Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Vrijspraak
4.Beslissing
spreekt verdachtedaarvan
vrij.
Rechtbank Amsterdam
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1997, heeft de rechtbank Amsterdam op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan. De zaak betreft een vermeende verkrachting en seksueel binnendringen van een vrouw op 24 juni 2020 in een trappenhuis in Amsterdam. De verdachte werd verweten dat hij de vrouw, terwijl zij in een staat van bewusteloosheid of verminderd bewustzijn verkeerde, seksueel heeft binnengedrongen. Tijdens de zitting op 27 juli 2022 zijn de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer gehoord. De verdachte ontkende enige dwang en stelde dat de seksuele handelingen vrijwillig waren. Het slachtoffer had geen aangifte gedaan en nuanceerde haar verklaring later. De rechtbank heeft een video bekeken die door de verdachte was opgenomen tijdens de seksuele handelingen, maar kon geen bewijs van dwang vaststellen. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van verkrachting, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor zowel de primair als subsidiair tenlastegelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op.