zegt dat hij de ‘ [naam 1] ’ beheert en iedereen netjes moet noteren en alles goed moet bijhouden. [verdachte] zegt dat hij zeven mensen voor hem heeft werken. Ook wordt gesproken over managers, drivers en inpakkers. Dat een aantal deelnemers aan de criminele organisatie niet geïdentificeerd is, doet niets af aan de rol van verdachte zoals die uit de in de bewijsmiddelen opgenomen berichten blijkt. Hieruit blijkt ook dat verdachte samen met anderen heeft gehandeld in harddrugs, en die drugs voor dat doel heeft bewerkt en verwerkt door het te verpakken.
Begin pleegperiode deelnemen aan criminele organisatie en medeplegen van drugshandel
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte vanaf 13 oktober 2019 heeft deelgenomen aan de criminele organisatie en de drugshandel. De rechtbank stelt vast dat [bijnaam verdachte ] op
13 oktober 2019 een groepsgesprek (‘
pool’) op Telegram heeft aangemaakt waarin gesproken wordt over de handel in harddrugs, en specifieke bestellingen. De rechtbank heeft hiervoor al vastgesteld dat [bijnaam verdachte ] de bijnaam van [verdachte] is. De verklaring van verdachte dat voordat hij eind 2019 / begin 2020 de naam [bijnaam verdachte ] ging gebruiken, de vorige eigenaar van de drugslijn ook al de naam [bijnaam verdachte ] gebruikte, vindt de rechtbank niet aannemelijk. Verdachte heeft die verklaring pas op de zitting voor het eerst gegeven en het dossier biedt daarvoor geen aanknopingspunten. De rechtbank gaat daar dus aan voorbij.
De deelname van verdachte aan de criminele organisatie wordt vanaf hetzelfde moment bewezen. Verdachte voert (in elk geval) vanaf dat moment, met anderen gesprekken over de uitvoering van de drugshandel en de bijbehorende taken. Dat niet kan worden vastgesteld dat alle in de tenlastelegging met naam genoemde deelnemers op dat moment al deelnamen aan de organisatie, neemt niet weg dat gedurende de hele periode van de bewezenverklaring er een organisatie heeft bestaan die zich bezighield met de handel in harddrugs. Gedurende die periode zijn alle met naam genoemde medeverdachten op enig moment deelnemer aan die organisatie geweest.
Drugsbezit op 7 december 2021
In zijn auto en in de woning waar verdachte verbleef zijn op 7 december 2021 drugs aangetroffen. De rechtbank vindt, mede op grond van de bekennende verklaring van verdachte, bewezen dat verdachte die drugs opzettelijk aanwezig heeft gehad. Van medeplegen wordt verdachte vrijgesproken, omdat de rechtbank niet kan vaststellen dat een van de medeverdachten of de partner van verdachte wisten dat er drugs in het huis en in de auto lagen. De drugs is niet zodanig in het zicht aangetroffen dat verdachtes partner ze moet hebben zien liggen.
De advocaat heeft de rechtbank verzocht verdachte vrij te spreken van het aanwezig hebben van MDMA met goednummer 6129230 omdat in het laboratoriumrapport staat dat dit item werd aangeleverd in een open waardezak waardoor de integriteit van het item mogelijk is geschonden. De rechtbank vindt deze enkele opmerking, mede bezien in het licht van de andere bewezenverklaarde feiten en de bekennende verklaring van verdachte, onvoldoende om aan de resultaten van het onderzoek (dat het om MDMA gaat) te twijfelen.
De rechtbank vindt ook het aanwezig hebben van de (beperkte hoeveelheid) in de auto aangetroffen hennep bewezen.
Aanwezig hebben vuurwapen en munitie op 7 december 2021
Op 7 december 2021 zijn in de woning waarin verdachte verbleef een vuurwapen en munitie aangetroffen. Mede op grond van de bekennende verklaring van verdachte vindt de rechtbank bewezen dat verdachte dat vuurwapen en die munitie voorhanden heeft gehad. Van medeplegen wordt verdachte vrijgesproken, omdat de rechtbank niet kan vaststellen dat de partner van verdachte wist dat het wapen en de munitie in het huis lagen.