In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 juli 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. C.L. Schuren, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als verweerder. De zaak betreft de vergoeding van kosten voor een onafhankelijke arts die ter zitting aanwezig was. Eiseres had verzocht om een vergoeding van € 1.868,33, opgebouwd uit kosten voor de ingeschakelde deskundige en de voorbereidingstijd voor de zitting. Verweerder heeft echter slechts één uur vergoed voor de zitting, wat eiseres betwistte. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet gemotiveerd heeft waarom slechts één uur vergoed zou moeten worden en heeft geoordeeld dat verweerder de kosten voor de deskundige volledig moet vergoeden.
De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit I en II niet-ontvankelijk verklaard, omdat verweerder met het bestreden besluit II volledig aan eiseres tegemoet is gekomen. Eiseres had ook verzocht om schadevergoeding voor ten onrechte betaalde ziektewetuitkering en re-integratiekosten, maar deze posten waren niet in geschil. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot vergoeding van de kosten van de deskundige tot een bedrag van € 1.868,33, evenals het griffierecht van € 338,- en de proceskosten van eiseres tot € 1.518,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.